Kleinere klas kan lerarenlek dichten
Er moet een wettelijk maximum komen voor het aantal leerlingen in een klas. Dat vindt het leeuwendeel van de AOb-achterban. ‘Als klassen verplicht kleiner worden, wordt de baan aantrekkelijker.’
‘Na twintig schriften, toetsen, oudergesprekken, boekenbeurten, verjaardagen, rapporten, kindverslagjes en groepsoverzichten, ben ik er altijd klaar mee. Met dertig kids in je klas moet je er dan elke keer nog tien... daar knap ik op af.’ Aldus een respondent op de AOb-enquête ‘Onderwijstijd en lestaak, wat vindt het onderwijspersoneel?’ .
Onderwijspersoneel uit het primair en het voortgezet onderwijs geeft massaal aan dat klassenverkleining leidt tot betere lessen en meer werkplezier. Ruim 8500 AOb-leden hebben de vragenlijst ingevuld. In het primair onderwijs vindt 79 procent dat er een wettelijk maximum moet komen voor groepsgrootte, in het voortgezet onderwijs geldt dat voor 84 procent van de respondenten.
Onderwijstijd
Onderwijspersoneel vindt een maximale klassengrootte een veel betere oplossing voor het lerarentekort dan het verminderen van de onderwijstijd. Sleutelen aan onderwijstijd is, naast lesgeven door onbevoegden, één van de opties die het ministerie van Onderwijs (OCW) verkent om het nijpende tekort aan leraren tegen te gaan.
Volgens Tamar van Gelder, voorzitter van de AOb, geeft de beroepsgroep een helder signaal af: “Grote klassen leiden tot een lagere onderwijskwaliteit. Ze zijn ook één van de oorzaken van het lerarenlek: het feit dat veel mensen al snel weer stoppen met het werk voor de klas.”
We zitten met zijn allen in een val
Van Gelder vervolgt: "We zitten met zijn allen in een val. Door het lerarentekort worden de klassen steeds groter. Door de grote klassen is lesgeven soms echt te zwaar en vallen steeds meer mensen uit. Het doel moet zijn kleinere klassen. Daar hadden we eigenlijk twintig jaar geleden mee moeten beginnen. Toen vonden veel mensen het ook al een goed idee, maar is het niet gebeurd. Het is beter voor de leerlingen, beter voor de kwaliteit en beter voor heel Nederland. Nu moet de politiek echt doorpakken. "
En respondenten uit het onderzoek: ‘Ik wil al jaren dat de klassen kleiner worden. Toen ik (…) begon als docent was de gemiddelde klassengrootte 24, inmiddels bij ons op school 30. Dat betekent dat ik echt minder aandacht kan besteden aan de individuele leerling. Dat frustreert mij.’
Een ander schrijft: ‘Met kleinere klassen (heb er nu al jaren 30) zou ik meer positiviteit uit mijn werk halen; meer oog voor álle kinderen en beter sturen op cognitief vlak.’
Overwerken
Uit het brede onderzoek dat de AOb vorige maand uitzette blijkt ook dat leraren structureel overwerken: ze krijgen te weinig tijd voor het lessen voorbereiden en het nakijkwerk en voor overige taken.
Een respondent: ‘Wij hebben ieder jaar groepen van boven de 30 kinderen. Dit is niet te behappen met 1 leerkracht zonder ondersteuning (groep 3!). Ik maak werkdagen van zeker 10 uur en ben dan thuis ook nog bezig voor school. Er zijn veel kinderen die op sociaal-emotioneel vlak extra zorg hebben. Met een ondersteuner kunnen deze kinderen meer aandacht krijgen of even onder begeleiding de klas uit gaan.’
Onderwijspersoneel zou het liefst ook een maximum stellen aan het aantal zorgleerlingen per klas.
Check alle resultaten uit het onderzoek en lees ‘Onderwijspersoneel wil geen collega’s zonder diploma’.
Meer lezen over kleine klassen
Hoe groot klassen in Nederland zijn, blijkt lastig te achterhalen. Gegevens hierover worden niet openbaar gemaakt, zocht het Onderwijsblad uit.
In het najaar van 2020 is de petitie voor kleinere klassen (initiatief van o.a. de AOb) 44.000 keer ondertekend.
Toenmalig AOb-voorzitter Eugenie Stolk legt uit hoe kleinere klassen te rijmen zijn met de al bestaande tekorten aan leraren.