Functiemix geeft blije en scheve gezichten
Met de functiemix kunnen meer leraren doorstromen naar een hogere salarisschaal. Veel leraren vinden dan ook dat de functiemix de loopbaanmogelijkheden vergroot en erkenning geeft. Tegelijkertijd leidt het mislopen van promotie tot teleurstelling en frustratie.
Anne-Marie Ponsen vindt dat ze veel aan de functiemix te danken heeft. Ze is leerkracht van groep 1 en bouwcoördinator bij de School Mühring in Dordrecht. “Zeven jaar geleden werd ik bouwcoördinator en was het een taak. Vier jaar geleden is het dankzij de functiemix een LB-functie geworden en ben ik een schaal omhooggegaan.” Ze solliciteerde niet in de eerste plaats voor het geld. “Ik wilde bouwcoördinator blijven en een financieel voordeel was daarbij mooi meegenomen.”
Als bouwcoördinator trad ze toe tot het managementteam. Ze ziet haar functie als erkenning. “Ik dacht altijd al mee over hoe de school nog beter kan worden, maar doordat bouwcoördinator een functie is geworden heeft het meer gewicht gekregen.''
Een functie geeft meer invloed dan een taak omdat je dan officieel verantwoordelijkheid draagt en er verwacht wordt dat je meedenkt.
Verbetering loopbaanmogelijkheden
Meer leraren zijn positief over de functiemix. Een derde van de leraren in het primair onderwijs en een kwart in het voortgezet onderwijs vindt dat de mix de loopbaanmogelijkheden verbetert. Voorwaarde voor een hogere functie en salaris zijn vaak een extra opleiding of specifieke taken als taal- of rekenspecialist, coaching van collega’s, bijdragen aan onderwijsvernieuwing of managementtaken.
Ook schoolleiders denken dat het leraarschap aantrekkelijker is geworden en de functiemix meer mogelijkheden biedt om goede leraren te behouden. Dit blijkt uit het onderzoek ‘Carrièreperspectieven van leraren in het kader van de functiemix’, dat kenniscentrum CAOP en het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA) uitvoerden onder 1200 leraren en 1000 schoolleiders.
Doorstromen
De functiemix, een afspraak uit het Convenant Leerkracht uit 2008, heeft als doel meer leraren te laten doorstromen naar een hogere salarisschaal. Het primair onderwijs blijft met 26 procent van de leraren in schaal LB achter bij de doelstelling van 40 procent. In het voortgezet onderwijs gelden maatwerkafspraken per schoolbestuur (de landelijke stand was in oktober 2015: 42 procent LB, 31 procent LC en 27 procent LD).
“Begin dit schooljaar had 90 procent van de scholen die doelstellingen gehaald", zegt AOb-rayonbestuurder Clazien Rodenburg. "De 10 procent is een worsteling van ‘niet willers’ en ‘niet kunners’. We zijn als vakbonden in gesprek met die scholen. Het lastige is dat er geen sanctie is voor scholen die de gelden niet aan de functiemix besteden."
LD-functie
In het vmbo en praktijkonderwijs komen zelden LD-functies voor, blijkt uit onderzoek van onderzoeksbureau SEO. LD-functies gaan veelal naar eerstegraads docenten in de bovenbouw van havo en vwo, volgens de onderzoekers.
Ton Kuijvenhoven is de uitzondering die de regel bevestigt. Hij is docent algemeen vormende vakken, stagebegeleider en nazorgcoördinator aan de Gooise Praktijkschool in Hilversum, in schaal LD. Hij ging dankzij de functiemix in 2013 van schaal LB naar LC en in 2015 naar LD. “De omschrijving voor LC was gericht op groepsoverstijgend werken. Dat kon ik aantonen door de nazorgcoördinatie, het praktijkonderwijs heeft twee jaar een nazorgplicht voor oud-leerlingen. Bij LD was de participatie in netwerken met externe organisaties rond de school belangrijk. Ik heb al jaren contacten met verschillende organisaties voor onze (oud-)leerlingen.”
Kuijvenhoven vond dat hij in aanmerking kwam voor de LD-functie en solliciteerde. “De taken waar de functie aan is gekoppeld, doe ik al langer. Ik zie het als erkenning van mijn werkzaamheden. Maar voor de LD-functie vielen drie collega’s af, die naar mijn idee ook de capaciteiten hadden om in aanmerking te komen. Eigenlijk zou er een regeling moeten komen waarbij je aan het eind van je salarisschaal automatisch een schaal omhooggaat bij goed functioneren”, vindt Kuijvenhoven.
Gunfactor en willekeur
Niet iedereen heeft positieve ervaringen met de functiemix. Twee teleurgestelde leraren die promotie misliepen, willen alleen anoniem hun verhaal doen omdat ze bang zijn hun promotiekansen te schaden. “De procedure voor de functiemix werkt vrij willekeurig en de manier waarop mijn school ermee omgaat, heeft een hoge gunfactor”, vindt een leraar uit de provincie Groningen.
Hij solliciteerde tevergeefs naar een LC-functie. “Naar mijn idee voldoe ik volledig aan de eisen. Was ik de enige kandidaat, dan zou mijn sollicitatie denk ik moeiteloos gehonoreerd worden. Nu ben ik bijvoorbeeld gepasseerd door enkele jonge collega’s die een leuk project hebben gedaan waar de school naar buiten toe goede sier mee kan maken. Een van hen maakte in een paar jaar promotie van LB naar LD. De gunfactor is daarbij heel groot. Je kunt op de achtergrond een belangrijke rol spelen in een team, maar dat wordt minder gezien dan wanneer je een voortrekker bent. In beloning en waardering zie je dat nu niet terug.”
Het leidt tot demotivatie. “Ik heb vaker gesolliciteerd naar LC en na een afwijzing ben ik behoorlijk van slag. Dan denk je: Bekijk het allemaal maar, ik geef mijn lessen en doe geen extra activiteiten meer. Ook ben je wat meer op je hoede, omdat je constant het gevoel hebt dat je beoordeeld wordt voor een eventuele volgende sollicitatie. Dat is iets dat lang na sijpelt. Maar ik solliciteer gewoon door, je bent een dief van je eigen portemonnee als je het niet doet.”
Promotie mislopen
Deze leraar staat niet alleen. Bijna een kwart van de leraren in het primair onderwijs en bijna een derde van de leraren in het voortgezet onderwijs is de afgelopen vijf jaar na een sollicitatie promotie misgelopen, blijkt uit het onderzoek van CAOP en ROA.
Ondanks dat de loopbaanmogelijkheden verbeterd zijn door de functiemix is twee derde van de leraren ontevreden over de carrièrekansen in het onderwijs.
Ze vinden promotiecriteria onduidelijk en willekeurig toegepast, hebben het gevoel dat anderen voorgetrokken worden en dat ze daardoor ten onrechte promotie mislopen. AOb-bestuurder Rodenburg kent de klachten. “Ik hoor soms dat criteria onduidelijk zijn, maar ik heb niet veel voorbeelden gezien. Op scholen waar de verhoudingen niet zo goed zijn, kunnen soms mensen benadeeld worden, maar ik ken ook besturen die er een goed traject van maken”, zegt ze.
Rodenburg denkt dat de functiemix het onderwijs ruim voldoende gebracht heeft. “Maar de komende jaren gaan veel leraren in LD met pensioen. We blijven waakzaam dat scholen nieuwe LD-functies uitdelen en we willen nieuwe afspraken om de mix in de toekomst op peil te houden. Als vakbonden moeten we er ontzettend aan sleuren om de gelden aan de functiemix besteed te krijgen.”
Irritaties en onvrede
Een leraar op een basisschool in Eindhoven is de dupe van het niet besteden van middelen voor de functiemix. “We hebben nog geen 10 procent LB-functies op school, terwijl dat 40 procent zou moeten zijn. Onze directeur wil er niet aan.” Deze leraar ambieert een coördinerende functie waarvoor hij graag promotie naar schaal LB zou maken. “Ik zit aan het maximum van mijn schaal. Daarom zie ik de functiemix als een mooie kans op promotie. Ik krijg lovende kritieken, doe mijn werk als leerkracht goed.” Hij besluit zelf te solliciteren. “Nadat ik aangaf graag een LB-functie te willen, werd ik nog net niet uitgelachen. Zo werkt dat niet, werd er gezegd.” Het gaf hem een knauw. “Je hebt iemand die een voortrekkersrol in je school wil vervullen en die laat je zijn ambities niet waarmaken. Ik voel me ontmoedigd en het zorgt voor irritaties en onvrede. Inmiddels ben ik erachter dat de directeur dacht dat de functiemix uit het schoolpotje komt, terwijl er extra middelen voor beschikbaar gesteld zijn.”