‘Gedeeltelijk online les blijft nog even – maar docenten willen beslissen’
Meer dan de helft van de docenten in mbo, hbo en wo verwacht de komende tijd nog gedeeltelijk online les te geven. Dit om besmettingsgevaar te voorkomen, of omdat tijdens corona is gebleken dat online les ook voordelen biedt. Maar de keuze tussen online of fysiek onderwijs moet aan de docenten zijn, en niet aan de directie.
Dat zijn twee belangrijke lessen uit een enquête van de AOb onder onderwijspersoneel in het mbo, hbo en wo. De enquete is door 2500 personen ingevuld.
Bijna alle werknemers in de drie sectoren zijn inmiddels gevaccineerd, zo blijkt uit de cijfers: de vaccinatiegraad loopt op van 92 procent in het mbo tot 97 procent in het wetenschappelijk onderwijs. Slechts zo’n twintig procent van de invullers voelt zich echter volledig veilig op hun werkplek. De rest twijfelt of voelt zich ronduit onveilig.
In veel lokalen zijn er twee kleine ramen die beslist onvoldoende zijn voor de ventilatie
Dat onveilige gevoel wordt onder andere veroorzaakt door onduidelijkheid over de ventilatie. De overgrote meerderheid van de invullers (70 tot 90 procent) geeft aan dat die op hun werkplek niet op orde is.
‘Hele slechte ventilatie’, zo zegt een mbo-docent. ‘In veel lokalen zijn er twee kleine ramen die beslist onvoldoende zijn voor de ventilatie’, meldt een hbo-docent. ‘In een kwart van de lokalen is er wel een zijpaneel uit de muur gehaald, maar ventileert die met een andere binnenruimte - waardoor er geen frisse lucht binnenkomt.’
Arbodienst
In veel gevallen heeft de directie aan het personeel gemeld dat ventilatie op orde is. Maar dat vertrouwt niet iedereen. ‘De faculteit zelf zegt dat de ventilatie goed is”, zegt een medewerker aan een universiteit. ‘Maar ik ben benieuwd of een medewerker van de arbodienst hetzelfde zou constateren.’
‘Ik heb geen idee hoe de lokalen geventileerd kunnen worden’, zegt een van de respondenten eerlijk. ‘En ook geen idee hoe ik kan zien of ruiken of die ventilatie voldoende is’. Stel Co2-meters verplicht, suggereert een ander. ‘Dat gebeurt in België wel! Goede ventilatie is de belangrijkste investering tegen covid die er bestaat.’ De AOb heeft inmiddels een handleiding ventilatie voor het mbo, hbo en wo uitgebracht.
Najaar
Meer dan de helft van de invullers verwacht dat dit najaar nog zowel fysiek als online les te geven: van 50 procent van het mbo-personeel tot 70 procent van de medewerkers van universiteiten.
In de eerste plaats is online onderwijs volgens veel invullers nog even nodig om besmettingen te voorkomen. ‘Ondanks dat ik volledig gevaccineerd ben, kan ik toch corona krijgen en het doorgeven aan mijn partner die zeer kwetsbaar is’, zegt een mbo-docent die graag zoveel mogelijk online blijft lesgeven.
’Ik zie er als een berg tegenop om weer in volle klassen te moeten lesgeven’, zegt een ander. “Niet alle studenten zijn ingeënt’, zegt een derde. ‘En we hebben krappe lokalen. Online heb ik een veiliger situatie.’
Laten we de positieve elementen van afgelopen maanden behouden. Sommige lessen kunnen best online
Een tweede argument voor online les is dat dit ook voordelen kan bieden. ‘We hebben geleerd dat blended onderwijs, de helft van de lessen op school en de andere helft thuis, prima kan werken’, zegt een respondent. ‘In het bedrijfsleven werken veel mensen ook al een deel van de week thuis. Laten we onze studenten dat alvast leren.’
‘We hebben het afgelopen jaar geïnvesteerd in online onderwijs en blendend learning’, zegt een andere invuller. ‘Waarom deze onderwijsvorm nu weer overboord gooien?’ ‘Ik begrijp niet waarom we de positieve elementen van afgelopen maanden niet behouden’, zegt een derde. ‘Sommige lessen kunnen best online.’
‘Fysiek onderwijs wordt geïdealiseerd’, vindt een andere docent. ‘Niet álle studenten willen weer volledig naar school, niet ál het onderwijs was slechter online. Ik heb online prachtige dingen zien gebeuren, laten we die vernieuwing vasthouden.’
Werkdruk
Veel respondenten geven echter ook aan dat hybride onderwijs, waarbij de helft van de klas live les krijgt en de andere helft tegelijkertijd online de les volgt, de werkdruk enorm verhoogt.
‘Hybride onderwijs kost heel veel extra tijd en energie, die niet vanuit de instelling wordt gecompenseerd. De factor voor lesvoorbereiding zou moeten worden aangepast, zodat de docenten niet alles in eigen tijd hoeven te doen.’
Ik ben docent, geen YouTubeer!
‘Er wordt geen enkele rekening gehouden met de extra werkdruk door de combinatie van online en offline onderwijs’, zegt ook een medewerker van een universiteit. ‘Er is niets gedaan om een feitelijke verdubbeling van de onderwijstaak te voorkomen’, vindt een derde respondent. ‘Hybride onderwijs is geen duurzaam alternatief’, vindt een vierde invuller van de enquête. ‘Het maakt docenten overspannen.’
Kantoortuin
Docenten die online onderwijs willen verzorgen moeten daar ook de technische mogelijkheden voor krijgen, vinden veel respondenten. En dat gaat nog lang niet goed. ‘Online lesgeven of vergaderen wordt niet gefaciliteerd. In een kantoortuin is online werken niet mogelijk.’ ’Er zijn nauwelijks faciliteiten om op school online les te kunnen geven’, geeft een ander aan. ‘Geen tweede schermen, geen ruimtes voor studenten om de online activiteiten te kunnen volgen.’
De rode lijn in alle antwoorden is dat elke docent eigen redenen heeft om al dan niet online of fysiek les te geven. De docententeams moeten dan ook steeds het eerste en laatste woord hebben in deze beslissing, vindt de AOb. En niet de directie of college van bestuur.
De praktijk is helaas soms anders. Begin deze week bleek dat directies van bijvoorbeeld sommige ROC’s hun docenten willen verplichten om gedeeltelijk online les te geven. En dan vaak niet uit onderwijskundige argumenten, zeggen respondenten in deze enquête.
Ik ben bang dat het bestuur online onderwijs gaat doordrukken om kosten te besparen
‘Er wordt soms uitgegaan van online onderwijs als bezuiniging op lokalen’, zegt een van de invullers. ‘Bij ons moet twintig procent van de les online’, zegt een ander. ‘Niet vanwege gezondheidsoverwegingen, of als onderwijskundige of didactische keuze. Wel als kostenbesparing op gebouwen.’
‘Ik vind het jammer dat mijn onderwijsinstelling er uit het oogpunt van bezuinigingen voor kiest om online les te blijven geven’, zegt een mbo-docent. ‘Niet goed voor de leerlingen, en niet goed voor de docenten die moeten switchen van online naar fysieke les.’
‘Ik ben bang dat het bestuur deze situatie gaat gebruiken om online onderwijs er door te drukken, om kosten te besparen’, zegt een derde. ‘Maar ik ben docent, geen YouTube’er!’
‘Fysieke les en online les hebben beide voordelen’, vat een van de respondenten de discussie samen. ‘Laat iedereen daarbij zijn of haar eigen keuze maken.’