PO
VO

Groei particuliere scholen bedreigt kansengelijkheid

Qua aantal blijft het particulier onderwijs een niche. Toch is de groei van het particulier onderwijs een veeg teken. Voldoet ons onderwijssysteem nog wel als steeds meer ouders eruit weglopen? Niet elke ouder kan particulier onderwijs betalen.

Tekst Bea Ros - Redactie Onderwijsblad - - 11 Minuten om te lezen

GroeiParticuliereScholenKlein1

Noël Sannen, moeder en leraar-oprichter van de De Woudloper bij Assen met leerlingen Ibis en Storm. Beeld Fred van Diem

Een verbouwde koeienstal doet dienst als atelier annex klaslokaal. Maar de twee leerlingen van vrijeschool De Woudloper bij Assen leren vaker buiten dan binnen. “We starten de schooldag met het vrijlaten van de kippen”, vertelt Noël Sannen, moeder en leraar-oprichter van de school. “Dan gaan we wandelen, zingen, klimmen, leren we over hoe je de natuur moet verzorgen en hoe zij voor ons zorgt.” 

We starten de schooldag met het vrijlaten van de kippen

Sannen richtte de school vier jaar geleden op, toen er na een verhuizing naar Drenthe op de lokale vrijeschool geen plek vrij was. Het bood haar de ruimte om het onderwijs precies zo in te richten als ze wil, met veel ruimte voor ervarend en spelend leren. “Vanuit het spelen ontstaan steeds leermomenten”, vertelt Sannen. Of het nu gaat om het herinrichten van de moestuin, een schoolreis naar Thailand uitstippelen of kijken hoe je een vuurtje brandende houdt. “Ons lesprogramma wijkt zeer af van dat op een reguliere school. Van bouwen, naar bijen, naar bloemen en seizoenen kan zomaar op één dag behandeld worden in plaats van verspreid over een langere periode. Alles wat het leven van ons vraagt aan vaardigheden, komt hier aan bod.” 

Onvrede

De Woudloper is een voorbeeld van een zogeheten B3-school: een particuliere school zonder examenbevoegdheid. B1 is regulier onderwijs, onder B2 vallen de particuliere exameninstituten zoals Luzac en B4 staat voor de internationale of buitenlandse privéscholen. Deze B3-scholen staan onder toezicht van de inspectie en moeten voldoen aan dezelfde kwaliteitseisen als het regulier onderwijs, zoals behalen van de kerndoelen en bevoegde leraren. Ook zijn de leerlingen, anders dan bij thuisonderwijs, leerplichtig. 

Volgens onderzoek van de Onderwijsinspectie is met name het aantal B3-scholen in het afgelopen decennium sterk gegroeid. Van 40 in 2015 (35 po, 5 vo), naar 68 in 2018 en 134 in 2023 134 (97 po, 37 vo). In 2023 bezochten in totaal 2100 leerlingen een B3-school. 

Leerling Ibis van de Woudloper. “Vanuit het spelen ontstaan steeds leermomenten”, vertelt leraar-oprichter Noël Sannen van deze school.

De B3-scholen doen het blijkens het toezicht van de inspectie gemiddeld niet beter of slechter dan reguliere scholen. Ook de zorg over de sociale ontwikkeling van leerlingen op de soms ultrakleine scholen blijkt onterecht. NRO-onderwijsonderzoeker Sjerp van der Ploeg zocht dat uit voor de Kennisrotonde. “Eén op de zes particuliere scholen heeft minder dan zes leerlingen. Maar we vonden geen aanwijzingen dat deze kinderen sociaal te kort komen. Ze spelen na school gewoon met kinderen in de buurt en zitten op clubs. Zorg over de toename van het particulier onderwijs komt dan ook niet zozeer voort uit twijfels over de kwaliteit daarvan, maar uit de vraag of ze het publieke stelsel ondermijnen. 

Eén op de zes particuliere scholen heeft minder dan zes leerlingen

In onderzoek dat de inspectie vorige maand publiceerde noemen oprichters van de scholen (83 procent), ouders (88 procent) en leraren (73 procent) het vaakst onvrede en negatieve ervaringen met regulier onderwijs als motief om te kiezen voor een B3-school.

“Ik hoorde diverse schrijnende verhalen van ouders over kinderen die vastliepen, die niet mee kunnen met het tempo en die daardoor fysieke of psychische klachten krijgen”, vertelt Jolanda Pauw, Inspecteur niet-bekostigd onderwijs. “Wat ook indruk maakte, was dat geen enkele ouder vond dat het regulier onderwijs het fout deed. Ze zeiden: leerkrachten werkten daar hard om het goed te krijgen, maar het is niet gelukt.” 

Intrinsieke motivatie

“Dan doe ik het wel zelf”, dacht Iemke Janssen toen haar zoon vastliep op de basisschool. Ze zag zijn zelfvertrouwen en zin in leren slinken. Daarom startte ze 4 Elementen Onderwijs, waar kinderen ‘de ruimte krijgen om te leren, spelen, groeien en ontwikkelen vanuit hun intrinsieke motivatie’ en in contact met de natuur. “We besteden veel aandacht aan vragen als: wie ben jij en hoe ben je geaard en wat heb je nodig om overeind te blijven? Waar ga jij van aan?” Kom daar maar eens om in het reguliere onderwijs. “Daar zit alles dichtgetimmerd, er is nauwelijks ruimte voor creativiteit en eigenheid van kinderen.” 

Barbara Poot-van den Bosch, directeur van Vivere (‘Your school of life’) in Rotterdam, hoort het vaak tijdens intakes van nieuwe leerlingen. “Veel ouders hebben moeite met het rigide schoolsysteem. Ze vinden dat hun kind tekort wordt gedaan door een eenzijdig accent op het cognitieve.” 

Ze vond haar eigen schooltijd ook al zeer demotiverend. Op zoek naar hoe het anders, beter, zou kunnen bezocht ze met haar zus door het hele land diverse soorten scholen. Democratisch onderwijs sloot het beste aan bij wat hen voor ogen stond. Omdat zo’n school in Rotterdam niet bestond, richtten ze deze in 2016 zelf op. 

Docent Milan Pestel geeft Bushcraft op Vivere, een school voor democratisch onderwijs in Rotterdam met zo’n honderd leerlingen.

‘Democratisch met een eigen draai’ noemt Poot-van den Bosch haar school, die inmiddels zo’n honderd leerlingen telt in de leeftijd van 4 tot 18 jaar. Ze nam het zelfsturend leren over, evenals de Consent-methode voor gezamenlijke besluit- en meningsvorming, maar ze laat leerlingen niet in alles de vrije keuze. Ze vindt vraaggericht onderwijs ‘fantastisch’, maar niet alles kan en hoeft altijd vanuit de kinderen zelf te komen. Te meer daar bij kinderen die in het reguliere onderwijs zijn vastgelopen, de intrinsieke motivatie ‘kapot’ is: “Een kind dat gelooft bij rekenen twee jaar achterstand te hebben, gaat rekenen uit de weg. Dat laten we de eerste weken zo, maar op een gegeven moment bieden we het wel aan: “Wil jij een insectenhotel bouwen of voetballen? Dan doen we dat, maar met rekenen erbij.”’ 

Wat indruk maakte, was dat geen enkele ouder vond dat het regulier onderwijs het fout deed

Net als op De Woudloper en de 4 Elementen vindt leren lang niet alleen binnen plaats, leerlingen werken in de schoolmoestuin, er zijn excursies en samenwerkingsprojecten met lokale partners, ouders en zzp’ers als theatermakers en kunstenaars. 

Vierkantje of rondje

Wat deze drie scholen kenmerkt, is kleinschaligheid, leren door te doen en oog voor zelfontplooiing en de brede talenten van kinderen. Volgens Poot-van den Bosch is dat de reden dat het particulier onderwijs groeit: “Ons schoolsysteem is onhoudbaar geworden. Het concept van dertig leerlingen in de klas die allemaal hetzelfde doen, dat kan niet meer. Daarmee bereid je leerlingen onvoldoende voor op de samenleving van nu.”

Dat is ook een conclusie uit het inspectieonderzoek. “Een vast programma in een vast tempo, met veel toetsen en prestatiedruk - voor sommige kinderen is dat systeem te rigide en strak georganiseerd”, zegt Pauw. “Ouders vergelijken het met een keurslijf. Of met een vormenstoof: het lukt nou eenmaal niet om een rondje door een vierkante opening te drukken.” 

Duidt de groei van het particulier onderwijs op het falen van passend onderwijs? Ja en nee. Anders dan in eerdere onderzoeken, van bureaus als Regioplan en Oberon bijvoorbeeld, blijkt een specifieke zorgbehoefte zoals hoogbegaafdheid of een autismestoornis geen motief voor het oprichten van een B3-school. Maar B3-scholen trekken wel leerlingen die niet in het reguliere stramien passen. In die zin noemt Pauw de groei zorgelijk. “Het is mooi dat kinderen een passende plek vinden op een B3-school. Dat is beter dan dat ze thuiszitter worden. Maar B3 is in ons stelsel niet bedoeld als noodoplossing, maar als een plek voor ouders met een andere onderwijsvisie. Het regulier onderwijs zou elk kind een passende plek moeten kunnen bieden” 

Bij kinderen die in het reguliere onderwijs zijn vastgelopen, is de intrinsieke motivatie ‘kapot’

AOb-voorzitter Thijs Roovers is het daarmee eens, maar wijst erop dat de overheid het scholen niet bepaald makkelijk maakt om aan die taak te voldoen. “Elke leraar en school wil het beste onderwijs bieden voor elk kind. Maar het systeem piept en kraakt. En de invoering van passend onderwijs in 2014 heeft dat alleen maar verslechterd. Die leidde ertoe dat je als school niet meer snel kon schakelen met bijvoorbeeld ambulant begeleiders om onderwijs op maat te bieden.”

Discrepantie

Pieter Huisman, bijzonder hoogleraar Onderwijsrecht aan Tilburg University, denkt dat er over passend onderwijs mogelijk valse verwachtingen bestaan: “Is dat 100 procent maatwerk of een verplichting om te voldoen aan een bepaalde zorg?” Dat eerste lijkt de verwachting van menig ouder, maar Huisman noemt dat niet realistisch. “Een reguliere school kan niet tegemoet komen aan alle vragen. Ze hebben hun grenzen, dus er zal altijd een discrepantie zitten tussen wat ouders willen en scholen kunnen bieden.” 

Om die reden heeft de AOb eind november samen met ouders en onderwijs de landelijke basisnorm passend onderwijs geformuleerd, die duidelijk maakt wat wel en niet tot de verantwoordelijkheden van scholen behoort. 
Uit onderzoek van Huismans promovendi blijkt dat het belang van het individuele kind steeds luider klinkt. Hij vindt dat niet per se een positieve ontwikkeling, evenmin als opname van leerrecht in de Leerplichtwet, een voorstel dat nu nog bij de Tweede Kamer ligt. “Hoe moet je dat organiseren in de praktijk? In een school kan individueel recht nooit de doorslag geven. Publiek regulier onderwijs gaat uit van de school als een gemeenschap en daarin moet je altijd diverse belangen afwegen.”

Elitair

Een veelgehoord bezwaar tegen particuliere scholen is dat ze elitair zijn. Omdat de school geen rijkssubsidie krijgt, moeten ouders alles zelf betalen. De inspectie zag prijzen variëren van 300 euro per maand tot 40.000 euro per jaar. Op 4 Elementen (7 leerlingen, 1 betaalde leraar) betalen ouders 350 euro per maand voor drie lesdagen per week (voor B3-scholen gelden afwijkende urennormen). Op Vivere varieert dat van 860 euro (po) tot 430 euro (vo) per maand, ouders die ook gebruikmaken van de bso betalen ruim 1280 euro per maand. Daarvoor kunnen ze wel 51 weken per jaar terecht op school en mogen ze zelf kiezen wanneer ze op vakantie willen. 

Aan dit maatwerk voor hun kind hangt dus een prijskaartje. Pauw hoorde van ouders: “Je denkt nu zeker dat we heel rijk zijn, maar we maken gewoon een bewuste keuze voor de toekomst van ons kind. Om het te kunnen betalen lenen ouders geld bij familie, verkopen ze hun auto of gaan ze kleiner wonen.” 

Feit blijft dat minima dit type onderwijs niet kunnen bekostigen. “Daarom is de groei van het particulier onderwijs zorgwekkend”, stelt Huisman, “want die vergroot de ongelijkheid”. Overigens noemt hij de groei van het schaduwonderwijs veel zorgelijker. “Schaduwonderwijs ondergraaft het publieke karakter van onderwijs veel meer dan die particuliere scholen, vooral omdat het veel omvangrijker is.” 

Op de particuliere school Vivere laten docenten leerlingen niet in alles de vrije keuze. “Een kind dat gelooft bij rekenen twee jaar achterstand te hebben, gaat rekenen uit de weg. Dat laten we de eerste weken zo, maar op een gegeven moment bieden we het wel aan.”

AOb-voorzitter Roovers vindt het logisch dat ouders op zoek gaan naar alternatieven. “Alle ouders willen het beste onderwijs voor hun kind. Maar wat me ontzettend steekt, is dat het uitmaakt of je geld hebt of niet. Dat is zeer zorgelijk, want daarmee creëren we een tweedeling die desastreus is voor de hele maatschappij. Kinderen uit gezinnen met een lagere sociaaleconomische status krijgen minder kansen om een rol in de samenleving te vervullen.”

Om die reden bepleit Sannen een leerbudget voor elk kind. “Dan zou onderwijsvrijheid echt kunnen bestaan.” Maar Poot-van den Bosch vindt dat criticasters het probleem ten onrechte bij de B3-scholen leggen. “Voor een bekostigde school gelden allerlei regels. Als je daar niet aan wilt voldoen, moet je ouders wel om geld vragen. Er moet fundamenteel iets aan het onderwijssysteem veranderen. Het probleem ligt dus bij de overheid en niet bij ons.”

 Flexibiliteit

Met de fundamenten van het stelsel is niets mis, aldus Pauw. Maar iets meer flexibiliteit zou mooi zijn. Ze hoopt dat het inspectieonderzoek aanknopingspunten biedt voor reguliere scholen om na te denken hoe het passender kan. “Wij gaan niet over het hoe, maar kijk eens of je je onderwijs niet flexibeler kunt organiseren. Moet elke leerling bijvoorbeeld altijd op hetzelfde moment die toets doen of kun je variëren in tempo? Ik zou het mooi vinden als B3-scholen hun kennis hierover delen met reguliere scholen.” 

Scholen kunnen dat alleen waarmaken als de overheid over de brug komt, stelt Roovers. “De grote beschuldigende vinger moet hier echt naar de overheid gaan. We hebben met zijn allen een grotere maatschappelijke opdracht te vervullen en dat vraagt om een overheid met een heldere visie op onderwijs. Het ontbreekt al jaren aan een echt plan en politiek lef: hoe zorg je nou dat alle kinderen goed onderwijs krijgen en ouders niet naar alternatieven hoeven uit te wijken? Het is hoog tijd dat de overheid echt investeert in onderwijs en luistert naar de beroepsgroep.” 

Voorlopig piekert Poot-van den Bosch er nog niet over om een bekostigde school te worden. “We willen niet aanbodgericht werken en te horen krijgen dat we in groep 3 minimaal dit en dit moeten aanbieden. We hebben hier leerlingen die met wiskunde op niveau 4 vwo zitten en met taal op niveau van groep 5. Wat ik het liefste wil, is dat de vrijheid die wij hebben, ook gaat gelden voor reguliere scholen.” 

Sannen is het daarmee eens. “Door die vrijheid merken we dat onze kinderen niet eerder zó veel geleerd hebben. Ze ontwikkelen zich veel blijer en gelukkiger dan ooit.”