HBO
WO&O

Het hbo is vaak een springplank naar de universiteit

Ze willen advocaat worden of gewoon het hoogst haalbare diploma halen. Steeds meer hbo-studenten gebruiken de propedeuse als opstapje naar het wetenschappelijk onderwijs. Hogescholen raken zo steeds meer goed presterende studenten kwijt.

Tekst Yvonne van de meent - redactie onderwijsblad - - 9 Minuten om te lezen

Doorstromers spread 3 4

Nanne Meulendijks

Samen met zo’n achthonderd andere eerstejaars begon Maurits van Lanschot op de eerste maandag in september aan de bachelor rechtsgeleerdheid van de Universiteit van Amsterdam. Het eerste hoorcollege over grondslagen van het recht vond niet plaats op de campus van de UvA, maar in een zaal van het De La Mar-theater met negenhonderd zitplaatsen. Ondanks de massaliteit vond Van Lanschot het een prima start. “De docent had een duidelijk verhaal dat zonder poespas werd gepresenteerd. Een heldere inleiding, heel anders dan bij hbo-rechten. Daar kregen we niet veel uitleg van docenten. Je moest alles zelf uitzoeken en feedback vragen aan medestudenten.”

Van Lanschot begon in 2022 aan de opleiding hbo-rechten bij de Juridische Hogeschool Avans/Fontys die het jaar ervoor een omstreden onderwijsvernieuwing had doorgevoerd. Theorielessen en kennistoetsen hadden plaatsgemaakt voor praktijkopdrachten en docenten waren voortaan coach. Van Lanschot had gelukkig ervaring met wetboeken omdat hij de mbo-opleiding juridische dienstverlening had gevolgd. “Maar medestudenten die van de havo kwamen, werden zonder basiskennis in het diepe gegooid.”

Dit artikel stond in het Onderwijsblad. Wil jij het blad ontvangen? Word lid!

Samen met zijn jaargenoot Olivier Dorresteijn startte Van Lanschot een petitie waarin om meer lessen en betere begeleiding door docenten werd gevraagd. Hun acties hebben geleid tot het gedeeltelijk terugdraaien van de vernieuwingen, maar die verbeterslag heeft de rechtenstudent niet afgewacht. Net als veel jaargenoten besloot hij na het halen van zijn propedeusediploma over te stappen naar de universiteit.

Toen hij op het vmbo zat, durfde hij daar nog niet van te dromen. “Maar in het derde jaar van mijn mbo-opleiding liep ik stage bij een advocatenkantoor. Dat werk lag me goed. Daarna wist ik dat ik advocaat wil worden en daarvoor moet je naar de universiteit. Ik zag het hbo als tussenstation. Ik heb er nog even over gedacht om eerst mijn hbo-diploma te halen, maar het slechte onderwijs bij de Juridische Hogeschool was een extra zetje om meteen na het eerste jaar over te stappen.”

Onderwijswedloop

Een einde maken aan de opwaartse druk die iedereen naar de universiteit jaagt, was een belangrijk speerpunt van de vorige minister van Onderwijs. Robbert Dijkgraaf hekelde het hiërarchische denken, het gebruik van termen als hoog en laag, stapelen en afstromen. De onderwijsladder met bovenaan het wetenschappelijk onderwijs en de vakopleidingen ver daaronder, zou plaats moeten maken voor een onderwijswaaier waarin mbo, hbo en wo gelijkwaardig zijn. Dat streven vond weerklank. Dankzij de waaier-metafoor verdwijnen etiketten als hoog- en laagopgeleid en zijn de aanduidingen theoretisch en praktisch geschoold in zwang geraakt. Maar het veranderen van beeldspraak maakt nog geen einde aan de onderwijswedloop.

Veel van onze studenten maken gebruik van de mogelijkheid om na de propedeuse door te stromen naar de universiteit

“Veel van onze studenten maken gebruik van de mogelijkheid om na de propedeuse door te stromen naar de universiteit. Ondanks de Dijkgraafse waaier willen ze advocaat worden”, stelt Tanja van den Berge, opleidingsmanager hbo-rechten bij de Hogeschool Leiden en voorzitter van het landelijke opleidingsoverleg. “Bij hbo-rechten stroomt 30 tot 60 procent van de studenten na het eerste jaar uit. Waar ze naartoe gaan weten we niet precies. Een deel stopt met studeren, een deel switcht naar een andere hbo-opleiding en een flink aantal stapt over naar de universiteit. Wij schatten dat het om 20 procent van alle eerstejaars gaat.”

Het hoogst haalbare

“Tijdens de introductie meldde zeker een derde van de groep die ik begeleidde dat ze alleen naar hbo-rechten komen om de propedeuse te halen”, vertelt Nathalie Hanssen, docent recht en coördinator studieloopbaanbegeleiding. “Ze willen advocaat worden of hebben gewoon in hun hoofd dat het wo beter is, het hoogst haalbare”, weet zij. “Wat hier in Leiden ook meespeelt is dat de universitaire rechtenopleidingen geen premaster aanbieden. Voor studenten die naar de Universiteit Leiden willen is het dus na het eerste jaar nu of nooit.”

(Het artikel gaat verder onder de illustratie)

Beeld: Nanne Meulendijks

Een op de zes instromers bij een wo-bachelor (9640 studenten) heeft een hbo-achtergrond, blijkt uit cijfers van brancheorganisatie Universiteit van Nederland. Iets meer dan de helft (55,8 procent) begint met een hbo-diploma op zak aan een premaster, de rest stapt meteen na de hbo-propedeuse over naar een wo-bachelor.  
Die verhouding verschuift, blijkt uit cijfers die het Onderwijsblad heeft opgevraagd bij DUO. Tussen 2018 en 2022 daalde het aantal hbo-gediplomeerden dat doorstroomt naar het wo met 14 procent, terwijl het aantal studenten dat na de propedeuse overstapt met 8,5 procent toenam. De rechtenopleidingen zijn koploper: drie van de tien instromers met een hbo-propedeuse begint aan een juridische wo-opleiding. Maar ook vanuit economische en sociale studies switchen veel hbo-studenten naar het wo.

Zuur voor hogescholen die al getroffen worden door de demografische krimp en die bovendien al jaren kampen met een daling van de instroom vanuit het vwo. In 2004 had nog 15 procent van de hbo-eerstejaars een vwo-diploma, vorig jaar was dat nog maar 8 procent. En nu raken ze ook nog hun goed presterende propedeusestudenten kwijt aan universiteiten.

Hbo-propedeuse als gat in de markt

Particuliere hogescholen hebben de commerciële waarde van de hbo-propedeuse ontdekt. ‘Wil je een universitaire bachelor volgen, maar heb je geen vwo-diploma? Dan kan een hbo-propedeuse uitkomst bieden’, meldt de website van LOI Hogeschool. ‘Je hbo-propedeuse heeft dezelfde waarde als een vwo-diploma.’ LOI, onderdeel van particuliere onderwijsaanbieder NCOI, helpt studenten die willen doorstromen naar de universiteit de propedeuse zo snel mogelijk af te ronden. ‘Zo kun je bijvoorbeeld vrijstellingen aanvragen op basis van diploma’s en werkervaring. Daarmee verkort je de studieduur.’ LOI Hogeschool biedt ruim veertig verschillende hbo-bachelors aan. ‘Wanneer je alleen de propedeuse wilt volgen om daarna door te stromen naar de universiteit, raden we je aan om een opleiding te kiezen waarvan de propedeuse zo goed mogelijk aansluit bij je toekomstplannen.’

Emancipatie

De Universiteit Tilburg heeft van alle Nederlandse universiteiten veruit de hoogste instroom vanuit het hbo: 36 procent van de bachelor-instroom (1405 studenten) heeft een hbo-achtergrond; 15 procent (555 studenten) is direct na de hbo-propedeuse overgestapt. De universiteit werft bewust hbo’ers “omdat we het belangrijk vinden bij te dragen aan de emancipatie van studenten die verder willen studeren”, mailt een woordvoerder. “We vinden het belangrijk om een omgeving te creëren waarin deze doorstroom gefaciliteerd wordt.”

Rens Koenraad, universitair docent bestuursrecht bij Tilburg University, is bang dat er ook wat minder nobele motieven achter dit beleid zitten. “Wij moeten ons als een van de kleinere universiteiten staande zien te houden en dat betekent zoveel mogelijk studenten binnenhalen.” Bij de rechtenfaculteit lukt dat wonderwel. Vorig jaar kwam de helft van de instroom uit het hbo, 24 procent komt binnen met een propedeusediploma.

Wij moeten ons als een van de kleinere universiteiten staande zien te houden en dat betekent zoveel mogelijk studenten binnenhalen

Samen met Rob van Gestel, hoogleraar wetgeving, publiceerde Koenraad dit voorjaar een opiniërend artikel in Ars Aequi, een blad voor rechtenstudenten. Daarin betogen zij dat universiteiten en hbo-instellingen in hun drang zoveel mogelijk studenten aan zich te binden, steeds meer op elkaar gaan lijken. “Hbo’ers stappen niet uit wetenschappelijke interesse over naar de universiteit, maar vanwege de status. Een meestertitel geeft aanzien en opent de weg naar de advocatuur”, stelt Koenraad. “Daardoor verwatert het wetenschappelijke karakter van de universitaire opleiding. Daar wordt niemand gelukkig van. Hbo’ers krijgen niet de praktische opleiding die ze verdienen en voor wo’ers is de opleiding niet academisch genoeg.” Koenraad denkt dat de helft van zijn studenten - waaronder ook vwo’ers - beter af zou zijn in het hbo. Maar hij beseft ook dat ze met een hbo-diploma in het nadeel zijn op de arbeidsmarkt zolang werkgevers de voorkeur blijven geven aan juristen met een wo-master. De hbo-propedeuse zal dus nog wel even een springplank naar de universiteit blijven.

Achteroverleunen

Dat schept verplichtingen. “Universiteiten zien stapelaars vaak als een probleem, als een potentieel risico”, stelt Milio van de Kamp, docent sociologie bij de UvA, die zelf vanuit het vmbo de universiteit wist te bereiken. In zijn vorig jaar verschenen boek Misschien moet je iets lager mikken beschrijft hij zijn eigen hindernisrace door het onderwijs. “Aan de universiteit voelde ik me een vreemde eend in de bijt. En heel erg alleen. Ik sprak een andere taal, kleedde me anders, had andere hobby’s, luisterde naar andere muziek. Ik kwam uit een heel andere sociale klasse, alleen besefte ik dat toen nog niet.”

Bij interdisciplinaire sociale wetenschappen, waar Van de Kamp doceert, studeren veel stapelaars en eerstegeneratiestudenten die zich vaak net zo eenzaam voelen als hun docent destijds. “Het ongemakkelijke is dat de universiteit stapelende studenten wel toelaat, maar daarna achteroverleunt. De student moet zich aanpassen.” Universiteiten zouden veel meer kunnen en moeten doen om gelijke kansen te bieden, vindt Van de Kamp. Er heersen veel vooroordelen over hbo-doorstromers, terwijl Van de Kamp als docent heeft ervaren dat ze als groep gemotiveerder zijn, meer inzet hebben en over meer doorzettingsvermogen beschikken. “In plaats van deze studenten als probleem te zien en hen aan hun lot over te laten zou je ze ook perspectief kunnen bieden. Dat hoeft niet groots en meeslepend te zijn. Ik merk dat ik ze al perspectief geeft door te vertellen dat ik zelf via het vmbo, mbo en de hbo-propedeuse ben opgeklommen. Ik zie dat mijn studenten daar moed uit putten. Het kan dus!”

Hbo-student redt zich best op universiteit

“Bij de UvA is het mogelijk om met een hbo-propedeusediploma in te stromen in een universitaire bachelor’, meldt de universiteit op de website. “Mits je voldoet aan de eventuele aanvullende instroomeisen van de opleiding.” Maar een warm welkom zoals in Tilburg krijgen de hbo’ers niet bij de UvA. ‘Uit de praktijk blijkt dat voor veel studenten met een hbo-propedeuse de opleiding aan de universiteit vaak (te) moeilijk is’, waarschuwde de UvA tot voor kort. Het Onderwijsblad vroeg om gegevens waaruit blijkt dat studenten met een hbo-propedeuse het aan de UvA slechter doen. Uit de cijfers die de UvA toestuurde blijkt dat studenten met een hbo-propedeuse het helemaal niet zo slecht doen: 53 procent heeft na 4 jaar studie het bachelordiploma gehaald, tegen 55 procent van de vwo’ers. De waarschuwing was bedoeld als ‘verwachtingsmanagement richting studenten, omdat aansluiting soms lastig kan zijn’, reageert een woordvoerder. De opmerking is inmiddels verwijderd. Tilburg University meldt dat studenten met een hbo-propedeuse binnen de rechtenopleiding vergelijkbaar succesvol zijn in het afronden van hun studie. “We zien wel dat ze vaker herkansingen nodig hebben en dat er gemiddeld lagere cijfers worden gehaald dan studenten met een vwo-achtergrond. We zien bij premasterstudenten opvallend goede studieresultaten en stimuleren in onze contacten met de Juridische Hogeschool dan ook de premaster als passende vooropleiding voor onze master.”