Leraar Nederlands hoeft Multatuli niet te kennen
Max Havelaar, Woutertje Pieterse… vanaf komend studiejaar hoeven tweedegraads leraren Nederlands de werken van Multatuli niet meer te kennen. Literatuur van voor 1880 is verdwenen uit de ‘kennisbasis’ van hun opleiding.
Na een hbo-opleiding tot tweedegraads leraar Nederlands mag je lesgeven in het vmbo, de onderbouw van havo en vwo en in het beroepsonderwijs. De leraren moeten wel iets weten van de Nederlandse literatuur, maar dan alleen de literatuur vanaf 1880.
Dit blijkt uit de nieuwe kennisbasis die voor deze opleidingen is opgesteld en vorige maand online is gekomen. In deze kennisbasis staat wat studenten minimaal moeten leren tijdens hun opleiding. Komend studiejaar gaat het in.
Literatuurwebsite Tzum maakte er de kachel mee aan: 'Afgestudeerde tweedegraads docenten in het voortgezet onderwijs weten dan minder van literatuurgeschiedenis dan leerlingen die in de bovenbouw van het vwo zitten', smaalde hoofdredacteur Coen Peppelenbos, tevens docent aan NHL Steden Hogeschool.
Shakespeare en Goethe
Vanzelfsprekend is het verdwijnen van oude literatuur niet. Elke leraar Engels heeft Shakespeare gelezen, blijkt uit de kennisbasis van de opleidingen tot tweedegraads leraar Engels. En collega’s van de vakgroep Duits kennen Goethe.
Het schoot ook de Nijmeegse hoogleraar Nederlands Marc van Oostendorp in het verkeerde keelgat. 'Nu heb ik er genoeg van', schrijft hij op zijn weblog. 'Er zijn te veel cynici bezig alles af te breken, het onderwijs de afgrond in te drijven.'
Niet alleen Multatuli ontbreekt. 'Karel ende Elegast, Sara Burgerhart, Piet Paaltjens – wie dat zijn hoef je natuurlijk niet te weten wanneer je jonge mensen in je klas krijgt', verzucht Van Oostendorp.
'Er zijn te veel cynici bezig alles af te breken, het onderwijs de afgrond in te drijven', hoogleraar Nederlands Marc van Oostendorp op zijn weblog.
Op Twitter reageren veel mensen verbaasd op het nieuws. Maar de kritiek is niet terecht, vindt Mariette van Dam-Helmig, docent aan de lerarenopleiding van Fontys en voorzitter van het Landelijk Vakoverleg Nederlands. De meeste opleidingen blijven Multatuli gewoon onderwijzen, zegt ze. Alleen zijn ze er niet toe verplicht.
De literatuur van voor 1880 hoort namelijk niet bij de stof die een tweedegraads leraar in de klas behandelt, legt ze uit. Op het vmbo lezen kinderen geen Multatuli en ook in de onderbouw van havo en vwo komt hij niet aan de orde. En als studenten zich specialiseren in het vmbo en mbo, dan wil de opleiding misschien een andere verdieping bieden dan als ze zich specialiseren in havo en vwo. “Deze discussie heeft vorig jaar al plaatsgevonden”, zegt ze, “en de kennisbasis is al in september vastgesteld.”
Sterker nog, die oudere literatuur stond voorheen ook niet in de kennisbasis. Er stond toen weliswaar een voorbeeldvraag over Multatuli in, maar dat was volgens haar een van de redenen om de kennisbasis te herijken. “Dit was een van de onduidelijkheden.”
Aangescherpt
Het is volgens Van Dam-Helmig nu een mooie, aangescherpte kennisbasis. “Wat een leraar Nederlands allemaal moet weten: denk aan taalbeheersing of het lesgeven aan kinderen met een taalachterstand… het is zo omvangrijk. Ik vind het heel jammer dat er nu één ding uit wordt gelicht, alsof onze studenten niets meer leren tegenwoordig.”
Het besluit is uiteindelijk genomen tijdens een landelijk vakoverleg van de opleidingen. De kennisbases zijn de afgelopen tien jaar ontwikkeld om de zorgen weg te nemen dat de lerarenopleidingen te licht werden en dat leraren te weinig vakinhoudelijke kennis zouden hebben. Er zijn landelijke toetsen voor de stof in de kennisbasis. In de opleiding tot eerstegraads leraar zit de literatuur van voor 1880 wel.