Leesprestaties kinderen in groep 6 zakken verder weg
De leesvaardigheid van basisschoolleerlingen in groep 6 is in Nederland voor het eerst gedaald onder het gemiddelde van 21 andere Westerse landen. Dat blijkt uit het vijfjaarlijkse internationale vergelijkende leesonderzoek PIRLS, waarvan de resultaten vandaag zijn gepubliceerd.
De resultaten van PIRLS (Progress in International Reading Literacy Study) waren vertraagd door corona. De epidemie heeft de leesscores van Nederlandse leerlingen negatief beïnvloed, maar omdat Nederland in verhouding met andere landen verder is achtergebleven, ligt het niet voor de hand om de daling hier volledig aan toe te schrijven. “Of Nederland onevenredig hard is getroffen is niet te bepalen, omdat anderen landen andere maatregelen hadden die of minder streng of strenger geweest hebben kunnen zijn”, verklaart Nicole Swart van het Expertisecentrum Nederlands desgevraagd. “Dat er meer lijkt te spelen dan alleen de gevolgen van de coronamaatregelen is wel duidelijk.”
Dat er meer lijkt te spelen dan alleen de gevolgen van de coronamaatregelen is wel duidelijk
In eerdere edities van het PIRLS-onderzoek lagen de resultaten van deze tienjarige Nederlandse leerlingen steeds boven het Westers gemiddelde. Bij het vorige onderzoek van 2016 kwam de gemiddelde leesvaardigheidsscore van Nederland nog uit op 545, tegenover een gemiddelde van 537 in 21 Westerse landen. In PIRLS-2021, de jongste studie, is de gemiddelde score van de 4.313 Nederlandse kinderen die de PIRLS-test hebben gedaan, gedaald tot 527, onder het Westers gemiddelde van 531. Nederland is sinds het vorige rapport voorbijgestreefd door Finland, Polen, Noorwegen, Engeland en Zweden.
De daling in de Nederlandse gemiddelden is vooral te verklaren uit een dalend aantal kinderen dat de midden en hogere vaardigheidsniveaus behaalt. In 2016 behaalde nog 88 procent van de kinderen het middenniveau. In 2021 lag dit percentage op 79. Het hoge vaardigheidsniveau bleek in 2021 haalbaar voor 37 procent van de Nederlandse leerlingen in groep 6, een zeer forse daling in vergelijking met het percentage van 48 dat die score nog haalde in 2016.
Het onderwijs heeft behoefte aan structurele mogelijkheden voor verbetering
Volgens Swart is het een goede ontwikkeling dat er onder het nieuwe kabinet in Nederland meer aandacht is voor de basisvaardigheden in zowel het basis- als voortgezet onderwijs. “Wel moet er goed nagegaan worden of het beschikbare budget efficiënt en op de juiste manier wordt gebruikt", aldus Swart. "Het onderwijs heeft behoefte aan structurele mogelijkheden voor verbetering. Het verbeteren van de basisvaardigheden is niet iets wat binnen een paar jaar geklaard is; het vraagt om een lange adem en langetermijnplannen."