Lerarentekort groeit verder in grote steden
Weer zijn de lerarentekorten binnen het primair onderwijs in de grote steden opgelopen. Het tekort ligt nu gemiddeld op 14,3 procent. Op scholen waarop veel leerlingen met een groot risico op achterstanden zitten, zijn de tekorten bijna twee keer groter dan elders.
Dat blijkt uit de nieuwste cijfers die demissionair onderwijsminister Arie Slob de Kamer gisteren heeft gestuurd. De tekorten zijn met 16,6 en 16,4 procent het grootst in het speciaal basisonderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs. Tot de zogenoemde G5 van grote steden behoren Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Utrecht en Almere. Op dit moment heeft Almere het grootste tekort met 16,8 procent. In Utrecht is het tekort van de grote steden het kleinst met 7,9 procent.
In de grote steden ligt het tekort in het primair onderwijs bijna twee keer zo hoog als in de rest van het land (14,3 procent versus 8 procent). Opvallend is ook dat vier op de tien scholen buiten de G5 aangeeft geen last te hebben van het tekort en dat dit voor één op de tien scholen binnen de grote steden het geval is. In het zuiden van Noord-Holland en in het zuiden van Zuid-Holland zijn ook grote tekorten buiten de grote steden. In het oosten van het land zijn er wel tekorten, maar veel minder dan in het westen.
Zorgelijk en urgent
Slob schrijft in zijn brief aan de Kamer dat het actuele lerarentekort in heel Nederland op 9100 voltijdbanen komt. ‘De tekorten in het onderwijs zijn zorgelijk en urgent’, laat de minister aan de Kamer weten. ‘Daarom hebben we ook in 2021 ingezet op acties en maatregelen die zorgen voor voldoende en goed opgeleid personeel.’
De tekorten in het onderwijs zijn zorgelijk en urgent
Toch laten de nieuwste cijfers zien dat de tekorten stijgen, en het geld voor het Nationaal Programma Onderwijs doet daar zelfs nog een schepje bovenop. Besturen willen graag extra personeel inzetten om leerachterstanden weg te werken, maar vinden amper personeel. De AOb heeft hier onlangs ook op gewezen. ‘Van de gewenste extra inzet is in de G5 ongeveer 26 procent niet ingevuld, buiten de G5 bedraagt dit ongeveer 11 procent’, aldus Slob.
Onbevoegd en zij-instroom
Scholen lossen de tekorten op door onbevoegden voor de klas te zetten, zo melden onderzoekers van Centerdata. Naast onbevoegden zijn de zij-instromers een belangrijke groep om de tekorten tegen te gaan. Dit jaar zijn er 1891 subsidieaanvragen toegekend voor het opleiden van zij-instromers, ongeveer honderd meer dan vorig jaar. Vooral in het voortgezet onderwijs zijn zij-instromers aan een opmars bezig: zo waren er 189 aanvragen in 2019 en zijn er dit jaar 330.
Vo en mbo
Het lerarentekort beperkt zich niet tot het primair onderwijs. Op middelbare scholen is het tekort er ook, al is het minder zichtbaar. Slob verwacht een tekort van 2600 voltijdbanen in 2026. Vooral voor de vakken Frans, natuurkunde, wiskunde en Nederlands is het lastig om personeel te vinden. Vakken vallen tijdelijk uit, of leerlingen krijgen minder uur les in een vak. Soms schrappen scholen het vak helemaal.
In het mbo wordt de piek in de vraag naar docenten volgend jaar verwacht. Die zal zich vooral manifesteren bij praktijkvakken en technische vakken.
Tijdens de presentatie van het regeerakkoord zei informateur Wouter Koolmees dat het lerarentekort niet binnen één kabinetsperiode wordt opgelost. AOb-voorzitter Tamar van Gelder noemde dit 'een schokkend gebrek aan ambitie.' De AOb ziet dat door de lerarentekorten de kwaliteit van het onderwijs onder druk komt te staan en dat een oplossing van dit vraagstuk grote structurele investeringen vergt.