Hoe rechtmatig zijn de bezuinigingen op het hoger onderwijs, wil de Eerste Kamer weten
Terwijl de Eerste Kamer zich buigt over de voorgenomen kabinetsbezuinigingen op de onderwijsbegroting, ervaren medewerkers in het hoger onderwijs nu al de ingrijpende gevolgen: onderzoeksprojecten belanden in de ijskast, banen staan op de tocht.

Senatoren spraken gistermiddag met deskundigen over de voorgenomen kabinetsbezuinigingen op onderwijs. Beeld Eerste Kamer livestream
“Er is hele grote onrust ontstaan en die onrust is terecht”, duidde AOb-bestuurder Douwe van der Zweep gisteren in de Eerste Kamer tijdens een expertbijeenkomst over de rechtmatigheid en uitvoerbaarheid van de bezuinigingen op het hoger onderwijs. Uit het hele land komen berichten over instellingen die de broekriem aanhalen en banen schrappen. Het zijn de tastbare gevolgen van dreigende bezuinigingen.
Zo haalt het kabinet jaarlijks 175 miljoen euro weg bij de startersbeurzen, een bezuiniging die al ingeboekt staat met ingang van dit jaar. Dat raakt niet alleen toekomstige onderzoeken, ook lopende projecten belanden wegens gebrek aan vervolgfinanciering in de ijskast. “De minister heeft gezegd dat deze bezuinigingen voor lopende trajecten geen consequenties zouden hebben, maar wij zien toch echt een andere werkelijkheid”, aldus Van der Zweep.
Van der Zweep gaf het voorbeeld van een universitair docent aan de Universiteit Twente. “Ze kreeg een baan aangeboden in Twente, is daarvoor verhuisd, heeft een ud-functie gekregen met een onderzoekstaak. Ze was vergaand in gesprek met een promovendus, maar dat staat nu allemaal on hold. Haar baan is niet de baan die ze aangeboden heeft gekregen, dat zorgt voor grote onzekerheid.” De medewerker zou op papier kunnen aankloppen bij NWO, de organisatie die onderzoeksbeurzen verstrekt. “Maar daar wordt door het kabinet ook heel hard op bezuinigd. Daardoor worden de competitie en aanvraagdruk nog veel groter, terwijl die juist omlaag zouden moeten.”
Haar baan is niet de baan die ze aangeboden heeft gekregen, dat zorgt voor grote onzekerheid
Het vorige kabinet sloot in 2022 nog een bestuursakkoord voor tien jaar met hogescholen en universiteiten over structurele investeringen, een inhaalslag na jaren van achtergebleven financiering. “Dit kabinet heeft met één pennestreek een einde gemaakt aan een broodnodige reparatie van jarenlange onderbekostiging voor universiteiten”, aldus voorzitter Caspar van den Berg van Universiteiten van Nederland. “We hebben in 2022 in goed vertrouwen een bestuursakkoord voor tien jaar met de staat getekend. Op basis van die afspraken hebben we talent aan ons kunnen binden. Dat wordt amper twee jaar later volledig onderuitgehaald zonder enige vorm van overleg. Niet met een overgangsperiode, maar direct per 1 januari 2025.”
Juridische resultaten
Sinds de coalitie in de Tweede Kamer met oppositiepartijen CDA, ChristenUnie, SGP en JA21 eind vorig jaar een politieke deal sloot over de onderwijsbezuinigingen, ligt de OCW-begroting op het bordje van de Eerste Kamer. De begroting bevat nog altijd ruim 1,1 miljard aan onderwijsbezuinigingen, waarvan zo'n half miljard op het hoger onderwijs. Om de rechtmatigheid en uitvoerbaarheid van de plannen beter te kunnen wegen, ruimden de senatoren dinsdagmiddag anderhalf uur in voor een deskundigenbijeenkomst met de AOb, Vereniging Hogescholen, Universiteiten van Nederland, Beter Onderwijs Nederland en hoogleraar bestuursrecht Raymond Schlössels, verbonden aan de Universiteit Maastricht.
De senatoren beperkten zich tot het stellen van vragen, onder meer over de mogelijkheden om bezuinigingen op te vangen. "De kans dat u dit toch moet slikken is er ook gewoon, daar moeten we eerlijk over zijn. Wat kan er dan nog wel gebeuren met een efficiëntieslag?", wilde Karin van Bijsterveld (JA21) weten. Veel senatoren richtten zich tot hoogleraar Schlössels voor een juridische duiding. Eerste Kamerlid Daan Roovers (GroenLinks-PvdA): "U geeft aan: als een nieuw kabinet zou willen terugkomen op het bestuursakkoord, zal het juridisch aanlopen tegen het vertrouwensbeginsel. Kunt u dat toelichten?"
Volgens Schlössels zouden instellingen best een zaak kunnen hebben als ze naar de rechter zouden stappen, met name bij de financiële toezeggingen in het bestuursakkoord. “Mijn conclusie is dat over de financiering behoorlijk gedetailleerde afspraken in die akkoorden staan, ook in meerjarenperspectief. Ik zie hier duidelijk aanknopingspunten om een juridische procedure op te zetten.” Hij verwees nadrukkelijk naar de starters- en stimuleringsbeurzen. “Dat zijn nu typisch van die financiële stromen waarbij je tot hele concrete juridische resultaten kunt komen. Je ziet daarvan op de werkvloer wat de concrete gevolgen zijn.”
Ik zie hier duidelijk aanknopingspunten om een juridische procedure op te zetten
De overheid heeft met het bestuursakkoord “gerechtvaardigd vertrouwen” gewekt, aldus de hoogleraar. “Er is door instellingen voortgebouwd op dat vertrouwen. Er zijn investeringen gedaan, nieuwe onderzoekslijnen uitgezet, er is personeel geworven en in opleiding genomen, promovendi zijn aan projecten begonnen. Er was zeker een langetermijnperspectief.” Door de politieke koerswijziging - de bezuinigingsplannen van het kabinet-Schoof - ontstaat er “concrete schade” bij instellingen.
Daarbij speelt mee dat sommige bezuinigingen direct ingaan, zoals op de startersbeurzen. “Je kan zeggen: aan bezuiniging ontkomen we niet, maar in bepaalde situatie zou je dan wel een overgangsregeling moeten creëren. Ik zou willen zeggen: als er al bezuinigd wordt, ga dan zorgvuldig om met het afbouwen.” Schlössels wees op een recente uitspraak van de Amsterdamse rechtbank. Die tikte vorige maand minister Faber van Asiel en Migratie op de vingers nadat ze de subsidie voor Stichting Vluchtelingenwerk besloot te verlagen. Volgens de rechter had Vluchtelingenwerk meer tijd moeten krijgen om zich op de nieuwe situatie voor te bereiden. “De rechter heeft gezegd: dit is onrechtmatig. Deze casus toont op punten een belangrijke verwantschap.”
Politieke deal op zoek naar financiële dekking
Onderwijsminister Eppo Bruins verdedigde vorig najaar in de Tweede Kamer stoïcijns zijn oude OCW-begroting met twee miljard euro aan structurele bezuinigingen, terwijl de coalitie wist dat die geen meerderheid zou krijgen in de Eerste Kamer. Na wekenlange onderhandelingen tekenden oppositiepartijen CDA, ChristenUnie, SGP en JA21 op de valreep voor een akkoord waarmee 748 miljoen aan onderwijsbezuinigingen van tafel ging. Sommige bezuinigingen, zoals de langstudeerboete, verdwenen helemaal in de prullenbak, sommige andere werden afgezwakt. De dekking voor het politieke compromis vonden de partijen deels door anderen bezuinigingen in de OCW-begroting op te schroeven. Zo wordt er 50 miljoen extra weggehaald bij de publieke omroep. Ook wordt er 22 miljoen extra bezuinigd op het departement OCW. Ruim 300 miljoen vissen de partijen uit de begroting van volksgezondheid (VWS). Daarvan wilden ze 165 miljoen weghalen uit de scholings-pot voor medisch specialistisch zorgpersoneel, waaronder verpleegkundigen. Nadat ze daar later spijt van kregen, vroegen ze zorgminister Fleur Agema per motie om een alternatieve bezuiniging in haar begroting te zoeken. Die is nog niet gevonden. Omdat de begrotingen van OCW en VWS nu met elkaar verbonden zijn, wil de Eerste Kamer op dezelfde dag over beide stemmen. Waarschijnlijk zullen deze begrotingen op 11 maart plenair behandeld worden.
Overhaaste ingrepen
Veel vraagtekens werden tijdens de bijeenkomst ook geplaatst bij het nog te behandelen Wetsvoorstel Internationalisering in Balans (WIB) en het terugdringen van het aantal internationale studenten. Het kabinet rekent op een besparing die oploopt naar 168 miljoen euro per jaar, maar welke instellingen die pijn het hardst zullen voelen is voorlopig nog onduidelijk. Bovendien wijzen de meeste sprekers op een gapende discrepantie: al vanaf 2026 staan de eerste bezuinigingen ingeboekt, terwijl financiële effecten van de nieuwe wet op z’n vroegst pas vanaf 2029 optreden. De maatregelen komen bovenop een aanzienlijke terugloop van het aantal studenten, een demografische krimp die het hbo de komende jaren boven het hoofd hangt.
“Dit is het uitlokken van overhaaste ingrepen door instellingen", aldus AOb-bestuurder Van der Zweep. "Elke instelling bereidt zich nu voor op het ergste. Dat leidt er op de werkvloer toe dat er harder gesneden wordt dan waarschijnlijk nodig is. We zijn met drie man fulltime in het hbo en drie man fulltime in het wo bezig met het voeren van overleggen over reorganisaties, krimp, etcetera. Het is totaal niet duidelijk waar de bezuinigingen gaan landen, niet in welke sector, welke instellingen, laat staan bij welke opleidingen. Je kan een sector niet zo in onzekerheid laten zitten.” En met een verwijzing naar zijn buurman Schlössels: “Er is net een juridische duiding gegeven…nou, ik vind het een wanboel.”
Estafettestaking

Onderwijsorganisaties demonstreren afgelopen november in de Tweede Kamer tegen de bezuinigingen in het hoger onderwijs.
Docenten, onderzoekers en andere medewerkers in het hoger onderwijs gaan via een estafettestaking het werk neerleggen uit protest tegen de bezuinigingen van het kabinet. De Universiteit Leiden (10 maart), Universiteit Utrecht (11 maart), Radboud Universiteit Nijmegen (13 maart) en de Universiteit van Amsterdam (17 maart) hebben hun deelname aangekondigd. Meer informatie op de actiepagina.