Alle

Geblunder met de lerarenbeurs

Vorige zomer liepen 2400 docenten de lerarenbeurs mis nadat regeringspartijen de subsidiepot hadden geplunderd. Een politieke uitglijder die simpel te voorkomen was geweest, zo blijkt uit een reconstructie door het Onderwijsblad.

Tekst Arno Kersten - Redactie Onderwijsblad - - 13 Minuten om te lezen

lerarenbeurs_header

Beeld: Typetank

Afgewezen, ziet Floortje Kootte als ze begin augustus 2020 op MijnDUO inlogt. De docent klassieke talen aan het Utrechts Stedelijk Gymnasium heeft zich een paar maanden eerder aangemeld voor de lerarenbeurs, omdat ze een wiskunde-opleiding wil gaan volgen aan de Vrije Universiteit. “Ik hou erg van studeren en ik wilde iets gaan doen wat echt iets anders is dan Latijn en Grieks”, vertelt ze.

Een studie met een flink prijskaartje: in haar geval 11 duizend euro aan instellingscollegegeld per jaar. De lerarenbeurs van 7 duizend euro zou daarom meer dan welkom zijn. “Ik vond de afwijzing heel vervelend, ook voor de school”, aldus Kootte. Op haar school zijn op dat moment alle voorbereidingen namelijk al getroffen. Er zijn passende roosters in elkaar gepuzzeld en een docent is aangetrokken om haar vanaf september te vervangen tijdens haar wekelijkse studieverlofuren, die ook door de lerarenbeurs vergoed zouden worden. Zelf was ze er niet helemaal gerust op, maar de schoolleiding zag het zonnig in. Waarom ook niet? Voorgaande jaren is er steeds geld overgebleven in de subsidiepot. “Mijn rector was er hartstikke zeker van: je krijgt die beurs, geen twijfel mogelijk.”

I Een politieke deal

Het najaar ervoor. Op het Haagse Binnenhof bereiden de coalitiepartijen zich voor op de behandeling van de onderwijsbegroting 2020. Het is een kans om nog wat te sleutelen aan de inzet van onderwijsgeld met het oog op het zorgwekkende lerarentekort. Bij de VVD verwachten ze veel van zij-instromers. De animo is groot en die potentiële leerkrachten moet je met beide handen aanpakken. Daarom heeft Kamerlid Rudmer Heerema een amendement opgesteld om de subsidiepot voor zij-instromers aan te vullen.

“We zagen dat de zij-instroom helemaal vastliep en dat er geld nodig was”, vertelt hij nu, terugblikkend. Dat geld moet ergens vandaan komen. “Dan kijk je met het ministerie of er een financieringsrichting gevonden kan worden. Gezien het feit dat er historisch steeds geld overbleef bij de lerarenbeurs, lagen daar mogelijkheden om dat te benutten. Anders gaat het terug naar de schatkist.” Hoeveel geld er jaarlijks overblijft bij de lerarenbeurs, is Heerema “globaal” bekend. Maar hij laat het uitzoekwerk over aan het departement. “Dat contact loopt via de persoonlijk assistent van de minister.”

Als je weet hoe de worst gemaakt wordt…dit soort amendementen komt niet zomaar uit de lucht vallen, die zijn uitvoerig afgestemd met het minsterie zelf

Collega-Kamerlid en coalitiegenoot Paul van Meenen (D66) onderschrijft hoe het achter de schermen werkt. “Als je weet hoe de worst gemaakt wordt…dit soort amendementen komt niet zomaar uit de lucht vallen, die zijn uitvoerig afgestemd met het minsterie zelf.”

Voor de zij-instromers wordt achttien miljoen euro gevonden. Het is de grootste van drie voorstellen die door de vier coalitiepartijen gezamenlijk worden ingediend. Met Slobs zegen wordt een kleine dertig miljoen euro uit de lerarenbeurs gehaald. Geld dat anders toch maar blijft liggen, veronderstellen de Kamerleden. Minister Slob geeft zijn zegen aan de voorstellen. Gesteund door een groot deel van de oppositie worden ze aangenomen.

II De minister stelt gerust

Het is niet voor het eerst dat de lerarenbeurs wordt teruggeschroefd. Vanwege de teruglopende aanvragen gebeurde dat de afgelopen jaren al vaker. Van 106 miljoen in 2017 naar 94 miljoen in 2018 en 82 miljoen in 2019. In 2020 was het budget 78 miljoen, maar na de ingreep door de Tweede Kamer blijft er 49,6 miljoen over. DUO verspreidt in februari een bericht daarover. De AOb-website meldt het nieuws op 18 februari: er is genoeg geld voor alle herhaalaanvragen (van leraren die al met hun studie bezig zijn), maar beperkt budget voor nieuwe aanvragen.

Tijdens een debat de volgende dag trekt SGP-Kamerlid Roelof Bisschop erover aan de bel. Zit er nog wel genoeg in de pot? Maar minister Slob wijst de SGP’er er fijntjes op dat die de bezuiniging op de lerarenbeurs ook heeft gesteund en vindt dat er geen twijfel gezaaid moet worden. Hij stelt de Tweede Kamer gerust. “U weet hoe het werkt bij onderuitputting: als je aan het eind van het jaar merkt dat iets niet gebruikt is, gaat het naar de schatkist. Nu konden wij het voor het onderwijs bewaren en ook op een goede manier inzetten.”

Gevraagd om een terugblik, reageert Bisschop per e-mail: “Het is achteraf wat wrang dat het scenario zich toch heeft voorgedaan dat de inzet voor de lerarenbeurs wel is gefrustreerd.” Het geschuif met restbedragen tussen subsidiepotjes binnen de begroting noemt hij “gegoochel”. Voor politici blijkt het niet zonder risico’s en voor normale burgers valt het niet uit te leggen.

Het is achteraf wat wrang dat het scenario zich toch heeft voorgedaan dat de inzet voor de lerarenbeurs is gefrustreerd

Een halfjaar later blijkt dat maar liefst 2400 leraren nul op het rekest hebben gekregen. Allemaal leerkrachten die dolgraag aan een studie zouden willen beginnen. Floortje Kootte belt met DUO, ze wil weten waarom haar aanvraag is afgewezen. Heeft ze misschien iets verkeerd gedaan? “Nee, nee, zeiden ze bij DUO, het geld was op.”

Dat had ze best eerder willen weten. Ze diende jaar aanvraag begin juni in (de termijn loopt van 1 april tot en met 30 juni), maar toen waren er waarschijnlijk al zoveel herhaalaanvragen binnen dat de hare bij voorbaat kansloos was. Maar bij DUO wordt pas na het sluiten van de aanvraagperiode de balans opgemaakt.

Als voorbereiding op haar studie heeft ze zich in de vakantie op de wiskundestof gestort. “Ik heb ooit vwo wiskunde b met een zes gehaald, maar dat is 25 jaar geleden. Het leek me handig alles wel weer even flink op te halen.”

Het lijkt voor niks geweest, want zelf jaarlijks elfduizend euro ophoesten is wel wat al te gortig. Maar Kootte heeft geluk. Vlak voor de start van het nieuwe schooljaar ontvangt ze een bericht van schoolbestuur Nuovo, haar werkgever. Ze krijgt de opleidingskosten dit jaar helemaal vergoed. “Daar ben ik echt heel blij mee. Ik vind het een hartstikke leuke studie en het gaat goed.”

III De overschotten

Hoeveel leraren net als Kootte gesteund worden door hun bestuur, is niet bekend. Evenmin is duidelijk hoeveel docenten de opleiding uit eigen zaken betalen, of juist van hun studie hebben afgezien. Over die gegevens beschikt uitvoeringsorganisatie DUO niet, zo laat een woordvoerder weten.

DUO levert op verzoek van het Onderwijsblad wel andere cijfers aan. Want de prangende vraag is natuurlijk: hoevéél schoot er de afgelopen jaren nou precies over bij de lerarenbeurs? In een uitgebreid antwoord op Kamervragen dat Slob begin september naar de Tweede Kamer stuurt, vol tabellen en staatjes, ontbreken deze cijfers opmerkelijk genoeg.

Uit de DUO-opgave blijken de overschotten beperkt: 14 miljoen in 2017, 14 miljoen in 2018 en 7,6 miljoen in 2019. Beduidend minder dan de coalitiepartijen uit de subsidiepot haalden.

“Nee, dat was mij niet bekend”, zegt VVD-Kamerlid Heerema in reactie op de cijfers. “Mij is aangegeven dat er voldoende zou overblijven, daar ben ik vanuit gegaan. Zo ben ik dat politiek gewend, dit is de eerste keer dat het niet klopt.”

Ook GroenLinks-Kamerlid Lisa Westerveld, die twee van de drie coalitie-amendementen steunde, kende deze cijfers niet, laat ze via Whatsapp weten. “Dat was ons niet bekend. Ik heb afgelopen zomer ook nog uitgezocht wat er toen in de begrotingsdebatten over is gezegd en daaruit kwam dit ook niet naar voren. Daarbij speelt ook dat als een minister een positief oordeel geeft over een amendement, je ervan uitgaat dat het financieel kloppend is.”

Ik heb ook vóór gestemd, weliswaar omdat minister zei dat het kon. Maar we zijn allemaal onderdeel van het probleem

SP-Kamerlid Peter Kwint: “Als de minister herhaaldelijk zegt dat er geen problemen bij de lerarenbeurs ontstaan en dat we zo ook nog eens het lerarentekort kunnen bestrijden, dan is dat niet zo’n moeilijke afweging. Ik heb ook vóór gestemd, weliswaar omdat minister zei dat het kon. Maar we zijn allemaal onderdeel van het probleem.”

Om alle aanvragen te honoreren was er 71,6 miljoen euro nodig geweest. Vergeleken met het originele budget van 78 miljoen zou er dus inderdaad opnieuw geld zijn overgebleven. Dankzij de politieke ingreep was er nu bijna 22 miljoen tekort.

D66-Kamerlid Paul van Meenen vindt dat de Tweede Kamer de hand in eigen boezem moet steken. “Wij hadden er kritischer naar kunnen kijken. Niet om onszelf vrij te pleiten, maar Slob heeft steeds bevestigd in debatten dat het allemaal deugde, zoals bij de vragen van de SGP. Zijn ambtenaren kijken de hele dag naar die budgetten, wij niet. De Kamer is niet goed geïnformeerd. Dat gebeurde pas in augustus, toen zijn we gelijk in actie gekomen.”

IV Oproer in de Kamer, verdeeldheid in de coalitie

In de zomer spreken politieke partijen er schande van, coalitiepartijen CDA en D66 voorop. Een grote meerderheid steunt een motie van CDA, D66, GroenLinks, SP en PvdA die de minister oproept om snel met een oplossing te komen. Het legt verdeeldheid bloot binnen de coalitie: VVD en ChristenUnie stemmen tégen. “Omdat die motie niet opportuun was”, blikt VVD’er Heerema terug. “De minister gaf aan dat hij de motie niet kon uitvoeren. Ik vind dat je als Kamerlid dan een fout signaal afgeeft naar docenten. Op Twitter zie je dan vaak: kijk, onze motie is aangenomen! Je schept valse verwachtingen.”

Maar als de motie Kamerbreed was gesteund, had je daarmee toch een sterker signaal aan de minister afgegeven? Heerema: “Ik denk niet dat dat zoveel had uitgemaakt. En bovendien, dan moet dat geld ook weer ergens vanaf. Wil je dan geld weghalen bij zij-instromers of de corona-compensatie?”

Op Prinsjesdag blijkt de bezuiniging op de lerarenbeurs structureel, voor 2021 en 2022 staat er zelfs nóg een paar miljoen euro minder ingeboekt. Dat is de consequentie van een andere ingreep door de Tweede Kamer om geld over te hevelen naar de bestrijding van het lerarentekort. Toch zet minister Slob een maand later de deur zelf weer op een kier, gepresst door coalitiegenoten D66 en CDA en oppositiepartij SP. Hij belooft een beroep te doen op minister Hoekstra van financiën om er bij de najaarsnota naar te kijken. Dat is de laatste kans om nog aan de begroting voor 2020 te sleutelen.

Wij zien helaas geen mogelijkheden om dit jaar de afgewezen aanvragen alsnog toe te kennen

Maar als de najaarsnota een paar weken voor het kerstreces het licht ziet, is er helemaal niks gebeurd. “Wij zien helaas geen mogelijkheden om dit jaar de afgewezen aanvragen alsnog toe te kennen”, laat een woordvoerder van het ministerie van Onderwijs dan weten. Afgewezen leraren kunnen het volgend jaar opnieuw proberen, ze zullen dan met voorrang worden behandeld. Maar daar hebben de docenten die nu de opleiding uit eigen zak betalen niks aan.

Daarom dient SP’er Kwint een amendement in om de najaarsnota aan te passen. Er blijken namelijk wat meevallers te zijn en omdat die klein genoeg zijn, hoeven ze niet terug naar de schatkist maar schuiven ze door naar het nieuwe jaar. Een deel daarvan wil hij reserveren voor de lerarenbeurs. Niet dat docenten het geld dan binnen een week op de rekening hebben staan, maar toch. “Ik hoor al maanden iedereen roepen dat ze dit willen regelen en nu is het al half december”, licht Kwint dan toe. “Het is niet acceptabel dat leraren nu toch de dupe worden. Als we het nu niet regelen, wil ik de coalitiepartijen er ook niet meer over horen.”

Het is niet acceptabel dat leraren nu toch de dupe worden. Als we het nu niet regelen, wil ik de coalitiepartijen er ook niet meer over horen

D66 is er ook nog niet klaar mee, laat Kamerlid Van Meenen twee dagen voor de stemming telefonisch weten. “Wij zijn daar altijd duidelijk in geweest: dit probleem moet opgelost worden.” Daarom zint hij zelf op een amendement. Liefst samen met collega Michel Rog van het CDA, die inmiddels is aangetreden als wethouder in Haarlem en niet reageerde op verzoeken om een toelichting. De D66’er houdt nog wel een kleine slag om de arm. “Het moet worden afgestemd binnen de coalitie om te checken of het ook echt kán, begrotingstechnisch. Maar ik zou zeggen: als de Kamer het wil…”

Op slag van het reces gaat het oproer als een nachtkaars uit, zonder de beloofde oplossing. ‘Kan niet volgens de begrotingsregels’, appt Van Meenen daags na de stemming. Ik krijg het er niet door, alles geprobeerd. Nieuwe kansen in het voorjaar. Helaas!’ Het voorstel van de SP komt vier stemmen tekort en wordt weggestemd door de coalitiepartijen.

V Politieke leerschool

Met het uitgeklede budget is de ruimte voor nieuwe aanvragen voor de lerarenbeurs dit jaar wederom krap, verwacht DUO. Het is de vraag hoe de toekomst voor de beurs eruit ziet. Met het nijpende lerarentekort dirigeren sommige partijen liever meer geld naar concrete doelen die direct bijdragen aan de werving van nieuwe docenten, zoals een zij-instromers-subsidie.

Of de geldpot voor de lerarenbeurs weer aangevuld wordt, is wat VVD’er Heerema betreft een onderwerp voor na de verkiezingen. Nu weer geld weghalen bij zij-instromers lijkt hem in elk geval geen goed idee. En passant wijst hij naar de schoolbesturen. “Ik kan me voorstellen dat werkgevers zelf zeggen: wij hechten waarde aan de kwaliteit van onze mensen en investeren zelf in die professionalisering.”

Dit is voor mij een leerschool. Dat dit zo is gelopen, vind ik echt te betreuren

De ironie wil dat de opgehoogde subsidiepot voor zij-instromers afgelopen jaar niet is opgegaan. Doordat het aantal aanvragen lager uitpakte, bleef er 2,5 miljoen euro over. Niet heel veel, maar toch het equivalent van een paar honderd lerarenbeurzen.

“Dit is voor mij een leerschool”, antwoordt Heerema op de vraag welke les er uit de hele affaire te leren valt. “Op moment dat we signalen van het ministerie krijgen, trekken we de bedragen voortaan ook wat strakker na. Dat dit zo is gelopen, vind ik echt te betreuren. Maar het geld is wel uitgegeven aan een goede bestemming.”

“Het is onbevredigend dat door formalistisch gedoe in de begroting mensen in het onderwijs in de wielen gereden worden”, concludeert SGP-Kamerlid Bisschop. Zijn advies: “Kies zo spoedig mogelijk een andere regeling die gewoon voldoende ruimte en duidelijkheid biedt. Voor iedereen die zich in het onderwijs verder wil scholen en om het lerarentekort aan te pakken. Voor beleidspunten die echt prioriteit hebben, mogen uitvoering en financiën niet in de weg zitten.”

Slobs boetekleed

Hoe kon minister Slob zijn zegen geven aan amendementen die veel meer geld uit de lerarenbeurs haalden dan er jaarlijks overbleef? Zijn woordvoerder gaat niet in op die vraag. Ze verwijst naar een debat in de Tweede Kamer afgelopen september waarin Slob het boetekleed aantrekt.

Daarin zegt Slob: “We hadden inderdaad in de jaren ervoor onderuitputting gehad. Uiteindelijk zijn het deze amendementen geworden, waarvan ik ook nu heb gezien... Ik bedoel: ik heb misschien toen ook wel geweten – maar in alle oprechtheid geef ik u natuurlijk hier de antwoorden – dat als je de bedragen optelde, die natuurlijk wel weer verder gingen dan de onderuitputting die er eerder was (…)

Ik had in februari inderdaad ook moeten zeggen dat we ons wel zorgen maakten. Dat is niet gebeurd. Dat trek ik me in die zin aan. U kent mij immers: ik probeer u altijd zo volledig mogelijk mee te nemen in de onderwerpen en ook in de informatie die ik heb. Ik heb er ook geen enkel belang bij om dat achter te houden, want u ziet wat er nu voor situatie ontstaat (…)

Achteraf gezien hadden we dat misschien veel meer moeten uitdiscussiëren. Het is ook niet zo dat wij mensen die ons om informatie hebben gevraagd even een loer hebben gedraaid. Want je weet ook dat je dat altijd per kerende post terugkrijgt. Dus er is hier gewoon naar eer en geweten gehandeld.”

Dit artikel verscheen in verkorte vorm in het februarinummer van het Onderwijsblad. Lees ook de andere artikelen over de lerarenbeurs op deze site.