Alle

Hoe de strijd tegen uitzendbureaus zich langzaam ontvouwt

Commerciële uitzendbureaus die flexwerkers bij scholen plaatsen, zijn voor het primair en voortgezet onderwijs een doorn in het oog. Vooral in financieel opzicht. Scholen bedenken manieren om de bureaus te omzeilen.

Tekst Lisanne van Sadelhoff - het onderwijsblad - - 7 Minuten om te lezen

puzzelstukjes

Het feit dat hij er als schoolbestuurder geen invloed op heeft. Dat zit Frans van Pinxteren, bestuursvoorzitter van het Petrus Canisius College in Alkmaar nog het meest dwars als je hem vraagt naar de inzet van flexwerkers in het onderwijs. “Het gaat allemaal via commerciële bureaus, buiten ons om. En wij als scholen hebben niets te zeggen over de arbeidsvoorwaarden of de lonen waar deze invaldocenten voor komen werken.” En dat terwijl Van Pinxteren en zijn collega-bestuurders wel verantwoordelijk zijn voor de hoogte van de personeelskosten. “Het voelde niet goed.”

Daarom besloot Van Pinxteren het op tafel te leggen tijdens een overleg van de Topgroep, een samenwerkingsverband van vo-onderwijsbestuurders in Noord-Holland Noord, van Texel tot Beverwijk en van Enkhuizen tot Schagen. Ook andere bestuurders zagen het probleem. ‘Door die commerciële partijen zijn wij regelmatig 50 procent meer kwijt dan we voor lerarensalarissen vergoed krijgen’, zo lieten zij optekenen in het Noordhollands Dagblad.

De scholen trekken onderling al wel bij elkaar aan de bel als er een docent is die tijdelijk niet kan werken

De Topgroep-scholen pakten het probleem op. Het gezamenlijke doel: de woekerprijzen voor ingehuurde docenten een halt toeroepen. “We willen samen een soort vervangingspool opstarten”, legt Van Pinxteren uit. Die is nog in de opstartfase, maar de scholen trekken onderling al wel bij elkaar aan de bel als er een docent is die tijdelijk niet kan werken. “Als er een ziekmelding komt, dan is onze eerste gedachte nu: Hoe kunnen we dit intern oplossen?”
Zo kijken ze naar eigen oud-docenten die bij vertrek aangaven dat ze nog wel voor invalklussen openstaan en de scholen vragen het ook onderling aan elkaar. “Het kan zijn dat er op een school een natuurkundedocent is die parttime werkt, en best wel twee dagen meer wil werken. Als er dan op een andere school een gat is, vul je dat zo op.” Het werkt ook andersom: kampt een school met leegloop? Dan wordt er binnen het samenwerkingsverband gekeken of er ook een school is met een lerarentekort.

Daarnaast werken de scholen met de afspraak dat bij het aantrekken van (inval)docenten geen hogere lonen geboden worden dan zoals in de cao vastgelegd. Nee: ook niet bij de tekortvakken (denk: wiskunde, natuurkunde, scheikunde). Het Noordhollands Dagblad sprak van een ‘herenakkoord’ en een ‘plafondtarief’. “Dat klinkt heel streng”, zegt Van Pinxteren. “Het is niet zo dat we een strijd aangaan met de commerciële bureaus: we zijn ook gewoon met ze in gesprek om te kijken hoe we invloed kunnen uitoefenen op de tarieven en de voorwaarden die de bureaus hanteren.”

Voorloper

“Als vakbond ondersteunen we dit soort niet-commerciële initiatieven”, vertelt Anissa Khattabi, AOb-beleidsadviseur sociale zekerheid. Sterker nog: Khattabi zou graag zien dat het meer gebeurt, want die woekerprijzen en die uitzendbureaus: dat is een probleem.
“Als je kijkt naar hoe dat is ontstaan, moeten we een paar jaar terug, toen er nog een lerarenoverschot was.” Khattabi herinnert zich nog dat veel scholen regelingen troffen met docenten die eerder met pensioen gingen, om het overschot op te lossen. “Wij als onderwijsbond hebben toen nadrukkelijk geadviseerd: Houd deze docenten bovenbestuurlijk in dienst, want er komt een tekort aan.” Het is niet zo dat ze nu met het vingertje wil wijzen, zo van ‘zie je nou wel’, maar het laat goed zien hoe commerciële uitzendbureaus ineens in no time konden oprukken.
“Schoolbesturen werden verrast door het tekort en gingen weer over tot een kortetermijnoplossing. ‘Er is vandaag iemand ziek, dus ik moet voor vandaag iemand hebben.’ De uitzendbureaus sprongen slim in dat gat, met hogere kosten als gevolg.”

Scholen zijn niet op tijd begonnen met bestuurlijke samenwerking

Khattabi stelt dat scholen niet op tijd zijn begonnen met bestuurlijke samenwerking. “Zelfs de vervangingspools raken leeg.” Ze ziet nu dat er ‘heel langzaam’ initiatieven op gang komen om het tij te keren. Het initiatief van de Topgroep is een voorloper, als je het Khattabi vraagt. Vooral scholen in het basisonderwijs kunnen meer doen, stelt ze. “Daar zijn tussen 2012 en 2015 heel wat mensen de ww in gestroomd, scholen zijn wettelijk verplicht hun eigen werklozen opnieuw aan te nemen bij vacature ruimte. Wij constateren echter dat dit weinig gebeurt. Scholen zouden veel meer gebruik moeten maken van deze mogelijkheid.”

Vraagtekens

Er zijn ook andere manieren waarop mensen proberen de commerciële uitzendbureaus te weren. Zo is er een niet-commercieel uitzendbureau, opgericht door Jan-Willem Duim, zelf zzp’er in het onderwijs. Hij krijgt er naar eigen zeggen ‘geen cent voor’, op vijftig euro inschrijfkosten na. Op zijn site flex-onderwijs.nl kunnen zzp’ers zich aanmelden. Scholen maken er kosteloos gebruik van, voor zowel het primair als middelbaar onderwijs. Duim bemiddelt niet: school en leraar zoeken zelf contact met elkaar, of niet. “En de flexwerkers kosten niets meer dan een omgerekend lerarensalaris. Mij hoeven ze niets extra’s te betalen.”

Khattabi plaatst hier wel ‘juridische vraagtekens’ bij. “Deze zzp’ers zijn niet verzekerd tegen ziekte, arbeidsongeschiktheid en werkloosheid. Ook bouwen ze geen pensioen op.” Bovendien is het voor haar maar de vraag of het überhaupt mogelijk is als zzp’er in het onderwijs te werken: “Er is sprake van een gezagsverhouding tussen de werknemer en de werkgever. Wij krijgen ook signalen binnen dat de inzet van zzp’ers tot een hogere werkdruk leidt bij de zittende collega’s, omdat ze de bijkomende taken naast het lesgeven niet altijd oppakken.”

Er is sinds vier jaar de Brede Selectie, waarin 110 openbare scholen voor het primair en speciaal onderwijs in Amsterdam samen optrekken

Er zijn ook andere samenwerkingen die scholen de gelegenheid geven commerciële uitzendbureaus te mijden. Denk aan het Personeelscluster Oost-Nederland (PON). Hierin zijn 120 po-schoolbesturen verenigd. De besturen die zijn aangesloten vertegenwoordigen zo’n 2100 fte’s. PON heeft een grote flexpool waardoor basisscholen tijdelijke vacatures snel kunnen opvullen.
Ook in andere delen van het land zijn zulke grote vervangingspools. Zo is er sinds vier jaar de Brede Selectie, waarin 110 openbare scholen voor het primair en speciaal onderwijs in Amsterdam samen optrekken.

Schooldirecteur Eric Molenveld is er eindverantwoordelijk voor. “Wij werken met flexibel inzetbare mensen, die voor kortere of langere tijd kunnen invallen op een school”, vertelt hij. “We deden dat al voordat de uitzendbureaus opkwamen in onze sector. Toen we merkten dat het steeds moeilijker werd om spontane gaten op te vullen, hebben onze besturen tegen elkaar gezegd: We moeten het als scholengemeenschap zelf regelen.”

Het is geen oplossing, maar in je wanhoop en uit angst voor lesuitval, doe je soms rare dingen.

En dat gaat al vier jaar goed, maar wel steeds moeizamer. “We werven mensen vanuit het hele land, soms mensen die aan het begin van hun loopbaan zijn en nog graag van verschillende scholen willen proeven, soms mensen die juist al klaar zijn met hun loopbaan en geen vaste baan hoeven.” Molenveld windt er geen doekjes op: leraren die via de Brede Selectie worden ingezet, zijn goedkoper. “Over ons hoeft er geen btw worden betaald, en wij werken niet met een marge. Uitzendbureaus en detacheerders doen dat wel. Ik ken er die 150 procent duurder zijn dan wij zijn. Wij houden ons aan de cao.”

Hij snapt overigens wel dat schooldirecteuren soms gebruikmaken van die ‘dure’ bureaus. “Het is geen oplossing, maar in je wanhoop en uit angst voor lesuitval, doe je soms rare dingen. Maar als we dit met z’n allen blijven doen, wordt het onderwijs onbetaalbaar.”

Gaten vullen

Molenveld raadt daarom elke school aan eenzelfde soort samenwerkingsverband op te zoeken. “Je hoeft het echt niet groot aan te pakken. We zijn maar een klein bureautje, vijf mensen, maar we kunnen wel de gaten vullen die bij meer dan honderd scholen zo nu en dan vallen. En daarmee halen we én een hoop stress weg bij de directeuren die ’s ochtends al die ziekmeldingen krijgen, én we zorgen dat de personeelskosten bij die scholen binnen de perken blijven.”

Samenwerken. Dat is volgens Van Pinxteren van het Alkmaarse Petrus Canisius College ook de beste oplossing. “Meld eerst aan elkaar als je met een gat zit voordat je een uitzendbureau inschakelt. Leg je als school niet zo makkelijk neer bij de scheve verhoudingen op de markt, zoek elkaar op en zorg er samen voor dat er te allen tijden een docent voor de klas staat, tegenover een schappelijk loon.”

Wat is het probleem?

Commerciële uitzendbureaus zijn in het gat van het lerarentekort gedoken en trekken leerkrachten met riante reiskostenvergoedingen of de belofte van een opleiding. Ook krijgen docenten soms een auto aangeboden. Scholen die met de handen in het haar zitten vanwege het tekort, zien zich vaak genoodzaakt toch met die bureaus in zee te gaan, ondanks de kosten.
SP en GroenLinks stelden onlangs vragen in de Tweede Kamer over de woekerprijzen. ‘Wat zich nu lijkt voor te doen, is dat er uitzendbureaus zijn die de schaarste op de arbeidsmarkt voor primair onderwijs aangrijpen om de tarieven die zij in rekening brengen te verhogen’, reageerde Onderwijsminister Arie Slob. Hij vindt dit ‘geen goede ontwikkeling’ en gaf aan de zorgen van de schoolbesturen te begrijpen.