Alle

Gratis apps in de klas? Weet wat je weggeeft

Speels, leerzaam en gratis. Apps om leerstof vrolijk te toetsen, zien hun fanbase groeien bij leerlingen en leraren. In ruil voor het gebruik ontvangen de makers data van de klas en de leerlingen. Hoe evenwichtig is die transactie?

Tekst Miro Lucassen - - 7 Minuten om te lezen

surfen

beeld: Typetank

Het is makkelijk: inloggen bij een nieuwe app met je google-account. Handig, meteen kan die app filmpjes van Youtube overnemen in je quiz of spel. Ook je foto’s komen binnen handbereik. Het gevolg: je koppelt vrijwillig je persoonlijke gegevens, zodat de makers van die app in één keer veel meer van je afweten dan nodig is. Ook Google profiteert: hoe meer gegevens, des te gerichter kan het bedrijf via zijn algoritmes advertenties naar de gebruiker sturen.

Betaal je niet, dan lever je automatisch data om de app te verbeteren

Tal van app-makers zien leerlingen en leraren als een aantrekkelijke markt, met gratis versies als lokkertje. Raakt de leraar ermee vertrouwd, dan hopen zij op de stap naar een betaalde versie. De coronacrisis zorgde in 2021 voor enorme groei, blijkt uit jaarcijfers. De behaalde winst gaat naar verdere ontwikkeling op deze groeimarkt. Scholen die niet betalen, leveren automatisch data om het product te verbeteren. 

Digitaal werken geeft kinderen energie

Het in Noorwegen ontwikkelde Kahoot is naar het Nederlands vertaald. De Amerikaanse producten Blooket en ClassDojo wisten hier net zo goed de harten van leraren te winnen. Nog populairder is het digitale speelveld bij de leerlingen. In de groep 8 van leerkracht Tamara Boneschansker maken de kinderen zelf leerspelletjes en quizzen met Kahoot, dat claimt jaarlijks 1 miljard spelers te hebben. “De kinderen zijn heel gericht op digitaal werken. Het geeft ze energie.”

Als de schermen aan gaan, schakel ik de schermcontrole in

Boneschansker heeft een pabo-minor digitale geletterdheid en programmeert graag met robots - ook met leerlingen. Denk echter niet dat haar klas bij De Meander in Amersfoort volstaat met computers: de kar met chromebooks is er voor alle groepen. “En als de schermen aan gaan, schakel ik de schermcontrole in.” Zo komen 21ste-eeuwse vaardigheden als mediawijsheid en privacy bijna vanzelf aan de orde. “De hoofdregel is verder: als je iets op het scherm doet, moet je er wel van leren, ook al ben je klaar met je weektaak. Ik probeer de schermtijd te beperken tot anderhalf uur per dag. Dat vinden ze niet altijd leuk, dus ik leg ook verantwoordelijkheid bij ze: wat wil je doen, wat is het doel, kun je ook een bordspel doen met een klasgenoot?”

Geheime wachtwoorden

Al vanaf groep 4 krijgen de leerlingen uitleg over het belang van geheime wachtwoorden, ook als ze samen aan een document werken. Schoolaccounts zijn zo anoniem mogelijk en wat er in de apps gebeurt, blijft buiten het leerlingvolgsysteem. Na de afsluiting van groep 8 hebben de leerlingen nog de zomervakantie om thuis te bewaren wat ze willen, daarna gaat het schoolaccount met de bijbehorende data in rook op.

Leerlingen zitten vanaf hun zesde jaar al in een digitaal ecosysteem

Elders verloopt de inzet van digitale middelen niet altijd met de nodige aandacht, weet Joost de Graaf, instructional designer op hogeschool Windesheim. “Als je leerlingen met Google laat inloggen, zitten die vanaf hun zesde jaar al in een digitaal ecosysteem. Het kind kan niet kiezen, het moet meedoen om de lessen te volgen. Uit oogpunt van privacy kun je hopen dat een alerte ouder er iets van zegt.”

Wat gebeurt er met de data?

Dat kan via apps voor oudercommunicatie als Parro en Socialschools. Die hebben hun eigen voetangels en klemmen, zegt docent digitale geletterdheid Remke Heijmans van de Thomas More Hogeschool. “Leerkrachten laten ouders tekenen dat hun kind in de klas mag worden gefotografeerd. In de app krijgen ouders dan informatie hoe het gaat. Over de foto’s is niet altijd voldoende geregeld.” LLES DOOR ONDER ILLUSTRATIE

beeld: Typetank

beeld: Typetank

De beelden in de fotorol op de telefoon komen meestal vanzelf terecht in de cloud-opslag van Google of Apple, zonder ouderlijke toestemming. De digitaal bewuste leraar leegt dus de fotorol zodra de beelden voor oudercommunicatie zijn gedeeld. Dat is geen gemeengoed, maar het bewustzijn komt op gang. Heijmans: “We hebben een periode van wildgroei in apps achter de rug, versterkt in coronatijd. Ik heb ook meegedaan aan dat wilde westen waarin we van alles uitprobeerden. Scholen moeten nu een privacy-officer hebben en het gebruik van digitale middelen verantwoorden. Als een leraar besluit om een leuke nieuwe app te gebruiken, moet dat eerst worden besproken. Wat gebeurt er met de data, staat dat begrijpelijk geformuleerd? Delen van gegevens met andere bedrijven gebeurt, maar is niet altijd goed zichtbaar.”

Appchecker

Zijn er hulplijnen? Kennisnet beheert online de Reisgids Digitaal Leermateriaal en een Appchecker. Verwacht daar geen concreet advies over risico’s. De reisgids somt feitelijke informatie op; Appchecker komt altijd uit op het advies om de collega te raadplegen die verantwoordelijk is voor digitale veiligheid en privacy. Dat kan niet anders, zegt domeinmanager Wouter van Steenbergen: “De wet verplicht scholen om zelf keuzes te maken. Kennisnet adviseert over de stappen, wij kunnen niet zeggen of een app voldoet aan alle richtlijnen rond privacy en databescherming.”

Over specifieke situaties kunnen wij geen generiek advies geven

Bij Kennisnet is wel te vinden welke apps zich hebben verbonden aan het privacyconvenant onderwijs. De meeste apps van buiten Europa hebben dat niet getekend. Moet een app eigenlijk afvallen zonder zo’n handtekening? Nee, zegt Van Steenbergen. “Over specifieke situaties kunnen wij geen generiek advies geven. Het zijn terechte vragen die de organisatie zich moet stellen, net als de noodzaak van een verwerkersovereenkomst zodra een app werkt met persoonsgegevens. Maar er is nooit één antwoord.”

Geschiedenisdocent Maarten de Jonge gebruikt op De Breul in Zeist zowel het Nederlandse LessonUp als Kahoot om te toetsen wat er is blijven hangen. “Ze doen echt hun best, ook al telt het niet mee voor een cijfer. En het geeft mij inzicht hoe ver ze zijn met de stof.” Voornamen zijn voldoende om in te loggen, De Jonge legt zelf de resultaten nergens vast. 

Ik gebruik in dia’s nogal eens afbeelding van mijn eigen hoofd, die hoef ik niet terug te zien op het internet

Op zijn scholengemeenschap heeft de docent grote vrijheid om apps te kiezen. “Er staan bij ons geen verbodsbordjes. Het is natuurlijk altijd de vraag wat die bedrijven doen met de data over het gebruik.” De Jonge is fan van LessonUp, dat het privacyconvenant heeft ondertekend en ook verwerkersovereenkomsten afsluit. “Materiaal van anderen gebruiken uit de open bibliotheek scheelt soms enorm veel tijd.” De meeste van zijn eigen lessen staan niet openbaar. “Ik gebruik in dia’s nogal eens afbeelding van mijn eigen hoofd, die hoef ik niet terug te zien op het internet.”

De verwerkersovereenkomst voor leerkrachten niet zo interessant

Bij elke grote hack in het nieuws krijgt vakleerkracht en ict-coördinator Daniëlle Koolmees vragen van collega’s op haar Paus Joannesschool in Rotterdam: “Hoe zit het met mijn data, hoe zet ik tweestapsverificatie aan. Hacks leiden tot een gevoel van onveiligheid en wij zijn verantwoordelijk voor de veiligheid van leerlingdata.” Zij werkt met Kahoot, LessonUp en Blooket, al is er met die laatste nog geen verwerkersovereenkomst afgesloten. “Dat moet wel volgens het schoolbeleid, maar leerkrachten zien een mooi gereedschap. Dan is de verwerkersovereenkomst voor hen niet zo interessant.”

Wettelijk gezien is het gewoon nodig om een verwerkersovereenkomst te sluiten

In Blooket loggen haar leerlingen in met de vijf cijfers van hun schoolaccount. Daar is geen actieve e-mail aan gekoppeld en er gaan geen specifieke persoonsdata over. Grijs gebied, vindt Koolmees. “In de Verenigde Staten vinden die bedrijven dat wij moeilijk doen, maar wettelijk gezien is het gewoon nodig om een verwerkersovereenkomst te sluiten.”

Kijk niet alleen naar mogelijke privacy-bezwaren, zegt ze tegelijkertijd. “We leven in een digitaal georiënteerde maatschappij. Als een app binnen de onderwijskwaliteit de les en de motivatie versterkt, is dat een belangrijke factor.”

Je kunt als leerkracht niet beslissen over de data van anderen

Zijn met de juiste motivatie alle apps in de klas verdedigbaar? Docent digitale geletterdheid Heijmans schrikt niet terug voor een generiek advies: “Je kunt als leerkracht niet beslissen over de data van anderen. Gebruik dus apps waar het netjes is geregeld. Er zijn voldoende gerenommeerde bedrijven op de markt zoals LessonUp. Ook in methodes als Prowise Presenter en de producten van educatieve uitgeverijen zitten interactieve elementen.”

Geld verdienen

Voor het primaire proces kan het nodig zijn persoonsgegevens te delen en dan hoort een verwerkersovereenkomst er gewoon bij. Welke gegevens? Daar valt met bedrijven over te onderhandelen, weet Joost de Graaf van Windesheim. “Ze willen geld verdienen, dus zijn bereid mee te buigen.”

Lopen die gesprekken op niets uit, dan adviseert Heijmans om zo’n app niet te gebruiken. “Je kunt dat netjes uitleggen, het gaat over de veiligheid van de kinderen.”