Hulplijn ventilatie staat roodgloeiend
De hulplijn ventilatie, opgezet door het ministerie, staat roodgloeiend. Al meer dan tweehonderd scholen uit het primair en voortgezet onderwijs willen dat een expert meekijkt om de ventilatie te verbeteren.
Beeld: Typetank
Dat zei onderwijsminister Dennis Wiersma (VVD) dinsdag tijdens het vragenuurtje in de Tweede Kamer. Kenniscentrum Ruimte-OK, ooit opgezet door de PO-raad, VO-raad en de Vereniging Nederlandse Gemeenten, doet de dagelijkse afhandeling van vragen. "Mijn indruk is dus dat scholen dat loket in ieder geval kunnen vinden", aldus Wiersma in de Kamer. "Daar ben ik blij mee, want dan is de hulp ook nabij."
Bezoek
Expert huisvesting bij Ruimte-OK, Jeroen Paas, meldt dat het nu gaat om meer dan tweehonderd scholen en dat er met honderdvijftig locaties concrete afspraken zijn ingepland. Het aantal zal nog oplopen. Scholen die een afspraak hebben, krijgen bezoek van een expert van Ruimte-OK. “We maken een rondgang door de school, hebben een gesprek met de directeur en preventiemedewerker en geven altijd instructie aan het team zodat ze waar mogelijk beter kunnen ventileren en laten zien waar ze op kunnen letten.”
Het kenniscentrum verricht geen metingen. “Wel geven we advies hoe je metingen kan doen -het liefst periodiek- zodat scholen ermee aan de slag kunnen.” Als een gebouw niet meer voldoet aan het Bouwbesluit, dan zal een expert zeggen dat ze er direct werk van moeten maken. “Maar, dit is bij weinig scholen het geval”, zegt Paas. Het lastige is soms wel dat scholen voldoen aan een Bouwbesluit, maar niet goed genoeg aan de Arbo-norm. “Dan signaleren we dit en geven advies wat ze op korte termijn kunnen doen, bijvoorbeeld gebruikmaken van de Suvis-regeling.” Het kenniscentrum ondersteunt ook bestuurders op strategisch niveau als ze met gemeenten in gesprek moeten.
Vragen
Naast hulpaanvragen van besturen, zijn er tot nu toe ook docenten die het meldpunt weten te vinden. “We krijgen veel vragen over CO2-meters binnen op dit moment en vragen als: wanneer ventileer ik goed en hoe doe ik dat zonder dat het te koud wordt”, zegt de expert. De meters helpen onderwijspersoneel om te zien hoe het gaat met de ventilatie. Paas: “Het is echt een hulpmiddel en geeft een indicatie. Bij 1000 ppm*Wil je meer weten over de richtlijnen. Download de folder van de AOb voor het funderend onderwijs of het mbo en hoger onderwijs. (parts per million) is het goed. Zit het tussen 1000-1400, dan zit je in de gele zone en kun je het soms nog met eenvoudige maatregelen naar beneden krijgen. Alles boven de 1400 ppm is volgens de GGD echt te hoog.”
Hoofdpijn
Voor het mbo en hoger onderwijs heeft de AOb deze week zelf een meldpunt opgericht. Daar zijn nu vier meldingen binnengekomen, allemaal uit het mbo. Zo meldt een medewerker van een roc in het westen van het land dat de ventilatie zeer slecht is, het is vaak te warm. ‘Afgelopen maandag heb ik de locatie met hoofdpijn verlaten’, schrijft de medewerker.
Een andere medewerker van een mbo-instelling in Brabant meldt dat personeel geen CO2-meters in de lokalen mag ophangen en dat er zorgen zijn over de houding van het bestuur. ‘We krijgen standaard te horen dat de ventilatie op orde is, dat de roosters worden schoongemaakt, maar hebben nooit een rapport over metingen van de luchtkwaliteit mogen inzien.’ Dezelfde bestuurlijke houding: ‘de ventilatie is op orde en daarmee is de kous is af’, ziet een medewerker van weer een andere mbo-instelling. ‘Studenten en docenten hebben hoofdpijnklachten en zijn vermoeid. Er wordt gezegd dat we een deur moeten opzetten, maar er is teveel herrie op de gangen.’
Werk je in het mbo of hoger onderwijs en heb je een klacht over de ventilatie? Meld het de AOb. Wil je meer informatie over ventileren? Bekijk dan eens de folders van de AOb voor het funderend onderwijs of voor het mbo en hoger onderwijs
