Alle

Lerarendebat afgesloten zonder nieuwe investeringen

Enkele uren nadat duizenden stakende leraren, ondersteuners en directeuren in een lange stoet door Amsterdam trokken (“De maat is vol”), werd gistermiddag in de Tweede Kamer in Den Haag het lerarendebat afgerond zonder nieuwe financiële toezeggingen.

Tekst arno kersten - redactie onderwijsblad - - 2 Minuten om te lezen

lerarendebat-vervolg

Beeld: Tweede Kamer

Aan de huidige stand van zaken in het primair onderwijs – een werkdrukakkoord en 270 miljoen euro voor salarisverbetering – kon de minister geen concrete investeringen toevoegen. De aangekondigde staking op vrijdag 13 april in Noord-Brabant en Limburg gaat door zoals gepland. Het lerarendebat (terugkijken kan hier) was in februari voortijdig afgebroken vanwege tijdgebrek.

Slob liep een waaier aan mogelijke maatregelen langs. Zoals het fiscaal aantrekkelijker maken voor parttimers om hun aanstellingsomvang uit te breiden, iets dat op het ministerie van Financiën onderzocht wordt. En het stimuleren van zij-instromers die van buiten het onderwijs voor de klas komen staan.

Zij-instromers

“Dat kan toegevoegde waarde hebben als het verantwoord gebeurt”, aldus Slob. Al erkende de minister dat er verschillend over het initiatief wordt gedacht. De begeleiding van zij-instromers kan, zeker in het begin, de werkdruk op school juist verhogen. “Ik denk dat het inzetten van deze leraren aanvankelijk juist méér tijd kost”, aldus SP-Kamerlid Peter Kwint.

Ook de zogenoemde stille reserve, gediplomeerde leraren die niet of buiten het onderwijs werken, passeerde de revue. Kunnen de pabo’s en lerarenopleidingen deze mensen niet allemaal een mail sturen, vroeg GroenLinks-Kamerlid Lisa Westerveld. Een hele groep aanschrijven kan vanwege privacyregels niet zomaar meer, aldus Slob. Westerveld memoreerde dat haar oude opleiding haar anders nog prima weet te vinden.

Over de stille reserve: kunnen de pabos hun oud-studenten niet allemaal een mail sturen?

De Kamer wil weten hoeveel onderwijsgeld er weglekt via uitzendbureaus die profiteren van het lerarentekort. Ruim 3 procent van de totale personeelsuitgaven ging in 2015 naar personeel dat niet in loondienst is. Die cijfers zijn wat verouderd en bovendien vallen daar niet alleen uitzendcontracten onder. Daarom heeft Slob zijn ambtenaren gevraagd om meer inzicht te scheppen in de opbouw van de personeelslasten.

Concrete cijfers had de minister wel over de bovenwettelijke uitkeringen in het basis- en voortgezet onderwijs, respectievelijk 103 en 40 miljoen euro. Slob vindt dat dit vangnet voor leraren afgebouwd moet worden.

Geen glazen bol

Kamerlid Westerveld miste een allesomvattend plan tegen het lerarentekort, dat de maatregelen en resultaten in de tijd op een rij zet. “Hoe weten we nu dat wat u doet voldoende zal zijn?” Waarna Slob opnieuw begon aan een opsomming, onderstreepte dat de effecten tussentijds worden gemeten, maar moest toegeven dat hij geen glazen bol heeft.

Door de Kamer is al een nieuw overleg aangevraagd, waarin een aantal moties te verwachten zijn. Zo tekent zich een meerderheid af voor het stopzetten van de Onderwijscoöperatie. Minister Slob zei dat hij met het lerarenparlement juist heeft afgesproken om de coöperatie tot de zomer de tijd te geven om een plan te maken voor een nieuwe start. Ook gaan er stemmen op om onderwijsbestuurders alsnog onder te brengen onder de cao voor het personeel.