Leraren actief op internet: uitlaatklep en bijverdienste
Het bijhouden van een website of Facebookgemeenschap is bewerkelijk, maar het loont en soms lucht het op. “Als ik erover schrijf, maak ik het probleem een stuk lichter.”
Een van de juffensites op internet is die van Anke van Boxmeer (32), groep 1/2-leerkracht van basisschool Roald Dahl in Sint-Michielsgestel. Goed verzorgd lesmateriaal, ‘gouden’ lestips en handige links.
“Tijdens mijn laatste jaar op de pabo ben ik begonnen met het verzamelen van lesideeën op een eigen site en daarmee ben ik doorgegaan toen ik eenmaal voor de klas stond”, vertelt Anke van Boxmeer over de ontstaansgeschiedenis van Jufanke.nl. Voor het feit dat er best wel wat juffensites op internet te vinden zijn, heeft ze een simpele verklaring. “In groep 1/2 wordt minder met methodes gewerkt, wat betekent dat leerkrachten meer ruimte hebben om zelf invulling aan de lessen geven. Tja, en ze gaan dan op zoek naar goed materiaal.”
In groep 1/2 wordt minder met methodes gewerkt, wat betekent dat leerkrachten meer ruimte hebben om zelf invulling aan de lessen geven
De meeste lesideeën biedt Van Boxmeer gratis aan, maar voor sommige zaken worden bezoekers doorgeleid naar de Kleuteruniversiteit waar ze het lesmateriaal voor enkele euro’s kunnen downloaden. “Een collega, juf Sanne, heeft de Kleuteruniversiteit opgezet en daar heb ik me samen met wat andere collega’s bij aangesloten. Op deze manier kunnen we veel collega’s bereiken met het materiaal dat we maken en krijgen we er een kleine vergoeding voor terug. Maar het plezier dat we eraan beleven staat op nummer één.”
Jufanke.nl telt op schooldagen zo’n zesduizend pageviews, met uitschieters naar achtduizend tijdens de Kinderboekenweek. “Vooral beginnende leerkrachten en stagiairs weten mijn website te vinden. Voor hen is het ideaal, want in die beginperiode heb je je handen vol aan het lesgeven en dan is het fijn als je bestaand materiaal kunt gebruiken.”
Van Boxmeer heeft de site helemaal zelf gebouwd. “Ik heb destijds een boek met html-codes en een softwareprogramma gekocht en ben aan de slag gegaan. Leuk om te doen, maar als ik nu een code verkeerd heb staan, ben ik soms uren aan het puzzelen. Ik heb weleens overwogen om alles over te zetten naar een standaard Wordpress-site maar dat kost me waarschijnlijk veel te veel tijd.”
Fantastische ideeën op Facebook
Cees Mulder (41), biologiedocent bij het Kaj Munk College in Hoofddorp, is blij met zijn website Mijnbiologie.nl, maar ideeën uitwisselen via Facebook werkt nog beter.
Met hetzelfde enthousiasme als tv-bioloog Freek Vonk en tv-boswachter Arjan Postma praat Mulder over zijn vak en over zijn website Mijnbiologie. “Een jaar of acht geleden ben ik daarmee begonnen. Ik schreef al ‘biologische’ columns voor Spits en 3FM. Mijnbiologie is een digitale leeromgeving met vooral heel veel oefenmateriaal voor docenten en leerlingen. Mijn schrijfwerk voor de site en de columns waren zo succesvol dat ik er naast mijn werk voor de klas bijna twintig uur per week bezig was.”
Mulder besteedde veel tijd aan de site zonder dat hij ermee verdiende. Daarom besloot hij een half jaar terug om met een betaalde inlog te gaan werken. “Ik ga je niet vertellen hoeveel ik in totaal verdien, maar scholen betalen voor al hun docenten en leerlingen 250 euro voor twee jaar. Niet veel, toch?”
Echt zo gaaf om op deze laagdrempelige manier met mijn collega-docenten in contact te zijn
Mulder is blij met zijn website, maar hij mist wel iets. “Het lukt me dingen te delen met collega-docenten, maar van wisselwerking is geen sprake. Het lijkt erop dat iedereen op zijn eigen eiland zit en zijn kennis niet durft te delen, misschien omdat ze daar onzeker over zijn.” Om daar wat aan te doen, is hij in november 2017 op Facebook een community gestart waar intussen al 1400 biologiedocenten lid van zijn.
“Daar worden nu dagelijks lesideeën uitgewisseld. Er zitten fantastische ideeën tussen die ikzelf nooit had kunnen bedenken. Echt zo gaaf om op deze laagdrempelige manier met mijn collega-docenten in contact te zijn.”
Ups-and-downs van een mbo-docent
Arine van den Bor (32), docent secretariële vakken aan het Hoornbeeck College in Gouda deelt geen lesmateriaal. Wel haar ervaringen, als kersverse mbo-docent. Voor de eerste keer de ouderavond, studenten die kritiek uiten op de lessen en beoordelingen, manieren om de concentratie van studenten vast te houden.
Deze thema’s passeren de revue op de website Gewooneenstartendembodocent.nl van Van den Bor die in september 2017 startte als docent in het mbo na een carrière van veertien jaar als secretaresse in de non-profitsector. “Het leek me altijd al leuk om een blog bij te houden, maar ik vond wel dat je daarvoor echt iets te melden moet hebben. De start als kersvers docent in het mbo leek me daarvoor heel geschikt, met alle ups-and-downs. Zo kan ik anderen laten meekijken in mijn leven.”
Het leek me altijd al leuk om een blog bij te houden, maar ik vond wel dat je daarvoor echt iets te melden moet hebben. De start als kersvers docent in het mbo leek me daarvoor heel geschikt
Van den Bors blog is openhartig. Zo schrijft ze regelmatig over haar eigen onzekerheden en haar manier van lesgeven waarin ze nog zoekende is. In een blog van 24 januari verhaalt ze over een voorval waarbij ze haar studenten op de gang hoort schelden op haar. “Dat kwam best even aan”, zegt Van den Bor. “Bij mij helpt het dan enorm als ik erover schrijf. Daarmee maak ik het probleem meteen een stuk lichter.”
Haar blogs worden niet alleen gelezen door collega-docenten, ook studenten hebben haar website ontdekt. “Weliswaar staat op de site nergens mijn naam, maar via Linkedin maak ik wel regelmatig melding van een nieuw blog. Een van mijn studenten kwam daar achter en sindsdien zijn mijn studenten trouwe lezers.”
Zorgt dat niet voor zelfcensuur? “Nee, ik schrijf wat me opvalt en waar ik zelf mee zit. Wel is het zo dat ik privacygevoelige voorvallen bespreek met mijn studenten voordat ik ze op internet zet. Ook met de studenten die me achter mijn rug om uitscholden heb ik eerst een gesprek gevoerd. Ik wil ze leren om met mensen te praten in plaats van over mensen en ik vind dat ik dan zelf het goede voorbeeld moet geven.”