Groter gat op onderwijsbegroting
De komende jaren rekent het kabinet voor onderwijs op tegenvallers van rond de 400 miljoen euro per jaar. De oorzaak is hogere leerling- en studentenaantallen dan verwacht. De dekking daarvan moet dit voorjaar nog worden ingevuld.
Voor 2017 rekende het kabinet afgelopen Prinsjesdag op een tegenvaller van 150 miljoen euro, waarvoor nog bezuinigingen moesten worden gevonden. Volgens de voorjaarsnota is het gat echter groter, namelijk 189 miljoen euro. Daarbovenop kwam ook nog een doorgeschoven bezuinigingspost van ruim 200 miljoen euro uit eerdere jaren. Daarvoor is dekking gevonden door meevallers op andere posten, meldt het ministerie van Financiën in de voorjaarsnota als volgt:
Voor de jaren daarna is er alleen nog geen dekking. In 2018 gaat het om een doorgeschoven bezuiniging van 244 miljoen euro plus een tegenvaller van 227 miljoen euro voor de hogere deelnemersaantallen.
De oplossing daarvoor moet het demissionaire kabinet dit voorjaar nog gaan bedenken, waarbij het onduidelijk is of daar meevallers tegenover staan of dat dit neerslaat in bezuinigingen op het budget van scholen.
Bespottelijk
Op Prinsjesdag reageerde AOb-voorzitter Liesbeth Verheggen al verontwaardigd op deze bezuiningsposten. “Zo zadelt het kabinet de opvolger van onderwijsminister Bussemaker direct bij de start op met een bezuinigingsopdracht”, signaleert Verheggen. “Het is bespottelijk om in een verkiezingsjaar bezuinigingen naar je opvolger door te schuiven.”