Het verdriet van een Rotterdamse basisschool
Op de drempel van de zomervakantie viel plotseling het doek voor de Van Brienenoordschool in Rotterdam. Een drama met een grote impact op medewerkers, leerlingen en de andere scholen in buurt.
“Ik vind het verschrikkelijk. Voor het team, de ouders, maar vooral voor de leerlingen”, zegt Frannie de Reuver. Meer dan een kwart eeuw stond ze voor de klas op de Van Brienenoordschool, een basisschool met bijna 400 leerlingen en twee locaties in de Rotterdamse wijk Oud-IJsselmonde. Na een tumultueuze tijd viel eind vorig schooljaar plotseling het doek - tien dagen voor de zomervakantie. In het nieuwe schooljaar ligt het plein er nu verlaten bij. De leerlingen die er elke dag speelden, zijn uitgewaaierd over vijftig andere scholen.
Bij leerkrachten en ondersteuners heeft de sluiting een wrange nasmaak achtergelaten, zo blijkt uit gesprekken die het Onderwijsblad voerde met zes van hen. Een paar bleven tot het bittere einde. Anderen haakten eerder af, gefrustreerd en teleurgesteld. Het was een ‘team in overlevingsstand’, zoals de Onderwijsinspectie het typeerde, dat in moeilijke omstandigheden grote veerkracht liet zien. Medewerkers sprongen voor elkaar in de bres, terwijl de school om hen heen langzaam maar zeker uit elkaar viel.
Verloop
Dezelfde school kreeg in 2020 een voldoende van de inspectie, leek de goede weg ingeslagen. Waar het is misgegaan, dat ligt aan wie je het vraagt. Het grote verloop binnen het team is een rode draad. In een paar jaar tijd vertrokken tientallen collega’s, op het laatst bleek er nog maar een handjevol bevoegden. “Ik was de enige die nog overbleef op mijn gang”, vertelt De Reuver. Er ontstond een vicieuze cirkel, waarbij achterblijvende teamleden de klappen opvingen en zelf ook weer dreigden te bezwijken. Een ondersteuner die zelf ook eerder opstapte zag zo’n 26 collega’s vertrekken. “Er was een moment waarop ik van vijf mensen tegelijk afscheid stond te nemen.”
Er was een moment waarop ik van vijf mensen tegelijk afscheid stond te nemen
Onvrede sluimerde al langer, bijvoorbeeld over een door de gemeente gesubsidieerd project om vakmensen van buiten de school binnen te halen. Leerlingen zouden met deze ‘dagprogrammering’ tien uur extra per week les krijgen in vakken als muziek, creatieve vorming en Engels. Dat paste prachtig binnen de ambitie van de leiding en het bestuur om van de school een ‘talentencentrum’ te maken. De eigen leerkrachten zouden die uren dan kunnen benutten voor administratie of ontwikkeling. Maar de invoering vanaf schooljaar 2020/2021 verliep rommelig, lessen vielen geregeld uit of leerlingen zetten de boel op stelten. Leerkracht Anja Niemeijer: “Veel externe leerkrachten konden de klas niet aan, waardoor je er toch bij moest zijn om de orde te bewaken. En dan had je alsnog een hele lange dag.”
(Het artikel gaat verder onder de illustratie)
De onrust neemt toe na een wisseling van de wacht. Vlak voor de zomer van 2021 vertrekken zowel de directeur als de adjunct. Onder de nieuwe directeur die op de school wordt aangesteld - later bijgestaan door een interim-manager - groeien er spanningen. Ze schroeft de slecht gedragen dagprogrammering in uren terug, maar daarbij wordt het team weer te weinig meegenomen, zo rapporteert de inspectie later. Medewerkers die problemen aankaarten bij leiding en bestuur, hebben het gevoel dat ze tegen een muur op lopen. Bij gebrek aan weerklank stapt de medezeggenschapsraad op. Steeds meer collega’s houden het voor gezien. Dankzij de grote personeelstekorten hebben leraren de scholen voor het uitkiezen.
Uitzendbureaus
Het is ook geen gemakkelijke tijd, door de corona-pandemie is er op scholen veel meer uitval. Leerkrachten op de Van Brienenoordschool krijgen geregeld leerlingen erbij uit opgesplitste groepen. Onderwijsassistenten en stagiaires worden voor de klas gezet, er verschijnen steeds meer zzp’ers van buiten en uitzendbureaus verdienen een goede boterham met uitleendocenten. Ingrid Vooijs werkte als intern begeleider op de school van augustus 2022 tot de sluiting. “Leraren en ondersteuners zijn voor mij als ib’er de ogen en oren in de klas. Maar die ogen en oren had ik niet meer, want iedereen was zelf bezig met overleven.”
Leraren en ondersteuners waren bezig met overleven
Met alle wisselingen, stress en werkdruk brokkelt de professionele cultuur af en komt de sociale veiligheid in het geding, zo constateert de inspectie later. Begin dit jaar treden twee nieuwe interim-managers aan, de directeur heeft haar taken dan neergelegd. Bij ouders blijft de aanhoudende onrust niet onopgemerkt, ze komen verhaal halen op school. Andere scholen in de buurt krijgen al langere tijd ouders aan de deur die hun kind willen overplaatsen. Ook daar weten ze dat het rommelt op de Van Brienenoordschool. Toch begint de school elk schooljaar weer met bijna vierhonderd leerlingen. Op de teldatum 1 februari van dit jaar, een half jaar voor de sluiting, stonden nog 393 leerlingen ingeschreven. Dat verandert snel als de school kort daarna plotsklaps drie dagen dicht gaat vanwege de opgelopen onrust en sociale onveiligheid. In plaats van het gehoopte herstel brengt dat alles juist in een stroomversnelling. Voor een deel van de ouders is de maat helemaal vol. Na de uittocht van medewerkers volgt nu die van leerlingen. In een paar maanden tijd ziet de school zo’n negentig kinderen vertrekken.
Onhaalbaar
Overdracht van de school aan een groot, ervaren onderwijsbestuur leek de laatste maanden een uitweg uit de misére. Met de protestants-christelijke scholenkoepel PCBO wordt daarvoor in mei een intentieverklaring getekend. Er liggen verschillende scenario’s op tafel, zoals een doorstart in afgeslankte vorm. Dan moet er wel een compleet nieuw team gevonden worden, zo krijgen medewerkers te horen. En dat in een tijdsbestek van een week of vier en met een nijpend lerarentekort. Een onhaalbare opgave, zo ervaren veel ouders, medewerkers maar ook scholen in de omgeving het. Bovendien voelt het als een klap in het gezicht voor de overblijvende leraren. Judith Kuipers, directeur van de nabij gelegen Meester Baarsschool, snapt dat wel. “Natuurlijk zaten er nog maar een stuk of vijf bevoegde leerkrachten, maar die zijn door weer en wind gegaan voor de leerlingen. Die wil je in mijn ogen juist behouden.”
(Het artikel gaat verder onder de illustratie)
Woensdag 28 juni, tien dagen voor de vakantie, komt het besluit naar buiten: het is niet gelukt, de school gaat sluiten. En dat al aan het eind van die week. Dat bericht valt velen dan toch rauw op het dak. Terwijl leerlingen amper bekomen zijn van het nieuws, moeten ze nog wel naar school om extra Boom-niveautoetsen maken die naar de nieuwe scholen gaan. Op een andere plek in het gebouw werkt ib’er Vooijs samen met een collega die hectische dagen aan de plaatsingsvoorstellen voor ouders: welke leerling kan naar welke school? “We zaten daar met grote vellen papier om de indeling te maken: op die school is plek voor drie leerlingen, daar vijf.” Er lag al een overzicht klaar van beschikbare plaatsen, eerder die maand ‘uit voorzorg’ op verzoek van de gemeente door Rotterdamse schoolbesturen in kaart gebracht. Voor 252 leerlingen wordt een andere school gezocht, schrijft D66-wethouder Said Kasmi die week aan de gemeenteraad. Maar dat geeft een vertekend beeld, want het drama raakt natuurlijk veel meer leerlingen.
Impact
Met argusogen - en ook wel wat chagrijn - is de sluiting op andere scholen gevolgd. Op het allerlaatste moment moesten ze toch nog alle zeilen bijzetten met de voorbereidingen voor het nieuwe jaar. Maar dat deden ze, natúúrlijk. “We hebben gelijk gezegd: laat ze maar komen”, vertelt directeur Kuipers van de jenaplan-school Meester Baars, waar dertig leerlingen terecht konden. “Wij hebben een sterk team, en wij worden zelf weer goed gesteund door ons bestuur.”
“We hebben bij de start van het nieuwe schooljaar gezorgd dat ze zich gelijk gezien en welkom voelden”, reageert Daphne van der Linden-Zwijgers, directeur van de Prins Willem-Alexanderschool. De school heeft een tiental leerlingen opgenomen. “Ze gaan gewoon mee in de groep en we houden ze natuurlijk goed in beeld.” De resultaten van de Boom-toetsen nemen ze verder met een flinke korrel zout, zeggen verschillende schoolleiders; die zijn in een stressvolle situatie gemaakt. “Het gaat niet alleen om taal en rekenen. Ik zie bij leerlingen ook wat het met ze doet als ze een veilige omgeving hebben gemist”, aldus Kuipers.
De meeste scholen hebben wel een grens gesteld aan het aantal op te vangen leerlingen per groep, om de balans in de bestaande klassen niet te verstoren. De leerlingen zijn uiteindelijk over vijftig scholen verspreid. “Er is een groep die nu echt wel een stuk verder moet naar school”, zegt Arthur Verloop, directeur van PCB De Parel. Zijn school heeft tien leerlingen opgevangen. “Ik heb met heel verdrietige ouders aan tafel gezeten en daar kan ik me ook alles bij voorstellen. Als een kind zes of zeven jaar op een school heeft gezeten en hij of zij moet opeens een stuk verder uit de wijk naar een andere school, gescheiden van vriendjes en vriendinnetjes. Dat doet wat met je.”
Ik heb met heel verdrietige ouders aan tafel gezeten en daar kan ik me ook alles bij voorstellen
Sommige ouders zijn uitgeweken naar Ridderkerk, iets dat al vaker gebeurde de afgelopen jaren. Op obs De Bosweide zijn na de zomer 23 nieuwe leerlingen van de Van Brienenoordschool gestart en allemaal komen ze van buiten de plaats. “De oudsten komen op de fiets, jongere kinderen worden gebracht. Sommige komen met de bus”, aldus directeur Karin van der Hoek. “Bizar”, zo vindt ze de hele gang van zaken rond de last minute-schoolsluiting. “Zoiets heeft een grote impact op de wijk en ook op andere scholen in de omgeving. Het raakt onze leerkrachten heel erg dat het blijkbaar kan gebeuren dat een school gewoon helemaal opgeheven wordt.”
De meeste leraren en ondersteuners van de Van Brienenoordschool zijn op een andere school aan de slag gegaan. Sommige hebben besloten het onderwijs te verlaten. En Frannie de Reuver, zij heeft besloten op haar 62e dan maar vervroegd met pensioen te gaan. Na 44 jaar in het onderwijs had ze een feestelijker afscheid verdiend. “Ik heb m’n spullen ingeleverd en dat was het dan, die laatste schooldag. Het is allemaal zo in en in triest, ik ben huilend de school uit gelopen.” Gelukkig houdt ze met oud-collega’s contact in een app-groep, en die hebben haar kort ervoor toch nog even in het zonnetje gezet. “Tijdens een etentje zongen ze een liedje dat ze speciaal voor me hadden gemaakt. Dat vond ik zo ontroerend.”
'Te kwetsbaar gebleken'
Lange tijd was de Van Brienenoordschool een eenpitter. In 2019 werd de school – als enige onderwijsinstelling - onderdeel van een grote koepel voor kinderopvang, jeugdhulp en welzijnswerk, SWKGroep, later omgedoopt tot gro-up. Het bestuur miste zelf onderwijs-expertise, aldus de Onderwijsinspectie in een kritisch rapport begin juni. ‘Wij constateren dat gro-up er ondanks veel inspanning niet in is geslaagd om effectieve sturing te geven om een goede onderwijskwaliteit te realiseren’, aldus de inspectie. ‘Ook het garanderen van de veiligheid voor leerlingen, leraren en ouders is niet gelukt.’
‘Voor een zelfstandig schoolbestuur als dat van gro-up, zijn wij te kwetsbaar gebleken om de vele uitdagingen die het onderwijs heeft, het hoofd te bieden. Leraren hadden bij ons niet de vele mogelijkheden die een scholengemeenschap wel kan bieden. De krapte op de arbeidsmarkt hielp dan ook zeker niet mee om leraren op de Van Brienenoordschool te behouden’, reageert gro-up tegenover het Onderwijsblad. ‘Verdriet en teleurstelling is er zeker. Bij leraren, ouders en kinderen en ook bij ons. Bij de overname in 2019, was bekend dat de onderwijsresultaten onder druk stonden. Er is sindsdien veel gedaan en geïnvesteerd om de uitdagingen het hoofd te bieden en de onderwijsresultaten te verbeteren. Maar helaas is het ons niet gelukt. In het belang van de kinderen en vanuit verantwoordelijkheid voor hun groei en ontwikkeling hebben wij uiteindelijk toch de beslissing moeten nemen om de school te sluiten en de kinderen onder te brengen op andere scholen. Dit proces en de communicatie daaromheen hebben wij met grote betrokkenheid en zorgvuldigheid uitgevoerd.’