Leraren grijpen vaak mis bij voorrang op een woning
Steeds meer gemeenten bieden een regeling waardoor leraren voorrang krijgen op een huurwoning. In de praktijk vallen velen tussen de wal en het schip.
Zes jaar is Suus Akerboom (27) al op zoek naar een woning in Den Haag. De docent beeldende vorming op het Segbroek College woont er nu in een studio van 30m2. Tijdelijk. De afgelopen drie jaar wisselde ze steeds van studio, omdat de huurbaas geen contracten voor onbepaalde tijd aangaat. “Dan is dit nog vrij luxe als je bedenkt dat ik hiervoor op kamers woonde”, vertelt ze.
Akerboom schrijft zich overal voor in, tot nu toe zonder resultaat. En dat terwijl in Den Haag inwoners met een ‘sleutelberoep’ voorrang krijgen: een deel van de huurwoningen is gereserveerd voor leraren, agenten en zorgpersoneel. “Hartstikke fijn”, zegt Akerboom, “maar als voorwaarde geldt vaak een salaris van minimaal 40 duizend euro per jaar en dat verdien ik niet.”
Als leraren uit de stad vertrekken, verlaten ze tevens het Amsterdamse onderwijs
Akerboom is niet de enige leraar die misgrijpt, blijkt uit onderzoek Voorbij het lerarentekort. Wonen en werken in een ongelijke stad dat begin dit jaar verscheen. Sociaal geograaf Jaap Draaisma van de Hogeschool van Amsterdam nam hierin de voorrangsregeling onder de loep. In 2022 kregen in totaal 39 leraren een woning in Amsterdam via deze regeling. Dit is 19 procent van de ruim 200 leraren die zich hadden aangemeld. “Relatief gering”, noemt Draaisma dit gezien het aanbod van zo’n 8 duizend sociale huurwoningen per jaar. “Maar elke leraar die blijft, telt. Het onderzoek laat namelijk ook zien dat als leraren uit de stad vertrekken, ze tevens het Amsterdamse onderwijs verlaten. Die zijn we dus kwijt. Het is noodzakelijk dat de voorrangsregeling beter gaat werken.”
Fulltime werken, geen huis kunnen betalen
De woningmarkt in Amsterdam wordt steeds problematischer voor lagere en middeninkomens, waarin leraren over het algemeen vallen. Een koopwoning is onbetaalbaar, voor een huurwoning is de gemiddelde wachttijd opgelopen tot dertien jaar. Startende leraren kunnen in Amsterdam vaak nog terecht in een jongerenwoning; een nieuw soort huisvesting voor jongeren tot 27 jaar dat inmiddels duizenden units telt. Het is volgens Draaisma de reden dat het aantal basisschoolleraren dat in de stad woont ‘slechts’ met 10 procent is gedaald. Van de 8 duizend leerkrachten die in het Amsterdamse primair onderwijs werken, woont ongeveer de helft in de stad. “Het probleem is dat de doorstroom stokt”, zegt Draaisma.
Opvallend vaak blijken leraren niet aan de voorwaarden voor een woning te kunnen voldoen
Starters verdienen na een aantal jaar vaak te veel voor een sociale huurwoning, maar te weinig voor het middel-dure huursegment, met woningen tussen ongeveer 880 en 1200 euro per maand. Dat is iets wat Draaisma terugziet in alle grote steden in de Randstad. De voorrangsregeling verschilt per gemeente, maar opvallend vaak blijken leraren niet aan de voorwaarden te kunnen voldoen. Draaisma: “In Den Haag is de regeling bijvoorbeeld vooral afgestemd op middeninkomens. Dus dan gaan ze voorbij aan het feit dat een leraar daarvoor tot zijn dertigste vaak een te laag inkomen heeft.”
Herkenbaar voor Hetty Dekker (35), docent Nederlands op het Calandlyceum in Amsterdam, die de moed al bijna had opgegeven. Voor een sociale huurwoning stond ze al acht jaar op de wachtlijst. “De vraag is zo groot, het schoot gewoon niet op. En als ik iets meer zou gaan verdienen, dan had ik er geen recht meer op. Voor een koopwoning of vrije sectorwoning verdiende ik vaak weer te weinig.”
Ook zij schreef zich voor alles in en woonde in de tussentijd tijdelijk ergens in onderhuur in de regio. Ze sprong een gat in de lucht toen bleek dat ze voor een woning in het nieuwbouwcomplex The Ox achter Osdorpplein in aanmerking kwam. “Ik had gewoon niet meer verwacht dat het zou lukken om echt in de stad te wonen. En dan ook nog zo mooi! Het is een heel licht en ruim appartement van 60m2 met een slaapkamer, balkon en berging. Ik vind het echt heerlijk hier.”
Eén kanttekening wil ze wel plaatsen: je moet alsnog vrij veel verdienen om dit te kunnen betalen. Met servicekosten komt de kale huur boven de 1000 euro per maand uit. Om in aanmerking te komen voor deze middenhuurwoning moest ze een stapel documenten aanleveren, waaronder een bewijs van het Nibud dat het financieel haalbaar was. “Ik zat 20 euro boven de ondergrens, dus het was net aan”, vertelt Dekker die toen bijna fulltime werkte (0,93) op een andere school. “Ik betaal nu 500 euro meer dan voor de vorige woning, dus ik moest heel zuinig leven.”
Toen bleek dat ze bij de school om de hoek, het Calandlyceum, van harte welkom was én veel meer kon gaan verdienen, was de keuze snel gemaakt. “Het is een pittige doelgroep, maar ik heb het naar mijn zin en kon zelfs een dag minder gaan werken.”
Veel jongeren zitten klem
Zo’n droomhuis in Den Haag is voor Suus Akerboom nog niet binnen handbereik. Sterker nog, de nood wordt nijpender. Akerboom heeft geen zicht op een nieuw contract bij haar huurbaas: vanwege de nieuwe huurwet die tijdelijke contracten aan banden legt, zet hij zijn panden te koop. “De vraag naar woningen wordt hierdoor alleen maar groter. Ik zoek ook ver buiten Den Haag, maar overal is het hetzelfde. Hier heb ik bovendien mijn werk en mijn hele leven, dus ik wil helemaal niet weg. Soms voelt het echt hopeloos. Ik wil graag vooruit, me kunnen settelen en sparen voor de toekomst, maar dat zit er nu niet in.”
Ik wil graag vooruit, me kunnen settelen en sparen voor de toekomst, maar dat zit er nu niet in
De voorrangsregeling is goedbedoeld, maar over de haalbaarheid is volgens haar niet goed nagedacht. “Ik schrik ervan hoe die regeling gepromoot wordt, terwijl ik al zes jaar in het onderwijs werk en nog steeds niet in aanmerking kom”, zegt de docent die vier dagen per week werkt. “Fulltime werken is geen optie. Ik hoop dat mijn verzoek om meer salaris wordt ingewilligd, maar het is lastig onderhandelen als er zoveel van afhangt. De kloof met collega’s die een eigen huis hebben en mijn generatie wordt steeds groter. Veel jongeren hebben net als ik een flinke studieschuld, waardoor we gewoon klem zitten, dat is echt pittig.”
De oplossing zit in het socialer maken van de woningmarkt, aldus Draaisma. In de eerste plaats door gemeenten strenger te laten optreden tegen het verdwijnen van sociale huurwoningen. “De huursector is te klein geworden, ook in het middel-dure segment. In Amsterdam is bijvoorbeeld het aantal particuliere huurwoningen dat door de nieuwe huurwet beschikbaar komt voor toewijzing naar doelgroepen met een middeninkomen gedaald van de beoogde 100 naar 30 duizend. Het is een compromis met alle partijen, maar dat aantal zou eigenlijk veel hoger moeten liggen, want het tekort jaagt leraren de stad uit.”
De voorrang voor de één, gaat ten koste van een ander
Gemeenten krijgen door de nieuwe huurwet volgens hem meer mogelijkheden om te sturen. “Ze kunnen bijvoorbeeld eisen dat minstens de helft van het middel-dure huursegment naar sleutelberoepen gaat, of dat docenten van scholen in achterstandswijken altijd prioriteit op een woning moeten krijgen. Het helpt als de regelgeving een dwingend karakter krijgt.”
Gezinsvorming bevordert doorstroming
Gemeenten zijn vaak huiverig hiervoor, blijkt uit een belronde. Op deze overspannen woningmarkt is het dilemma namelijk groot. De voorrang voor de één, gaat ten koste van die van een ander. Draaisma ziet wel mogelijkheden. “Meer voorrang op de middel-dure woningen voor leraren kan best, want dan concurreer je niet met de woningen voor lage inkomens. Uit ons onderzoek blijkt dat leraren basisonderwijs al vroeg een gezin stichten: vaak al voor hun dertigste krijgen ze hun eerste kind. Als ze samen met een partner boven modaal verdienen, dan kunnen ze wel in aanmerking komen voor een middel-dure woning. Dat bevordert de doorstroming vanuit de jongerenwoningen.”
Dat het kan, laat woningbelegger en -verhuurder Vesteda zien. In verschillende gemeenten hanteert ze een voorrangsregeling waarbij ongeveer een derde van de woningen van nieuwbouwprojecten in principe voor mensen met een sleutelberoep beschikbaar is. Van de 134 middenhuurwoningen in The Ox in Amsterdam gingen er bijvoorbeeld 44 naar deze doelgroep, waarvan 23 werkzaam in het onderwijs. “We vinden het belangrijk om huisvesting toegankelijk te maken voor leraren en andere mensen die een essentiële rol in de samenleving vervullen”, vertelt Melanie Heiliegers van Vesteda. “Vandaar dat we hier al jaren geleden mee zijn begonnen, waarna gemeenten meegingen.”
In Den Haag is Vesteda begonnen met nieuwbouwproject Loos met 78 woningen vlakbij het strand. Ook leraren kunnen voorrang krijgen, wat nieuwe hoop biedt voor Suus Akerboom: “Dit zou natuurlijk fantastisch zijn.”
Steeds meer steden bieden voorrang op een woning
Na grote steden in de Randstad willen ook veel gemeenten elders in het land, zoals Deventer en Zwolle, een voorrangsregeling voor leraren invoeren. De AOb zet zich al jaren in voor voorrang voor leraren op een woning in steden met grote tekorten. In Amsterdam leidde die inzet samen met de schoolbesturen in 2018 tot een pilot met voorrang voor leraren, die sinds 2020 als officiële regel geldt.
Als leraren specifiek voorrang krijgen op een woning in wijken waar het lerarentekort het hoogst is, zouden de tekorten binnen een regio eerlijker verdeeld kunnen worden, denkt AOb-voorzitter Thijs Roovers. “Uiteraard is zo’n voorrangsregeling alleen niet voldoende om het lerarentekort tegen te gaan. Er bestaat bovendien het gevaar van een waterbed-effect: leraren die hierdoor in de ene plaats gaan wonen, zorgen voor grotere tekorten in de andere. Dé oplossing zit in meer mensen die leraar willen worden, dus we zetten vooral in op maatregelen die het vak aantrekkelijker maken, zoals vermindering van de werkdruk.”
Dit artikel stond in het Onderwijsblad. Wil jij het blad ontvangen? Word lid!