Hoe krijgen we studenten weer naar de les?
Bezuinigingen, tijdelijke contracten die niet verlengd worden, vacaturestops. Het hbo kampt met demografische krimp die wordt versterkt door een hoge studie-uitval. Studenten haken steeds vaker pas in het tweede of derde jaar af. Wat is er aan de hand met huidige generatie studenten?
“Hé, waar is iedereen?”, denkt Rutger Kappe regelmatig als hij de hogeschool binnenkomt. “Op dinsdag en donderdag is het overvol, maar op andere dagen kom je steeds minder studenten en collega’s tegen. Niemand om een praatje mee te maken, afspraken gaan steeds vaker online.” Het wordt stiller op de campus, merkt de lector studiesucces. En niet alleen bij Hogeschool Inholland waar hij onderzoek doet naar studentenwelzijn, sociale en academische binding en studieuitval. “Universiteiten en hogescholen hebben voor corona al eens onderzoek gedaan naar de gebouwenbezetting en toen zag je de aanwezigheid tijdens het collegejaar langzaam dalen. Frustrerend voor docenten, want aan het eind van het jaar sta je voor een halve of kwart klas.”
De aanwezigheid is er sinds corona niet beter op geworden. “Hogescholen zijn steeds meer forenseninstellingen geworden”, constateert Kappe. “Studenten blijven thuis wonen omdat ze geen betaalbare kamer kunnen vinden en komen niet meer voor anderhalf uur les naar de campus. Staf en docenten werken het liefst de helft van de tijd vanuit huis.” En dat is fataal voor het studiesucces, weet de onderzoeker. “Gebrekkige aanwezigheid leidt tot minder studiepunten halen en meer uitval.”
Dit artikel stond in het Onderwijsblad. Wil jij het blad ontvangen? Word lid!
Dat is precies waar het hbo mee kampt. De uitval in het eerste jaar daalde in coronatijd spectaculair omdat het bindend studieadvies werd uitgesteld. “Niet zo gek, je stuurt studenten niet meer weg”, constateert Kappe. “Maar een jaar later zagen we dat de uitval in het tweede jaar enorm steeg en vervolgens vallen er ook meer studenten in jaar 3 uit.” Inmiddels is de uitval in het eerste jaar weer op pre-coronaniveau, maar ook de uitval van ouderejaars blijft toenemen. Dat blijkt uit de vijfde voortgangsreportage van het Nationaal Programma Onderwijs (NPO) die in november verscheen en waarin ook de cijfers voor 2023 zijn meegenomen. Kappe, die het gezamenlijke onderzoek van de Randstad-hogescholen naar studieuitval coördineert, herkent de trend. “Ook in ons onderzoek zien we een toenemende uitval in de hogere leerjaren. Die uitval is nu hoger dan voor corona.”
Die extra uitval komt bovenop de demografische krimp die bij hogescholen in de grensregio al langer voor dalende studentaantallen zorgt. De ‘corona-enveloppes’ met miljoenen euro’s die hogescholen uit de NPO-pot van 8,5 miljard euro ontvingen, versluierden de financiële consequenties de afgelopen jaren. Maar nu het NPO-programma is afgelopen, worden de gevolgen van deze dubbele krimp zichtbaar: bezuinigingen, tijdelijke contracten die niet verlengd worden, vacaturestops. En dat is schrikken voor de huidige hogeschoolbevolking die alleen maar groei gewend is.
Bij Saxion (met vestigingen in Enschede, Deventer en Apeldoorn) is de instroom sinds 2018 met 5 procent gedaald. Bovendien neemt de uitval flink toe, weet Coen de Heer, vicevoorzitter van de centrale medezeggenschapsraad. “In het eerste jaar valt 12 procent uit en in de bachelorfase nog eens 10 procent.” De hogeschool moet dit jaar 13 miljoen euro bezuinigen en dat loopt op naar 18 miljoen in 2025. Dat betekent dat tijdelijke contracten niet verlengd kunnen worden en dat leidt hier en daar tot verbazing en ongeloof.
Aanstelling niet verlengd
In december startten studenten van de opleiding Facility Management een petitie om te voorkomen dat Annouk van der Lely zou moeten vertrekken. Zij is volgens haar studenten een ontzettend betrokken en benaderbare docent die oprechte interesse toont. “Hartverwarmend”, vindt Van der Lely de actie. Zij kwam twee jaar geleden als trainee in dienst bij Saxion en coördineerde de studiecoaching en NPO-projecten op het gebied van studentenwelzijn. Bij haar academie nam ze het initiatief voor een huiskamerproject dat nu Saxion-breed wordt uitgerold.
“De huiskamer is een veilige plek waar studenten na de lessen even kunnen blijven hangen, andere studenten kunnen ontmoeten en lol kunnen maken. Maar de huiskamer is ook bedoeld om de drempel naar hulpverleners te verlagen die studenten kunnen helpen met problemen die hun studiesucces negatief beïnvloeden. Dat kunnen psychische problemen, maar ook geldzorgen zijn”, vertelt Van der Lely. “Twee keer in de week is er een studievaardigheidscoach aanwezig die de stap naar decanen en psychologen kan verkleinen.”
Twee keer in de week is er een studievaardigheidscoach aanwezig die de stap naar decanen en psychologen kan verkleinen
Na afloop van haar traineeship is haar aanstelling met een half jaar verlengd en werd ze docent. “Er is toen niet beloofd dat ik daarna een vaste aanstelling zou krijgen, maar ik hoopte er wel op omdat ik projecten heb gedaan die belangrijk zijn om het studiesucces te vergroten.” De 150 handtekeningen die haar studenten verzamelden, mochten niet baten. “Er kon maar één tijdelijk contract worden omgezet in een vaste aanstelling. Ik ben het niet geworden.” Op 1 februari liep haar contract af. Hoewel zij al een nieuwe ‘maatschappelijk relevante’ baan heeft, vindt ze het toch zonde. “Ik had na twee jaar een goede band met studenten opgebouwd.”
Uitval van ouderejaars
Hogescholen in de Randstad blijven tot nu toe gevrijwaard van de demografische krimp, maar hebben wel last van de uitval van ouderejaars. Bij de Hogeschool van Amsterdam is de instroom stabiel, maar door de toegenomen uitval in de hogere leerjaren, krimpt de studentenpopulatie. Dit studiejaar kwamen ruim 2000 ouderejaars niet terug naar de hogeschool en dat kost op termijn banen. “Als er minder studenten zijn, is er minder werk voor docenten”, constateert Gerlof Donga, lid van de centrale medezeggenschapsraad en sectorbestuurder bij de AOb. De late uitval heeft te maken met de naweeën van de coronapandemie, denkt hij. “Studenten hebben in die tijd een achterstand opgelopen en haken nu af. Maar de raad heeft wel om een nadere analyse gevraagd die antwoord geeft op de vraag of we te maken hebben met een structureler uitvalprobleem.”
(Het artikel gaat verder onder de illustratie)
Bij de Hogeschool Rotterdam groeit de instroom licht, maar neemt de uitval in het tweede en derde jaar toe. “Door het vervallen van het bindend studieadvies in de coronaperiode zijn er meer studenten met een studieachterstand doorgestroomd. We zien nu dat een deel daarvan in het tweede en derde jaar uitvalt”, legt bestuurslid Wijnand van den Brink uit. Daardoor zijn er dit studiejaar 500 studenten minder dan verwacht. “We hadden erop gerekend dat de uitval bij ouderejaars weer op het niveau van voor corona zou komen. Maar dat is dus niet het geval. Om te spreken van een trend, heb je langere tijdreeksen nodig, maar onze cijferanalisten zeggen dat het wel op een trendbreuk lijkt.”
Minder studenten, betekent dat er minder overheidssubsidie binnenkomt. “Wij moeten onze uitgaven daaraan aanpassen”, aldus Van den Brink. De Hogeschool bezuinigt zoveel mogelijk op uitgaven die geen directe gevolgen hebben voor de onderwijsuitvoering. “Zo hebben we besloten om niet alle onderwijsgebouwen meer tot tien uur ’s avonds open te houden. Verdeeld over de stad zijn er nu nog vier gebouwen waar studenten tot tien uur terechtkunnen. Dat scheelt enorm in de energiekosten.” Maar als de krimp doorzet, is er ook in Rotterdam niet aan bezuinigen op docerend personeel te ontkomen.
Mentale kwetsbaarheid
Wat is er aan de hand met de huidige generatie studenten? Het zijn naweeën van de coronaperiode, luidt de meest gehoorde verklaring. “Dat speelt zeker een rol”, stelt Rutger Kappe. “In de coronatijd zag je depressieve gevoelens, eenzaamheid en stress toenemen. Dat verbetert nu langzaam, maar het mentale welzijn is nog niet terug op het niveau van voor corona, terwijl het toen al niet best was”, stelt de onderzoeker. “Uit de literatuur weten we dat jongeren die in hun adolescentie een knauw hebben gehad, psychisch kwetsbaarder blijven. Als er iets tegen zit leidt dat al snel tot dalende motivatie, uitstellen en opgeven.”
Ook de verbondenheid van studenten met de studie is gedaald tijdens corona, zowel de sociale binding met medestudenten als de academische binding met het instituut, de staf en de docenten. Die binding is cruciaal, blijkt uit Kappe’s onderzoek. Vooral met docenten. “Als de docentbetrokkenheid goed is, vertonen studenten minder burn-out gerelateerde klachten en depressieve symptomen, halen ze hogere cijfers, hebben ze meer het gevoel thuis te zijn, participeren ze meer in school en zijn ze enthousiaster over hun studie.”
Studenten vinden het heel belangrijk dat een docent ze bij naam kent, interesse toont. Dat is zeker bij grote opleidingen niet makkelijk
“Studenten vinden het heel belangrijk dat een docent ze bij naam kent, interesse toont. Dat is zeker bij grote opleidingen niet makkelijk”, weet Kappe. “Maar zoiets simpels als zorgen dat je als eerste aanwezig bent in een lokaal om studenten te begroeten, geeft studenten al het gevoel dat je oprecht geïnteresseerd bent. Dat leidt tot meer binding. Even beschikbaar zijn na de les zodat studenten je bij het koffieapparaat kunnen aanspreken, helpt ook.”
Maar dan moeten studenten uiteraard wel naar de hogeschool komen en dat is niet meer vanzelfsprekend. “Door het online/hybride onderwijs hebben studenten ervaren dat kennisoverdracht prima online kan. Naar de hogeschool komen is een keus geworden.”
Basisbehoefte
Om uit die negatieve spiraal te komen moeten hogescholen inzetten op het versterken van de academische en sociale binding, adviseert de lector studiesucces. “Een les moet nuttig en betekenisvol zijn en het moet gezellig zijn omdat je je docenten en medestudenten spreekt. Studenten komen naar school voor de sociale interactie, ze willen ergens thuishoren, het gevoel hebben dat ze ertoe doen. Gezien en gehoord worden, dat is echt een basisbehoefte.”
“We zijn in het hbo bezig met het ontwikkelen van nieuwe onderwijsconcepten en innovatie, met allerlei interventies die het welzijn moeten verbeteren, terwijl we eigenlijk moeten focussen op de verbinding met de studenten. We moeten studenten redenen geven om naar de hogeschool te komen.” Welke dat zijn, weten studenten volgens de lector zelf het beste. “Betrek studenten bij curriculumontwikkeling, bij het aanpassen van je lessen of de introductie van nieuwe toetsvormen. Ze kunnen je zo vertellen hoe zo’n vernieuwing in de praktijk uitpakt. Het studentperspectief is een unieke expertise. Dat zijn we de laatste jaren uit het oog verloren door over studenten te praten en niet meer met ze.”