Alle

Leerpleinen vragen vooral samenwerking en draagvlak

Klassikaal onderwijs is op basisscholen nog vaak de norm, maar een deel van de scholen overweegt het onderwijs anders te gaan organiseren of doet dat al. Mede door de invoering van passend onderwijs vierenhalf jaar geleden is de behoefte toegenomen om meer te kunnen differentiëren bij het aanbieden van de lesstof - en meer handen op de groep te krijgen.

Tekst arno kersten - redactie onderwijsblad - - 2 Minuten om te lezen

uitsnedeleerpleinen

Beeld: Typetank

Dat komt naar voren uit een enquête die de AOb eind vorig jaar hield onder haar leden. Van de 5600 medewerkers in het primair onderwijs die meededen, geven er een kleine vijfhonderd (9 procent) aan dat zij het onderwijs al anders organiseren met leerpleinen, units of domeinen. Nog eens dertien procent geeft aan dat er plannen zijn, maar heeft nog geen concrete invoering op het oog. In het voortgezet onderwijs deden ruim 3200 leden aan de peiling mee. Twintig procent geeft aan met een vorm van leerplein-concepten te werken, zes procent start volgend schooljaar en nog eens 27 procent laat weten dat er plannen zijn.

Opvallend zijn de verschillen tussen het primair en voortgezet onderwijs. In het po is het docententeam meestal betrokken bij de plannen om het onderwijs anders te organiseren, in het vo komt het initatief vaker van bovenaf. Dat kan ook verklaren waarom leraren in het po leerplein-concepten beduidend vaker zouden aanbevelen dan hun collega's in het vo.

Over de voordelen en valkuilen van klasoverstijgende onderwijsconcepten lees je uitgebreid in dit verhaal uit het januarinummer van het Onderwijsblad.

Werkdruk

Onmisbare ingrediënten voor een geslaagde invoering van groepsoverstijgende vormen van onderwijs zijn draagvlak, structuur en teamgerichte samenwerking. ‘Alleen als de samenwerking goed verloopt, geeft het verlichting van de werkdruk en komt er tijd vrij voor individuele aandacht’, meldt een respondent in de enquête. ‘Het is een proces waarbij we voortdurend checken of we aan alle leerdoelen voldoen. En waarschijnlijk blijft dat zo’, aldus een andere leraar. En een derde stelt: ‘Vraag je af of het past bij je leerlingen. Er wordt nogal wat verwacht van hun zelfstandigheid en verantwoordelijkheid.’

Het is mooi als je met onderwijsassistenten en andere ondersteuners meer handen op de groep kunt hebben, vindt een respondent. En toch: ‘Je kunt het onderwijs anders inrichten, maar ik wil nog steeds aandringen op kleinere groepen om de kwaliteit van het onderwijs te waarborgen.’