'Geef het vak Nederlands zijn ziel terug'
De taalcrisis is een veelkoppig monster dat we lang met de verkeerde middelen hebben bestreden. Geef docenten Nederlands de tijd om het nu goed aan te pakken, schrijft schoolleider Michelle van Dijk in een opiniestuk.
De daling van leesvaardigheid bij de PISA-testen werd voor het eerst zichtbaar in 2015. In de jaren daarvoor was de aandacht van tieners naar het nieuwste speeltje verschoven: de smartphone. Nu komen er voor het eerst regels op dat gebied, hoewel in 2013 de negatieve impact op leerresultaten al bekend was. Het scherm is altijd beschikbaar, ontlezing is de norm, maar ook: ‘ontschrijving’. Als je een WOZ-beschikking niet begrijpt, kun je er zeker geen helder bezwaar tegen indienen. Waar zijn de beleidsplannen ‘schrijfbevordering’? Dat het eindexamen en PISA schrijfvaardigheid niet meten, betekent niet dat het in dat domein wel goed gaat. Laten we spreken en luisteren ook niet vergeten. Hoe vaak luister je nog naar een presentatie zonder scherm?
Ons onderwijs vermindert diepgaande talige interactie
Toen Hercules met zijn knots de veelkoppige Hydra van Lerna te lijf ging, groeiden voor elke kop twee koppen terug. Ons onderwijs heeft de wereldwijde trend van minder diepgaande talige interactie niet afgeremd, maar versterkt. Hoewel onderzoek keer op keer uitwees dat lezen van papier beter is dan van het scherm, kozen veel Nederlandse scholen voor laptops in de klas. Lesmethodes in zaakvakken geven informatie in korte alinea’s en met kant-en-klare samenvattingen. Bij elke les een powerpoint, terug te vinden in de elektronische leeromgeving: aantekeningen maken hoeft niet meer.
In de taalles is de nadruk op begrijpend lezen veel en veel te groot geworden. Er is een verregaande vorm van teaching to the test. Sommige secties Nederlands werden door hun schoolleiding gedwongen een extra schoolexamen lezen in hun programma van toetsing en afsluiting op te nemen om de eindexamenresultaten te verbeteren.
Taalles is zielloos en doelloos, losgezongen van de context
Op beleidsniveau gaat het ook mis wanneer scholen tijd schrappen in de zaakvakken, terwijl algemene kennis het tekstbegrip juist versterkt. Er zijn al zulke grote verschillen tussen leerlingen in hun algemene kennis, samenhangend met sociale verschillen. Daar zouden lesmethodes veel in kunnen betekenen. Helaas. Ze bieden vaak elk domein van het vak (lezen, woordenschat, schrijven, etc) in aparte hoofdstukjes aan. De losse brokjes taalles zijn zielloos en doelloos, losgezongen van de context. Veel effectiever is het als de domeinen geïntegreerd worden aangeboden, vakoverstijgend om die kennis uit andere vakken er ook bij te betrekken, in betekenisvolle en prikkelende opdrachten met interactie en feedback.
De werkdruk moet omlaag
We weten dus inmiddels hoe het wel moet, maar het lerarentekort in het vak Nederlands is gigantisch en er is nog niets gebeurd om dat te bestrijden. Het lijkt de laatste, onsterfelijke kop van de Hydra. Er staan 230 vacatures voor leraar Nederlands op Meesterbaan.
Docenten hebben tijd nodig voor kwaliteit. Te veel geld gaat naar beleidsmakers, coördinatoren en programmaleiders basisvaardigheden: in de klas moet het gebeuren. Het kost tijd om lessen buiten de methode te maken die bij de leerlingen passen, het kost tijd om effectieve interactie en feedback in te richten. Er zijn landen die voor moedertaalonderwijs een hogere opslagfactor hanteren; er zijn landen die sowieso voor al het onderwijs een hogere opslagfactor hanteren.
Als de werkdruk lager wordt, kiezen ook meer mensen voor het vak
In de afgelopen jaren is de werkdruk alleen maar hoger geworden voor de docent Nederlands. Steeds vaker geven onbevoegde docenten het vak, of docenten in opleiding. Dat is te veel gevraagd voor hen, maar het vraagt ook veel van de ervaren collega’s die de programma’s en toetsen moeten maken, ook voor de jaarlagen die ze niet zelf draaien. Het is te laat om te discussiëren over de vraag of het wel eerlijk is voor docenten in andere vakken als de docent Nederlands meer uren krijgt. De docent heeft per lesgroep en per leerling meer tijd nodig dan nu het geval is, via welke weg je dit ook doet: kleinere klassen, meer lesuren per week, een hogere opslagfactor. Als de werkdruk lager wordt, zullen ook meer mensen (opnieuw) voor het vak kiezen.
Verkeerde keuzes
Voor alle hierboven genoemde problemen geldt dat ze elkaar ook nog eens versterken. Leerlingen met concentratieproblemen vinden diepgaande taalopdrachten moeilijker én zijn vatbaarder voor de telefoonverslaving. Verkeerde keuzes in de lesaanpak, zoals lezen zonder context of geheel vrij lezen, pakken vooral voor zwakke lezers verkeerd uit. De sociale segregatie die vanuit de thuissituatie al zorgt voor verschillen tussen leerlingen, werkt door in de segregatie van scholen, in zowel leerling-populatie als lerarentekort.
Het is tijd om alle koppen van het beest te verslaan. De tiener moet geboeid zijn in de taalles en veel meer leren dan nu gebeurt. Om dat te bereiken moet taalonderwijs betekenisvol, geïntegreerd, vakoverstijgend en interactief zijn. Dit kan alleen als er meer tijd wordt uitgetrokken voor goede lessen: geef de docent Nederlands meer tijd voor goed taalonderwijs.
Michelle van Dijk is schoolleider, docent Nederlands, schrijver en initiatiefnemer van het programma Woordenaars