Kamer aarzelt nog over flexibel hoger onderwijs
Snelle en flexibele opleidingen in het hoger onderwijs? Alleen de VVD is ronduit enthousiast over een wetsvoorstel dat hiervoor moet zorgen. Andere partijen zijn welwillend, maar plaatsen toch vraagtekens. Ook de AOb ziet veel haken en ogen bij deze wet.
Waarom zou je alle vakken van een opleiding moeten volgen, als je bepaalde kennis en vaardigheden allang hebt verworven? De afgelopen jaren hebben hogescholen een experiment uitgevoerd met ‘leeruitkomsten’ in het deeltijdonderwijs.
In het experiment mochten studenten in principe zelf weten hoe ze het eindniveau (de ‘leeruitkomsten’) behaalden. Soms waren enkele vakken of practica verplicht, maar verder lagen het tempo en de route niet vast: als ze maar bij het eindpunt kwamen. Minister Dijkgraaf wil nu de mogelijkheid van zulke flexibele deeltijdopleidingen in de wet opnemen.
Vragen
In een schriftelijke vragenronde van de Tweede Kamer toont vooral regeringspartij VVD 'interesse en enthousiasme'. Andere partijen klinken iets koeler. Ze hebben het wetsvoorstel 'met belangstelling' gelezen. Niemand lijkt faliekant tegen, al heeft oppositiepartij SP 'nog enkele zorgen'.
Voltijdopleidingen
In zijn enthousiasme wil de VVD vooral weten waarom de minister niet wat verder gaat. Waarom mogen de hbo-voltijdopleidingen niet op dezelfde manier met leeruitkomsten werken? Het eindniveau van voltijd- en deeltijdopleidingen moet toch hetzelfde zijn?
PvdA, SP en ChristenUnie daarentegen willen juist van de regering horen dat de voltijdopleidingen niet in aanmerking komen voor het werken met leeruitkomsten. 'Studenten van 17 of 18 jaar hebben gewoonlijk nog onvoldoende zicht op wat de opleiding in de praktijk behelst',, stelt bijvoorbeeld de PvdA. Een serieuze baan hebben die jongeren ook niet naast hun studie, dus leren in de beroepspraktijk gaat dan niet.
Gemeenschap
GroenLinks heeft ook aarzelingen. Flexibilisering van het onderwijs kan goed zijn voor omscholing van werkenden, maar wat zijn de effecten op de onderwijsgemeenschap? Dat zou de partij graag onderzoeken voordat het systeem van start gaat.
Flexibilisering van onderwijs kan goed voor omscholing van werkenden, maar wat zijn de effecten op de onderwijsgemeenschap
Gaat de regering bovendien niet te snel? Het experiment was nog niet afgelopen, noteert de ChristenUnie. Het liep tot juni van dit jaar. Het wetsvoorstel is dus gebaseerd op een tussenevaluatie. Waarom zou je geen echte eindevaluatie doen? Daar is ook wel aanleiding toe, want 18 procent van de deelnemers aan het experiment zou het anderen niet aanraden. “Kan de regering reageren op de relatief hoge ontevredenheid onder deelnemende studenten”, vraagt de ChristenUnie.
Het wetsvoorstel is gebaseerd op een tussenevaluatie. Waarom zou je geen echte eindevaluatie doen?
Nog fundamenteler is de kritiek van de SP. De partij is bang dat de opbouw en samenhang van het curriculum in gevaar komen bij flexibele opleidingstrajecten.
Daar komt de vage vaststelling van het eindniveau bij. Want wat is een leeruitkomst? Daar moeten examencommissie van opleidingen zich over gaan buigen en die krijgen dus een “ongelofelijk zware taak”, meent de PvdA, met alle risico’s van dien. Er kunnen grote verschillen ontstaan en is dat wenselijk?
Ook de AOb ziet nog veel haken en ogen aan de wet. In een brief aan de Tweede Kamer schrijft AOb-bestuurder Douwe van der Zweep dat er nog onvoldoende bekend is over de gevolgen voor de onderwijskwaliteit. De AOb is tegen een toepassing van 'leeruitkomsten' bij voltijdopleidingen, juist omdat groepsvorming en de socialiserende functie van het onderwijs belangrijk is voor jonge studenten en ze vaak nog geen idee hebben wat de opleiding of praktijk behelst. Ook kunnen docenten studenten minder goed begeleiden als ze geen vaste leerroute volgen.
Voor duale en deeltijdopleidingen ziet de bond wel kansen, maar op dit moment vooral nog risico's. Het is nog te prematuur, ook omdat er nog geen eindevaluatie is gedaan. En in die eindevaluatie moet ook de mening van de docenten worden meegenomen, zo vindt de AOb.
Universiteiten
Overigens wil de minister zulk flexibel onderwijs in één moeite door ook mogelijk maken in het wetenschappelijk onderwijs, maar daar lijkt geen meerderheid voor. Zelfs de VVD plaatst daar vraagtekens bij. AOb-bestuurder Van der Zweep noemt de toepassing op universiteiten 'voorbarig'.
De universiteiten hebben niet aan het experiment meegedaan, zeggen de partijen. Op zijn minst zou je eerst een nieuw experiment in het wo moet doen voordat je zulke flexibele wo-opleidingen in de wet verankert, vindt het CDA. Ook zijn de leeruitkomsten van beroepsonderwijs en wetenschappelijk onderwijs nogal verschillend. Als het goed is, verweven de universiteiten onderzoek en onderwijs: hoe vang je dat in flexibele routes?
De minister moet nog op de vragen antwoorden. Pas daarna volgt er een plenair debat.
Samen staan we sterk. Word lid van de AOb en praat mee.