Alle

‘Leg landelijk niveau basisondersteuning wettelijk vast’

De AOb wil één landelijk niveau van basisondersteuning vastleggen in de wet. Scholen weten dan welke zorg ze minimaal moeten aanbieden en het is voor leerlingen en ouders veel duidelijker welke standaardzorg ze kunnen verwachten. Al sinds de invoering van passend onderwijs pleit de AOb hiervoor.

Tekst Karen Hagen - Redactie Onderwijsblad - - 2 Minuten om te lezen

AOb-voorzitter Liesbeth Verheggen stuurde vorige week een brief aan de Tweede Kamer. Aanstaande woensdag debatteren de Kamerleden over de wet passend onderwijs die sinds 2014 bepaalt dat leerlingen vaker naar het reguliere onderwijs gaan en dat scholen een zorgplicht hebben om goede ondersteuning te bieden. Scholen hebben daarvoor samenwerkingsverbanden gevormd.

Onduidelijkheid en ongelijkheid

De AOb wil dat er één landelijk niveau komt van basisondersteuning. Dat is de ondersteuning die alle scholen altijd moeten bieden. Nu bepalen samenwerkingsverbanden zelf wat zij vinden dat basisondersteuning is en dat zorgt voor ongelijkheid en veel onduidelijkheid in verschillende regio’s. Met het vastleggen van basisondersteuning weet iedereen waar hij of zij aan toe is, welke ondersteuning er op een school aanwezig is en wat extra geld kost. Bovendien is dan veel duidelijker te zien waar het geld naartoe gaat. Onlangs concludeerde de Algemene Rekenkamer dat niet te achterhalen valt, waar het geld voor passend onderwijs precies terechtkomt en wat het voor leerlingen oplevert.

‘Ik hoop van harte dat leraren, leerlingen, ouders, personeel en politiek gezamenlijk opstaan om een eerste stap te zetten naar beter passend onderwijs’, schrijft Verheggen.

Staatssecretaris

Toch is demissionair staatssecretaris Sander Dekker van Onderwijs minder enthousiast over het vastleggen van basisondersteuning in de wet. Hij antwoordde op Kamervragen van het CDA dat het zal leiden tot discussie over wat wel en wat niet tot basisondersteuning hoort. Verheggen: “De reden voor het niet kiezen van één landelijk niveau was dat het lastig te omschrijven zou zijn. Daarom werd het bij samenwerkingsverbanden neergelegd. Die vinden het net zo lastig, waardoor er vage omschrijvingen zijn en niemand snapt wat er nu precies wordt bedoeld.”

Dekker vreest bovendien dat scholen weinig ambitieus en innovatief zullen zijn als er één niveau van basisondersteuning is. Hij vreest dat ze het gevoel zullen hebben dat ze zich niet kunnen profileren. De AOb is daarvoor juist niet bang. Scholen die extra ondersteuning bieden bovenop de basisondersteuning kunnen duidelijk maken dat dat geld kost en dus aanspraak maken op het bijbehorende budget.

AOb-voorzitter Verheggen hoopt dat de politici in het debat de eerste stappen zetten om te komen tot één landelijk niveau van basisondersteuning.

Download: Brief AOb basisondersteuning passend onderwijs