WO&O

Flexdocenten zijn het beu

Terwijl universiteiten meer vaste aanstellingen beloven, staan vacaturesites bol van de tijdelijke snipperbanen met hoge eisen, maar zonder baanzekerheid. Flexdocenten pikken het niet langer.

Tekst Yvonne van de Meent - Redactie Onderwijsblad - - 8 Minuten om te lezen

bril

Beeld: Typetank

De Rijksuniversiteit Groningen zoekt vijf tot tien docenten filosofie, ieder met een eigen specialisatie, bijvoorbeeld ethiek of geschiedenis van de filosofie. Ze gaan minimaal één en maximaal drie dagen in de week lesgeven aan bachelor- en masterstudenten. Kandidaten moeten gepromoveerd zijn, ruime onderwijservaring hebben, het Engels tot in de puntjes beheersen én genoegen nemen met een jaarcontract en schaal 10. Terwijl gepromoveerden volgens de cao minimaal schaal 11 horen te krijgen.

Universiteiten halen alles uit de kast om te voorkomen dat docenten met alleen onderwijstaken een vaste aanstelling krijgen

Op de vacaturesite Academictransfer.com zijn vlak voor de zomervakantie veel meer snipperbanen te vinden waarin hoge eisen gesteld worden aan sollicitanten, zonder dat er baanzekerheid tegenover staat. De Radboud Universiteit is bijvoorbeeld op zoek naar docenten psychologie die twee tot drie eerstejaarswerkgroepen kunnen begeleiden. De werkgroepbegeleiders krijgen een aanstelling van 0,18 tot 0,24 fte voor 9 tot 12 maanden, maar die uren zijn niet gelijkmatig verdeeld. De toekomstige docenten moeten rekening houden met piekbelasting van maart tot juli wanneer de beoordeling van studenten plaatsvindt.

De Universiteit Utrecht heeft een vacature voor een gepromoveerde in de turkologie die van 1 september tot 15 november het vak ‘Het Ottomaanse rijk en het ontstaan van het moderne Midden-Oosten’ kan verzorgen. Het gaat om een aanstelling van 0,47 fte voor 3,5 maand. Mogelijk kan de turkoloog van 1 februari tot 15 april een ander bachelorvak verzorgen. Beloning: schaal 10 of 11.

Jan Overwijk trekt op Twitter ten strijde tegen de snipperbanen die universiteiten aanbieden. “Het zijn niet eens banen, ik noem het klussen”, stelt de sociaal filosoof die dit najaar promoveert bij de Universiteit van Amsterdam. Overwijk is betrokken bij de actiegroep 0.7, een collectief van docenten en onderzoekers die op tijdelijke contracten werken. “Wij heten 0.7 omdat dat de maximale aanstelling is die je krijgt als je alleen onderwijs geeft. Met zo’n onderwijsbaan ben je namelijk al meer dan 40 uur per week kwijt. Je werkt dus fulltime voor 70 procent van het salaris. Dat is geen officieel beleid, maar iedereen weet dat dit gangbaar is aan universiteiten.”

Flutklussen

Overwijk is zelf wat beter af. Hij is sinds een jaar docent liberal arts and sciences bij de Universiteit Utrecht, een voltijd aanstelling met een looptijd van vier jaar. Daarom durft hij zich openlijk uit te spreken over het slechte werkgeverschap van universiteiten. Het stoort hem dat ze ‘flutklussen’ blijven aanbieden, terwijl er werk zat is voor fatsoenlijke, vaste banen. Het aantal studenten groeit al twintig jaar. Daarom worden er steeds meer tijdelijke docenten aangetrokken die alleen onderwijs geven. Zij doceren wel aan een universiteit, maar het zijn geen universitaire docenten omdat ze geen onderzoek doen. Daardoor kunnen ze niet opklimmen op de academische carrièreladder.

De afgelopen vijf jaar groeide het aantal teaching only-docenten met 22 procent naar 4700. Landelijk heeft 60 procent van deze flexdocenten een tijdelijk contract, blijkt uit cijfers van de Vereniging van Universiteiten. Bij de Universiteit Utrecht is dat zelfs 90 procent, de Erasmus Universiteit en de Universiteit Leiden volgen met 79 en 78 procent.

“Het onderwijs is zo georganiseerd dat tijdelijke docenten drie jaar een vak geven, daar heel erg veel tijd in stoppen omdat het de eerste keer is dat ze lesgeven en weer moeten stoppen als ze na drie contracten een vaste aanstelling zouden moeten krijgen”, weet Overwijk. “Dan neemt een andere flexdocent het vak over en die moet zich weer inwerken. Dat is een heel inefficiënte manier van werken die niet alleen slecht is voor de docenten, maar ook voor studenten en het onderwijs.”

We doen geen gratis overwerk meer. Het is geen hobby

Flexdocenten hebben zich lang stilgehouden. “Het is voor individuele docenten heel moeilijk om nee te zeggen tegen deze prutsbaantjes en gratis overwerk”, weet Overwijk. “Om een kansje te blijven maken op een loopbaan aan de universiteit doen ze zelfs onderzoek in hun vrije tijd.”
“De situatie van tijdelijke docenten is onacceptabel, het is een vorm van uitbuiting”, stelt Tim de Winkel, promovendus bij de onderzoeksgroep media en performance studies van de Universiteit Utrecht. Hij is een van de oprichters van het 0.7-netwerk dat bestaat uit honderd à tweehonderd actieve leden bij zeven universiteiten. “Het probleem is natuurlijk de onderfinanciering. Adviesbureau PricewaterhouseCoopers heeft dit voorjaar berekend dat universiteiten jaarlijks 1,1 miljard euro tekortkomen. Maar dat wentelen ze af op medewerkers die in de zwakste positie zitten: de docenten en onderzoekers onderaan de academische ladder. Die bezwijken onder de werkdruk. Ik zie om me heen steeds meer mensen uitvallen met een burn-out. Daar maak ik me echt heel kwaad over.”

De Winkel wil deze kwetsbare collega’s een stem geven. “Ik ben promovendus en heb een vierjarig contract. Ik heb dus wat meer zekerheid dan tijdelijke docenten.” 0.7 maakt zich op voor ‘onsympathieke acties’. “We houden op met helpen dit ziekmakende systeem in de lucht te houden. We gaan voor ontwrichtingen zorgen.”

Draaideur

Universiteiten halen vaak alles uit de kast om te voorkomen dat docenten met alleen onderwijstaken een vaste aanstelling krijgen. De tijdelijke docenten zijn keihard nodig om het onderwijs draaiend te houden, maar passen niet in het onderzoeksgedreven onderwijs dat Nederlandse universiteiten voor ogen hebben. In dat klassieke model krijgen studenten les van docenten die een aanzienlijk deel van hun tijd aan onderzoek besteden. De Universiteit Leiden hanteert daarom het beleid dat in principe alleen gepromoveerde docenten een vaste aanstelling kunnen krijgen. Omdat de overgrote meerderheid van de flexdocenten geen tijd krijgt om onderzoek te doen, zit promoveren er niet in en moeten zij na drie tijdelijke contracten op zoek naar ander werk.

De rechter hekelde de draaideurconstructie waarmee Leiden voorkomt dat docenten een vaste aanstelling krijgen

Behalve Arnout van Ree die in juli bij de rechter een vaste aanstelling afdwong. De docent van de snelgroeiende opleiding international studies sleepte de Universiteit Leiden voor de rechter nadat zijn tijdelijke aanstelling met twee jaar werd verlengd. Omdat Van Rees contract al twee keer eerder was verlengd, zou hij automatisch een vaste aanstelling krijgen. Om dat te voorkomen veranderde de universiteit de einddatum van zijn lopende contract. Daardoor was er geen sprake van een nieuw contract, dacht de universiteit. De kantonrechter zette een dikke streep door deze redenering. Elke verandering in een contract is een nieuw contract. Door de einddatum te veranderen, heeft Arnout van Ree met terugwerkende kracht een vaste aanstelling.
De rechter hekelde daarnaast de draaideurconstructie waarmee Leiden voorkomt dat docenten een vaste aanstelling krijgen. Na drie tijdelijke aanstellingen komen docenten een half jaar in dienst van het universitaire uitzendbureau Jobmotion, waarna ze opnieuw ingehuurd kunnen worden door de universiteit. Een truc die andere universiteiten ook gebruiken. Daarmee rekken ze de regels tot het uiterste op. Onder het mom van een flexibele schil schotelen ze een groot deel van de werknemers een onzekere toekomst voor en creëren ze een tweedeling in de samenleving, stelde de kantonrechter.

Moreel verwerpelijk

De uitspraak is niet alleen winst voor Van Ree, maar ook een belangrijk wapenfeit voor Casual Leiden, de vorig jaar opgerichte beweging van flexdocenten waarbij Van Ree is aangesloten. Casual Leiden ontstond vanuit international studies waar veel flexdocenten werken, maar heeft inmiddels ook aanhangers bij andere Leidse faculteiten en andere universiteiten. Het Utrechtse 0.7-netwerk en Casual Leiden bundelden deze zomer hun krachten en hopen onder de naam Casual Academy een landelijke organisatie met lokale afdelingen van de grond te tillen die de strijd aanbindt met de doorgeslagen flexibilisering.

Voor eigen beleid hoeven arbeidsrecht en Europese regelgeving niet te wijken

“Mijn advocaat schrok echt van de wantoestanden aan de universiteiten”, vertelt Arnout van Ree. “Wat universiteiten doen om docenten in tijdelijk dienst te houden, klopt juridisch niet en is bovendien moreel verwerpelijk. Universiteiten krijgen niet voldoende geld voor onderzoek, maar dat betekent nog niet dat ze een flexibele schil van 70 procent aan moeten houden.”
Dat de Universiteit Leiden zegt dat tijdelijke docenten niet in vaste dienst kunnen komen omdat ze niet gepromoveerd zijn, maakte weinig indruk op de kantonechter. Voor dat eigen beleid hoeven arbeidsrecht en Europese regelgeving natuurlijk niet te wijken.

Het is bovendien visieloos beleid, vindt Elisa Da Vía, een van de initiatiefnemers van Casual Leiden. “De Universiteit Leiden streeft naar onderzoeksgedreven onderwijs, maar heeft heel ouderwetse ideeën over de invulling daarvan. Wij zijn tweederangs docenten omdat we niet werken aan wetenschappelijke publicaties, die overigens vaak door bijna niemand worden gelezen. Terwijl wij bachelorstudenten onderzoeksvaardigheden bijbrengen, we leren ze academisch schrijven, maar dat telt niet mee. Hier ben je geen echte wetenschapper als je alleen doceert, terwijl je aan een universiteit altijd met wetenschap bezig bent”, zegt de Italiaanse die tien jaar aan Amerikaanse universiteiten werkte voor ze drie jaar geleden naar Leiden kwam. “We willen gewoon meer vaste contracten, ook voor docenten met uitsluitend onderwijstaken. Zij doen structureel werk, als ze worden ontslagen, staan er alweer nieuwe tijdelijk docenten klaar. Bij dit structurele werk, horen gewoon vaste banen.”

Staken

Dat afdwingen vraagt om collectieve actie en dat is lastig omdat flexdocenten bezig zijn met overleven. Van Ree: “Tijdelijk docenten werken heel erg hard om zich waar te maken en ze zijn ook altijd bezig met het uitkijken naar ander werk. Daardoor heb je geen energie over om ook nog activist te zijn.” Mensen met een tijdelijk contract zijn ook moeilijk te organiseren, legt Da Vía uit. “We hebben nu een actieve groep maar die wisselt steeds van samenstelling. Volgend jaar zijn deze mensen weer weg omdat ze een tijdelijk contract hebben. Dat maakt het organiseren van een tegenmacht ook moeilijk. Daarom lanceren we nu de Casual Academy en zoeken we toenadering tot studentenorganisaties, vakbonden en vaste medewerkers.”

Dit artikel verscheen eerder in het september-nummer van het Onderwijsblad. Als lid van de AOb ontvang je maandelijks het Onderwijsblad met prikkelende interviews, onthullende onderzoeksjournalistiek en tips die je direct kunt toepassen. Word lid.