Inflatie, werkdruk en taakbeleid speerpunten bij inzet cao-vo
Aanpakken van de werkdruk en het verhogen van de lonen vanwege de inflatie: dat zijn voor AOb-leden de speerpunten in de onderhandelingen voor de cao voortgezet onderwijs.
In de supermarkt en aan de benzinepomp is het al maanden te merken: de inflatie is hoog. “We horen al een hele tijd dat huidige inflatie een tijdelijk verschijnsel zou zijn”, zegt AOb-bestuurder Jelmer Evers. “Maar het lijkt toch een redelijk langdurige zaak te worden. De kosten voor levensonderhoud blijven stijgen, en het wordt hoog tijd dat de lonen gaan meestijgen. Ook in het voortgezet onderwijs.”
Ik voorspel dat een te kleine loonruimte al snel een breekpunt zal gaan vormen in de cao-onderhandelingen
Een substantiële verhoging van de lonen wordt dan ook een van de speerpunten bij de onderhandelingen voor de cao voor het voortgezet onderwijs. “Het is nog onbekend welke loonruimte er vanuit de overheid beschikbaar komt”, zegt Evers. “Daar komt in maart meer duidelijkheid over. Maar ik voorspel dat een te kleine loonruimte al snel een breekpunt zal gaan vormen in de cao-onderhandelingen.”
Werkdruk
Het tweede belangrijke punt in de cao-onderhandelingen wordt het aanpakken van de werkdruk en het taakbeleid, zo blijkt uit een recente peiling onder het onderwijspersoneel van de gezamenlijke bonden. In totaal reageerden bijna achtduizend mensen, van wie van meer dan de helft lid is van de AOb.
Klassengrootte
“Uit de peiling blijkt duidelijk de wens om drie structurele oorzaken van werkdruk aan te pakken: klassengrootte, het aantal lessen en de hoeveelheid taken”, zegt Evers. “Klassengrootte is iets dat we slechts beperkt met de werkgevers in de cao kunnen regelen. We willen wel een begin maken, maar voor een behoorlijke verkleining van de klassen is echt een deltaplan vanuit de overheid nodig. Daarover moeten we met minister Wiersma in gesprek.”
Taakbeleid
De discussie bij de cao-onderhandelingen zal zich daarom toespitsen op de lestijd, meer ruimte voor individuele ontwikkeling en het aantal taken. Kortom: het taakbeleid.
De werkgevers willen het taakbeleid graag volledig overlaten aan de teams, maar daar zijn de AOb-leden geen voorstander van. “In het voortgezet onderwijs zijn de teams vaak groot, met verschillende vakgroepen en jaarlagen’, zegt Evers. “Als die grote teams het taakbeleid zelf onderling moeten regelen, raken er al snel personen of groepen ondergesneeuwd.”
Op papier klopt het taakbeleid, maar er is geen relatie met de daadwerkelijke tijd die je aan de taken kwijt bent
AOb-leden geven in de enquête ook aan dat er op te veel scholen vaak geen sprake is van een ‘professionele overlegcultuur’. Evers: “Het ontbreekt nog te vaak aan een veilig klimaat voor dit soort onderhandelingen op de scholen zelf. Daarom zijn er kaders en procedure-afspraken nodig waarop iedereen een beroep kan doen.”
Wat die kaders betreft zijn er twee mogelijkheden. Een deel van de docenten geeft aan dat deze gewoon in de cao moeten worden vastgelegd. De verlaging van de lestaak wordt daarbij veel genoemd. Een meerderheid is echter voorstander van een soort menu-systeem waaruit keuzes kunnen worden gemaakt.
Keuzemenu
“Er komen dan een aantal opties waaruit teams kunnen kiezen”, zegt Evers. “Bijvoorbeeld vermindering van de lestaak, verhoging van de opslagfactor, meer ontwikkeltijd, meer vrije ruimte of een beperkte verkleining van de klassen.”
De overgrote meerderheid van de docenten wil in elk geval worden betrokken bij de discussie over het taakbeleid op school. Evers: “Een enorme meerderheid van de leden geeft aan dat het taakbeleid op dit moment een papieren werkelijkheid is. Op papier zijn de jaartaken kloppend, maar er is geen relatie met de daadwerkelijke tijd die je aan die taken kwijt bent. Dat moet echt anders.”
Stilzwijgend
De huidige cao is stilzwijgend verlengd zodat het personeel onder de cao blijft vallen. Evers hoopt wel vóór half maart tot een onderhandelaarsresultaat te komen. “Vanaf april en mei wordt het nieuwe schooljaar ingericht, met formatie en taken. De afspraken in een nieuw af te sluiten cao moeten dus vóór die tijd duidelijk zijn om nog effect te hebben voor het nieuwe schooljaar. Maar of wij tot een cao-akkoord kunnen komen zal mede afhangen van de loonruimte, de inflatie en de plannen van het kabinet.”