Alle

Interview: de vier olifanten in de Staat van het Onderwijs

De Onderwijsinspectie doet nooit harde politieke uitspraken. Maar het jaarlijkse rapport de Staat van het Onderwijs lijkt - voor de goede lezer - wel vier olifanten te bevatten waar de inspectie met kousenvoeten omheen draait. Ziet inspecteur-generaal Monique Vogelzang ze ook?

Tekst Tekst Rob Voorwinden - redactie het onderwijsblad - - 3 Minuten om te lezen

monique-vogelzang-crop

Beeld: Fred van Diem

De inspectie kraakt harde noten over vernieuwingen in het onderwijs. Van iPad-scholen en cultuurprofielscholen tot technasia: de diversiteit is het onderwijsaanbod is sinds het begin van deze eeuw geëxplodeerd. Terwijl vaak niemand weet wat de vernieuwingen opleveren, en of ze soms alleen bedoeld zijn om leerlingen te trekken.

Olifant 1: Is het niet eens genoeg geweest met al dat nieuwe aanbod?

“Je moet altijd willen blijven vernieuwen, maar je moet wel weten of het ergens iets aan bijdraagt. Wat zijn je doelen? Gelijke kansen? Betere burgerschapsvaardigheden? Een betere aansluiting met de arbeidsmarkt? Dat blijft vaak onduidelijk.
Ook evalueren we te weinig. Werkt die nieuwe aanpak wel? En als het stokt, sturen we dan tussentijds bij? Overal in het land zijn leraren en schoolleiders bezig, iedereen gelooft in de eigen aanpak maar iedereen is ook het eigen wiel uit te vinden. Dat kost heel veel energie, terwijl de werkdruk al zo hoog is. Wel horen we overal dat ‘de leerlingen het leuk vinden’ – maar leuk alleen is niet genoeg.”

Wat willen we eigenlijk met ons onderwijs?

Het onderwijs heeft meer ijkpunten nodig. Er bestaat te weinig consensus over wat leerlingen precies moeten leren en wat we met het onderwijs willen: laaggeletterdheid en laaggecijferdheid voorkomen? Burgerschapsvorming? Persoonsvorming? De eindresultaten van het basisonderwijs zijn bovendien onduidelijk geworden nu er verschillende eindtoetsen op de markt zijn toegelaten.

Olifant 2: Moeten we weer terug naar één centrale eindtoets voor alle basisscholen?

“Het aantal eindtoetsen maakt mij niet uit - zo lang ze maar vergelijkbaar zijn. Daar wordt nu voor gezorgd: minister Slob heeft in februari aan de Tweede Kamer laten weten dat de toetsen van anker-items worden voorzien, zodat de uitslagen onderling kunnen worden vergeleken. We moeten weten waar we staan met ons onderwijs.”

Gelijke kansen van leerlingen bedreigd door het lerarentekort

Scholen slagen er steeds beter in om leerlingen met verschillende achtergronden gelijke kansen te bieden. Dat is het goede nieuws. Het slechte nieuws is dat dit bedreigd wordt door het lerarentekort. Met name op scholen met een ‘uitdagende populatie’ en in de Randstad: die scholen moeten soms vijf keer zoveel motie doen om vacatures te vervullen dan scholen in de rest van het land. De landelijke overheid moet ‘de juiste randvoorwaarden creëren’ om dit probleem op te lossen.

Olifant 3: Is het tijd om een bonus in te stellen voor leraren die lesgeven op achterstandsscholen?

“Er moet over nagedacht worden hoe we het lesgeven daar aantrekkelijker kunnen maken. Ik zie dat grote steden daar zelf al mee bezig zijn, bijvoorbeeld door het bieden van woonruimte en parkeerplaatsen. Je kunt ook denken aan salarissen, maar het is de vraag waar scholen behoefte aan hebben. Vaak is extra ondersteuning ook heel welkom.”

Leraren komen tijdens hun loopbaan op salarisachterstand

Over de Randstad gesproken: de startsalarissen voor leraren lopen volgens de inspectie aardig in de pas bij de startsalarissen in andere sectoren, maar leraren komen in de loop van hun loopbaan op achterstand. Met name in de Randstad, waar de kosten van levensonderhoud hoger zijn. Verder blijkt volgens de inspectie dat leerlingen hogere examencijfers halen bij leraren die meer verdienen. En ook is in Nederland, in tegenstelling tot veel van de ons omringende landen, professionalisering van de leraar niet gekoppeld aan extra vergoedingen of salarisgroei.

Olifant 4: Moeten de lerarensalarissen niet gewoon omhoog?

“Daar ga ik niet over. Het onderwijs heeft kwaliteit nodig, en daarvoor is het belangrijk dat leraren hun professionaliteit op orde houden. Het valt ons op dat dit laatste in Nederland geen gevolgen heeft voor het loongebouw. Dat geven we mee als overdenking.”