Flashback: 'Ze riep het theatrale in mij op'
Cabaretier Tineke Schouten (64) trad al tijdens haar middelbareschooltijd op het St. Bonifatius Lyceum in Utrecht veelvuldig op. Ze zat op de meisjesschool binnen het lyceum en herinnert zich de altijd prachtig geklede natuurkundejuffrouw ‘Ma’ Welp.
“Ik heb iets met kleding, vanaf heel jong al. Ik heb dat van mijn oma geërfd, die er ook van hield tot in de puntjes verzorgd te zijn. Dat perfectionisme heb ik ook met mijn kleding op de bühne. Ik besteed daar erg veel aandacht aan en het is voor mij een wezenlijk onderdeel van de magie van theater maken. Naar juffrouw Welp keek ik als jong meisje vol bewondering, ze was zo goed gekleed en charmant. Die uitstraling wilde ik later ook hebben.
Oermoeder
Wij noemden haar ‘Ma’ Welp, misschien omdat ze in onze ogen een oermoeder was: een stevige vrouw die zacht en vriendelijk was. Ik voelde me veilig en op mijn gemak bij haar. Ik kwam wel eens thuis en dan zei ik tegen mijn moeder: Mevrouw Welp had vandaag toch weer zo’n mooi pakje aan, zoiets moet u ook eens kopen, ma!
Op school ging het leren mij goed af. Zodoende kon ik het me permitteren om veel vrije tijd te steken in zangoptredens. In die tijd was er op school niet veel aandacht voor creatief of muzikaal talent, maar men keurde mijn optredens ook niet af. Ik was toen nog geen comédienne natuurlijk, ik zong serieuze liedjes. In 1987 zat ik in het tv-programma Klasgenoten en proefde ik bij de oud-leraar die er toen was toch wel enig dedain voor mijn cabaretcarrière. Ik heb daar toen niets van gezegd, maar ik was er echt een beetje verdrietig over.
Dat ik goed was in typetjes, werd toen duidelijk
Op school was ik een rustig en keurig meisje. Zo ben ik ook opgevoed. Maar ik was natuurlijk wel gewoon een puber en thuis persifleerde en imiteerde ik alle leraren. Dan ging mijn moeder naar een ouderavond en dan wist ze meteen wie wie was, nog voor de docenten zich hadden voorgesteld. Dat ik goed was in typetjes, werd toen duidelijk.
Wij moesten thuis jong zelfstandig worden, want mijn ouders maakten lange dagen in hun supermarkt. Mijn moeder stond elke werkdag om zeven uur ’s ochtends twaalf schorten te strijken voor de winkelmeisjes. Mijn ouders waren tot zes uur ’s avonds beneden in de winkel. Uitgebreid na kletsen over de schooldag, daarvoor was geen tijd. Na het avondeten ging de werkdag voor mijn ouders gewoon door: de kassa tellen, administratie doen. Veel huiselijke gezelligheid was er niet - iets wat ik mijn ouders overigens niet kwalijk neem.
Betoverd
Ik denk zelfs dat het bijgedragen heeft aan mijn loopbaan, want ik was betoverd door de wereld van lichtjes en show en kostuums. Dat bood iets dat ik in het dagelijks leven niet had: een sprookjesachtige magie. Aan dat verlangen naar het theatrale heeft mevrouw Welp met haar mooie pakjes en charmante verschijning ook bijgedragen.”
Dit artikel is gepubliceerd in het Onderwijsblad van januari 2019. Elke maand het Onderwijsblad? Word lid van de AOb!