Alle

Het nieuwe invallen

De cao voor het primair onderwijs bevat twee nieuwe tijdelijke contracten voor invallers: het min-maxcontract en het bindingscontract. Het min-maxcontract lijkt een blijvertje, het bindingscontract wordt geëvalueerd.

Tekst Jaan van Aken - - 4 Minuten om te lezen

eindhoven-het-onderwijsblad-het-nieuwe-invallen-invaller-kirsten-van-den-berg

Beeld: Angeliek de Jonge

Jarenlang werkten invallers veelal met losse, tijdelijke contracten. Tot de Wet werk en zekerheid (wwz) het aantal contracten voor het bijzonder onderwijs beperkte tot zes in drie jaar tijd. Daarom staan er in de cao-po twee nieuwe contracten: het bindingscontract en het min-maxcontract. “Deze contractvormen zijn er gekomen om werkgevers meer flexibiliteit te geven bij de inzet van invallers. Werkgevers gebruiken deze contracten bijvoorbeeld ook om invallersproblematiek bij een griepgolf het hoofd te bieden”, vertelt Anton Bodegraven, AOb-sectorbestuurder primair onderwijs.

Mondjesmaat

Een min-maxcontract is een tijdelijk dienstverband van minimaal acht uur per week, dat voor vervanging maximaal tweeënhalf keer uitgebreid mag worden. “Voor die verhouding is gekozen zodat je twee contracten kunt afsluiten met een kleine min”, verklaart Bodegraven. Het bindingscontract is een tijdelijk contract van minimaal één uur per week dat bij ‘onvoorzien en onplanbaar’ verzuim tijdelijk uit te breiden is. Bodegraven merkt dat bindingscontracten mondjesmaat worden gebruikt. “Werkgevers vinden de constructie onduidelijk en zijn bang dat er verplichtingen uit voortkomen. Weinig werknemers zijn in een bindingscontract geïnteresseerd omdat ze een tijdelijk of vast dienstverband kunnen krijgen.”

Werkgevers vinden het bindingscontract onduidelijk en zijn bang dat er verplichtingen uit voortkomen

Stichting Fluenta in Nieuwegein heeft één leerkracht met een bindingscontract. “Het betreft een invaller die uitsluitend op één school wil invallen en dat al langer met veel plezier doet. Om te voorkomen dat ze snel aan het maximum van zes contracten zit (en recht zou hebben op een vast dienstverband), hebben we voor een bindingscontract gekozen”, legt personeelsfunctionaris Jannita Witten uit. Fluenta wil vanwege het tekort aan vervangers in de toekomst meer bindingscontracten gebruiken, mits het contract opnieuw in de cao-po wordt opgenomen.

Maaike Maresch (39) uit Hengelo vindt het min-maxcontract absoluut een verbetering ten opzichte van de losse, tijdelijke contracten die ze daarvoor kreeg.

Piekmomenten

Min-maxcontracten zijn meer afgesloten volgens Bodegraven. “Het zijn veelal invallers die niet fulltime willen werken. Het voordeel is dat een werknemer niet meer afhankelijk is van losse contracten en in ieder geval minimaal acht uur salaris ontvangt, ook al valt hij niet in.”
Het bestuur SKPO in Eindhoven heeft een invalpool van 45 fte, waaronder invallers met een vast contract, jaarcontract én zes mensen met een min-maxcontract en zes met een bindingscontract. “We kiezen hiervoor om flexibiliteit te creëren, zodat we bij onverwachte piekmomenten medewerkers wat meer kunnen inzetten”, legt personeelsadviseur Elles van de Vorst uit.
De bindingscontracten zijn voor invallers die graag zelf flexibel willen werken. “We zetten ze in voor onplanbare vervangingen. Zo is er een gepensioneerde leerkracht die in geval van nood invalt op zijn oude school. En een aantal ouders met een lesbevoegdheid heeft een bindingscontract. Mensen hoeven geen gehoor te geven aan een oproep, maar onze ervaring is dat ze aan de meeste verzoeken gehoor geven.”

Bindingscontracten zijn voor invallers die zelf graag flexibel willen werken

Van de Vorst vindt het bindingscontract vergelijkbaar met losse contracten. Het min-maxcontract vindt ze wel een aanvulling. “De arbeidsmarkt is sinds de wwz volledig op zijn kop komen te staan en straks hebben de sollicitanten het door de tekorten voor het zeggen. Aan een flexibele schil voor piekmomenten is dan moeilijk te komen.” Ze pleit daarom voor meer ruimte voor flexibiliteit. “Zorg dat min-maxcontracten ook voor vaste dienstverbanden af te sluiten zijn. En maak een uitzondering waarbij je voor een bepaald percentage invallers toch onbeperkt flexibele contracten kunt afsluiten.”

Catharina Giesberts (52) uit Arnhem heeft een min van twee dagen afgesproken en een max van vijf dagen. Al werkt ze liever niet meer dan vier dagen per week.

Volgende cao

De AOb denkt dat de contractvormen een aanvulling zijn op vaste en tijdelijke contracten. Bodegraven: “We zien het als een geheel van mogelijkheden voor vervanging en een oplossing voor de invallersproblematiek door de wwz. Ik denk dat we min-maxcontracten in de volgende cao willen behouden. Over bindingscontracten gaan we het hebben aan de onderhandelingstafel, dat zal ook afhangen van de ervaringen van werkgevers.”

Op de facebookpagina van de AOb legt Kirsten van den Berg uit waarom zij koos voor een bindingscontract en waarom ze het jammer vindt dat het invallen vaak als noodoplossing wordt gezien.