‘Leenstelselmiljoenen naar kleinschaliger onderwijs’
De NOS deed onderzoek naar de leenstelselmiljoenen en concludeert dat universiteiten dit geld vooral willen stoppen in ‘intensiever en kleinschaliger onderwijs’. Daar zijn meer docenten voor nodig. De AOb benadrukt dat onderwijsverbetering alleen lukt met vaste contracten en meer universitaire stafdocenten.
Het afschaffen van de basisbeurs in 2015 moest honderden miljoenen euro’s opleveren voor de verbetering van het hoger onderwijs. Instellingen maakten in zogeheten kwaliteitsplannen duidelijk waar ze hun deel van dat geld aan zouden uitgeven. De NOS op 3 spitte deze plannen door en maakte een uitgebreid online overzicht. De ideeën kunnen per instelling en soms per faculteit worden bekeken. Hoeveel geld er precies wordt uitgegeven, staat er meestal niet bij.
Israëlische dans
Het belangrijkste thema waar hogescholen en universiteiten mee aan de slag willen is ‘intensiever en kleinschaliger onderwijs’. In de praktijk komt dit vaak neer op het aannemen van meer docenten en een betere begeleiding van studenten. Er zijn daarnaast allerlei ideeën op het gebied van studentenwelzijn, flexibel onderwijs en diversiteit. De NOS zette ook wat opmerkelijke voorbeelden op een rij, zoals masterclasses in Israëlische dans of peperdure didactische cursussen voor docenten aan de Amerikaanse topuniversiteit Harvard.
Veel instellingen investeren in hun plannen – die overigens lang voor de coronacrisis zijn ingeleverd – ook in ‘online onderwijs’. Dat omvat meer dan het streamen van colleges: er moeten bijvoorbeeld ook allerlei handige onderwijs-apps komen.
Als deze ‘extra’ investeringen net genoeg zijn om stijgende studentenaantallen te compenseren, is er geen sprake van vooruitgang
Groeiende studentenaantallen
De grote vraag is of er met deze plannen veel van de intensivering van het onderwijs terechtkomt. Een op de vijf onderwijsinstellingen geeft aan dat extra docenten juist hard nodig zijn om de groeiende studentaantallen bij te benen. Maar daar zijn de leenstelselmiljoenen niet voor bedoeld.
Voorzitter van de Landelijke Studentenvakbond Lyle Muns wordt er niet heel vrolijk van. “Studenten hebben hun basisbeurs moeten inleveren”, zegt hij. “Dan mag je op z’n minst verwachten dat de student-docent ratio omhooggaat. Maar als deze ‘extra’ investeringen net genoeg zijn om stijgende studentenaantallen te compenseren, is er dus ook geen sprake van vooruitgang.” Minister Van Engelshoven ziet het anders. “Elke docent erbij verbetert de student-docent ratio en is dus een investering in de kwaliteit van het onderwijs”, zegt ze in gesprek met de NOS. “Als je die investering niet had gedaan, was de ratio verslechterd. Dus het draagt altijd bij.”
Docenten aannemen zonder onderzoekstijd in veelal tijdelijke functies is een bedreiging van de onderwijskwaliteit
Volgens AOb ligt het er vooral aan wie er wordt aangenomen en onder welke voorwaarden. AOb-hoofdbestuurder Marijtje Jongsma: “Docenten aannemen zonder onderzoekstijd in veelal tijdelijke functies is een bedreiging van de onderwijskwaliteit en van de noodzakelijke verwevenheid van onderzoek en onderwijs.” Daarnaast wijst ze op de verhouding tussen het aantal studenten en het aantal universitaire (hoofd)docenten en hoogleraren, de stafleden. “Dit zijn de wetenschappelijke functies waarin zowel les wordt gegeven, als onderzoek wordt verricht. Aan deze functies ontleent ons onderwijs haar wetenschappelijke status. En vooral deze ratio is sinds de invoering van het leenstelsel verslechterd van 26 studenten per staflid in 2015 tot 27 studenten per staflid in 2019.”
Lees ook: 'Voor vaste onderzoeksbanen is meer geld nodig'
Werk je in het wetenschappelijk onderwijs en ben je benieuwd naar de plannen van jouw universiteit, check dan de app van NOS op 3.