Daar sta je dan met je diploma op zak en vol goede moed; voor het eerst zelfstandig voor de klas. Maar een afgeronde opleiding en een dosis enthousiasme zijn helaas geen garantie voor een fijne start. Wat kan je helpen in die eerste paar weken?
Natuurlijk wil je een leuke juf of meester zijn. Daar doe je je best voor. Maar je kunt beter je best doen om consequent te zijn. Als je rechtvaardig en duidelijk bent, gaan leerlingen je vanzelf aardig vinden. Treed op, wees duidelijk. En wil vooral niet te lief zijn.
Als beginnende leraar weet je je soms in de eerste minuten van de les al geen raad. Hoe begin je? Hoe krijg je de leerlingen stil? Hoe wanhopig je ook bent, schreeuw niet! Een betere aanpak is om heel persoonlijk contact te maken. Ga de tafels langs, zeg iets persoonlijks. Laat voelen dat je er bent. En als je dan toch in je wanhoop aan het schreeuwen bent geslagen, pak dan meteen door. Anders ben je de aandacht meteen weer kwijt.
Je hebt in een klas altijd drie groepen leerlingen: de goeien, de grote middengroep en de groep die niet te inspireren is. Als het even tegenzit, word je als docent als het ware naar die laatste groep toe gesleurd. Een klassieke beginnersfout is dan ook om vooral de klieren in de klas aandacht te geven. Bedenk dat negatieve aandacht ook aandacht is. Dus eigenlijk beloon je de klieren dan. Doe dit dus niet; alle leerlingen willen aandacht. En verdienen aandacht.
Het is beter om afspraken samen met de klas te maken dan aan het begin eenzijdig een hele zwik regels vast te stellen. Zorg voor draagvlak. Nog belangrijker is dat regels en afspraken na te leven zijn. Als leerlingen merken dat jij niet optreedt als een afspraak wordt overtreden, dan verlies je je geloofwaardigheid.
Bij geklier is de verleiding groot om je toevlucht te nemen tot straf. Dat kan, maar bouw dit wel op. Je kunt niet heel lang niets doen en dan opeens iemand eruit sturen. Beter is het om een heel scala aan maatregelen te benutten.
Je kunt met een klas in zo’n spiraal komen waarin alleen nog maar geklier en negatieve opmerkingen worden uitgewisseld. Laat je daar niet in meesleuren. Kom uit die spiraal en deel eens een compliment uit. Beloon gewenst gedrag.
Je moet van je lesplanning of schema af kunnen wijken zonder dat je jezelf oplegt er later weer op in te lopen. Daar word je alleen maar onzeker van. Een te strakke lesplanning blokkeert je creativiteit en vrijheid om goed te reageren op wat er in de klas gebeurt. Laat het dus een beetje op je afkomen. Wees flexibel.
Misschien ben je allang blij als je in de buurt aan de slag kunt op een school. Maar onderschat niet hoe belangrijk het is dat je je thuis voelt op een school. Kijk je prettig terug op het sollicitatiegesprek? Staat de inrichting van de school je aan? Hoe was de sfeer? En past de identiteit van de school bij je? Kies een school die bij je past!
Veel beginners hebben de neiging te veel uren te nemen en hebben het gewoon erg druk. Wat er dan bij inschiet, is het analyseren, het terugkijken op je eigen functioneren. Maar dat moet echt, liefst samen met anderen. En blijf niet hangen in ‘het ging wel’. Zoek iemand die je kan helpen in te zoomen op gebeurtenissen die iets zeggen over hoe je het doet in de klas.
Als tips altijd zouden werken, zou niemand meer overspannen raken of een burn-out krijgen. Was het maar zo simpel. Een goede docent word je toch vooral door het opdoen van ervaring, door het leren aanvoelen van situaties, door je eigen sterke kanten te leren kennen. Tips zijn handig, maar niet als waarheden. Praat er liever over. Want in gesprek met een ander kom je erachter wat deze tips voor jou betekenen.