Het is de hoogste tijd voor antiracisme
Drie jonge studenten zetten zich in om racisme en discriminatie te verbannen uit het onderwijs en de samenleving. “Racisme is overal. Het zit in ons systeem, het is institutioneel, interpersoonlijk.”
Lakiescha Tol (21) loopt naar de bibliotheek van de Universiteit van Amsterdam waar ze Politics, Psychology, Law and Economics studeert. “Mooi jasje”, zegt ze enthousiast tegen student Liberal Arts and Sciences Veronika Vygon (20), zodra ze haar ziet. Enthousiasme is een woord dat goed past bij de twee jonge vrouwen, die samen met Sohna Sumbunu (20) die nu even op vakantie is, dus met z’n drieën, twee jaar geleden de antiracisme-beweging Zetje In oprichtten. Hun doel is racisme en discriminatie uit onderwijs en samenleving te verbannen.
Dit artikel komt uit het Onderwijsblad. Wil je op de hoogte blijven van alles wat er in het onderwijs speelt? Word lid van de AOb en ontvang elke maand het Onderwijsblad.
CHECK ALLE VOORDELEN VAN HET LIDMAATSCHAP
Het begon twee jaar geleden met de moord op George Floyd en de nieuwe piek van de Black Lives Matter-beweging die daar wereldwijd uit voortkwam. Het drietal begon een burgerinitiatief waarin ze stelden dat racisme en discriminatie verplichte thema’s zouden moeten zijn in de lesstof van het primair en voortgezet onderwijs.
In drie weken tijd ondertekenden meer dan 60 duizend mensen hun plan en werd er in de Tweede Kamer een motie aangenomen met hun voorstel. “We konden niet geloven dat zoveel mensen ons zo serieus zouden nemen”, zegt Veronika lachend, “drie van die jonge studenten die het onderwijs wel even willen veranderen.”
Racisme treft niet alleen de zwarte gemeenschap of de gemeenschappen van kleur, maar iedereen
Sindsdien zitten ze niet stil. Ze zijn aan de slag gegaan met het ontwikkelen van lesmateriaal voor vakken als maatschappijleer en podiumkunsten. Een tijd geleden hebben ze een enquête verstuurd waarin docenten konden aangeven wat ze nodig hebben voor lesmateriaal over deze thema’s. Aankomend jaar lanceren ze een lespilot.
Lakiescha Tol geeft een voorbeeld: “We maken een schooljaarkalender waarop allerlei culturele dagen en maatschappelijk relevante data staan opgenomen.” Zoals Keti Koti, antiracisme dag, internationale dag voor lhbti, Kinderboekenweek, onafhankelijkdsdagen van voormalige Nederlandse koloniën en dag van de leraar.
“Per maand geven we een korte introductie en een opdracht. Aan de hand van de kalender kan de docent heel gemakkelijk zeggen: ‘Hé, vandaag is Keti Koti en wel daar- en daarom. Zo maken we het laagdrempeliger voor docenten om aandacht te besteden aan culturele diversiteit zodat het onderwerp makkelijk en met regelmaat aan orde komt.” Als docenten niet veel tijd hebben, kunnen ze toch snel een opdracht uit de kalender doen.
Ramadan
Dat is precies wat het drietal zelf op de lagere en middelbare school heeft gemist: inclusief onderwijs. Veronika: “Op mijn basisschool waren best veel leerlingen die aan de ramadan meededen, maar nooit kregen we er in de les informatie over.” Ze vindt ons onderwijs heel wit, in alle vakken. “Podiumkunsten of muziekles op school vond ik verschrikkelijk, terwijl ik erg van kunst houd. Je kunt zoveel meer culturele betekenis aan deze vakken geven. Je hoort op school nooit iets over waarom Nederland een multicultureel land is en wat daar bij komt kijken. Veel muziekstijlen komen uit de black community, zoals jazz en hiphop, maar dat leer je helemaal niet. Als je een keer een capoeira-les krijgt, is het van een witte dansdocent, zonder dat je iets leert over de achtergrond. Zo is het niet bedoeld.”
Lakiescha vult aan: “Mijn middelbare school was wit en je hoort dan weinig over andere groepen. In biologieboeken staan alleen maar witte mensen afgebeeld en dat geldt ook voor bijvoorbeeld wiskundeboeken. In geschiedenislessen wordt het kolonialisme vanuit wit perspectief behandeld.”
Ze denken beiden dat het goed is als je op jonge leeftijd een inclusief en realistisch wereldbeeld meekrijgt. Dat houdt volgens hen bijvoorbeeld in dat je niet alleen maar wordt voorgelezen uit boeken met enkel witte karakters, en als er dan wel een zwart karakter of karakter van kleur in zit, het dan geen stereotype is.
No-go
Al lang geleden waren veel mensen klaar voor verandering”, zegt Lakiescha. De anti-zwartepiet-beweging was al in de jaren zeventig actief, geeft ze als voorbeeld. “Maar sommige groepen mensen hebben meer tijd nodig. Voor veel mensen hoorde het sinterklaasfeest er gewoon bij en ze dachten er niet over na. Het lijkt erop dat ook voor hen nu duidelijk is dat de tijd echt rijp is voor een andere houding.”
Sommige groepen mensen hebben meer tijd nodig
Volgens de twee jonge vrouwen is het niet meer mogelijk om neutraal tegenover racisme te staan. Ze vragen om een antiracistische houding. Antiracistisch zijn is actief niet-racistisch zijn, aldus het tweetal. “Racisme is overal. Het zit in ons systeem, het is institutioneel, interpersoonlijk. Daarom kun je niet een neutrale houding hebben of alleen maar zeggen dat je niet racistisch bent. Je moet er actief mee bezig zijn, er dagelijks tegen strijden. Mensen op hun denkfouten wijzen of een andere blik laten zien.”
Lakiescha legt uit: “Stel je voor: je bent een wit persoon en je bent in een setting waar een racistische grap wordt gemaakt over je collega van kleur. Niet-racistisch handelen zou zijn dat je de grap zelf nooit zou maken, omdat je weet dat het een foute grap is. Je bent antiracistisch als je op dat moment je uitspreekt en aankaart dat die grap een no-go is. Dan draag je effectief bij aan de bestrijding van racisme. Ik heb het idee dat mensen racisme zien als een probleem wat alleen de zwarte gemeenschap of de gemeenschappen van kleur treft, maar dat is echt niet zo. Iedereen ervaart nadelen van racisme. Zo kunnen bepaalde groepen minder goed meedraaien in de samenleving door institutioneel racisme, wat effect heeft op ons allemaal.”
Zo ben je antiracistisch volgens Zetje In:
- Lees je in over racisme. Check withuiswerk.nl voor boeken, artikelen en filmlijsten voor verdiepend materiaal. Op Instagram raadt Zetje In aan: @the_blackarchives, @asian.raisins, @speak_2019, @zwartmanifest, @blackqueertransresistance en natuurlijk Zetje In.
- Luister naar elkaar en vooral naar zwarte mensen en mensen van kleur die racisme ervaren. Als iemand jou iets vertelt en jij het idee hebt dat het helemaal niet racistisch is, probeer dan niet in de verdediging te schieten. Jij ervaart hun racisme niet.
- Gebruik je stem. Als op de werkvloer een racistisch grapje wordt gemaakt, zeg daar dan wat van. Laat die persoon inzien dat dat grapje niet oké is. Als je in een schoolboek een opdracht tegenkomt die stigmatiserend is, neem contact op met de uitgeverij.
- Praat met mensen om je heen over racisme. Praat met je familie die het niet met je eens is. Sommige mensen ontkennen nog steeds dat racisme bestaat.
- Support zwarte gemeenschappen en gemeenschappen van kleur. Koop iets bij een black owned business in plaats van bij grote bedrijven. Doneer aan organisaties die zich inzetten tegen racisme. Als je die financiële middelen niet hebt, kun je ze steunen door hun bedrijven kenbaar te maken via social media, mond-tot-mondreclame of door hun content te delen.
Het AOb-netwerk diversiteit & inclusie zet zich in voor een veilig en inclusief klimaat op school. Kijk hier voor meer informatie.