Leerlingen bewegen minder goed
Op de dag van de Koningsspelen komt de Onderwijsinspectie met een peiling naar de gymlessen in het primair onderwijs. Kinderen in groep acht zijn onder andere minder behendig met een kleine bal dan in 2006. De beruchte shuttlerun scoort ongeveer hetzelfde als tien jaar geleden, maar wel onder de landelijke norm.
Niet alles was te vergelijken met tien jaar geleden, maar op acht onderdelen kon dat wel. Vijf daarvan scoren nu minder dan in 2006. Het balanceren over een instabiel vlak gaat minder goed. Net als touwzwaaien met landing na een halve draai, het mikken op een verhoogd doel, het werpen en vangen met een kleine bal via de muur en het tennissen via de muur. Zie ook het staatje van de inspectie hieronder.
Zittende kinderen
Verder lijkt er weinig veranderd. Het aantal lessen gym - of zoals de inspectie zegt: bewegingsonderwijs - is in tien jaar tijd ongeveer gelijk gebleven. En ook de tijd die aan een gymles wordt besteed nam toe noch af. Remo Mombarg, lector Bewegingsonderwijs en Jeugdsport, plaatst daar een kanttekening bij: 'Natuurlijk is er nu de invloed van de mobiele telefoon. Het beeldschermgebruik is enorm toegenomen. Veel kinderen gamen elke dag enkele uren. Meer dan tien uur per week achter een spelcomputer is geen uitzondering meer. Al die tijd zitten kinderen.'
Motivatie
Mombarg maakte deze opmerking in een zogenaamde focusgroep die de inspectie samenstelde. Elf betrokkenen, waarvan twee lectoren bewegingsonderwijs, bekeken de peilingresultaten en zochten verklaringen voor de uitkomsten. Zo vraagt Ivo van Hilvoorde, lector Bewegen, School en Sport, zich af of de intrinsieke motivatie bij de vertesprong en het hardlopen wel voldoende is aangesproken. Hij noemt hier twee van de vier onderdelen waarbij groep acht leerlingen onder de landelijke norm scoren, zie het staatje van de inspectie hieronder.
Vakleerkracht
Op scholen waar een vakleerkracht de gymles geeft, is de bewegingsvaardigheid hoger, constateert de inspectie. Ook zouden er nu meer lessen door vakleerkrachten worden verzorgd dan in 2006. De focusgroep ziet dat nog niet terug in de praktijk. Onderzoeker Jo Lucassen van het Mulier Instituut vraagt zich af of scholen in de peiling misschien buurtsportcoaches hebben aangemerkt als vakleerkracht.
Een behoorlijk aantal gemeenten heeft in buurtsportcoaches geïnvesteerd
Volgens hem heeft namelijk een behoorlijk aantal gemeenten in hen geïnvesteerd. Buurtsportcoaches hebben de ALO gevolgd en werken ook vaak voor basisscholen, maar worden formeel niet tot de formatie van de school gerekend.
Meer lezen
Diep de resultaten in? Check dan het volledige onderzoek.
Voor een samenvatting door de inspectie, klik hier.