PO

Examenleerling verdient lucht in crisistijd

Voor veel middelbare scholieren beginnen morgen de centrale examens. Vanwege alle corona-beperkingen mogen leerlingen één vak wegstrepen. Leidt dat tot calculerend gedrag? En is het diploma straks minder waard? "Het is niet voor niets dat er een aanpassing wordt gedaan. De omstandigheden zijn ook anders dan normaal en de prestatie die leerlingen leveren is zeker niet minder groot dan normaal.”

Tekst Lisanne van Sadelhoff - redactie onderwijsblad - - 7 Minuten om te lezen

examens_header

Beeld: Wim Stevenhagen

‘Ik zet mijn naam op de toets en dan ben ik weg.’ Remco Vrancken, docent op het Arentheemcollege in Arnhem, hoorde een leerling het laatst nog zeggen. Waarom zouden je nog leren voor geschiedenis, Frans, Duits of aardrijkskunde als dat vak toch kan worden weggestreept?

Eind vorig jaar werd al bekend dat examenleerlingen dit jaar hun centrale examen mogen spreiden over twee tijdvakken. Beroepsgerichte profielvakken in het vmbo worden afgesloten met een schoolexamen in plaats van een centraal examen. In februari dit jaar hakte onderwijsminister Arie Slob (ChristenUnie) nog meer knopen door voor de leerlingen die in dit pandemische schooljaar eindexamen moeten doen. Scholen kunnen extra geld krijgen om meer begeleiding te organiseren voor deze kinderen; in totaal is daar 37 miljoen voor uitgetrokken. Ook komt er een online platform met alle uitleg van de examenstof. Maar de belangrijkste en meest rigoureuze maatregel is wel dat leerlingen één niet-kernvak mogen wegstrepen. Het eindcijfer van het weggestreepte vak telt dus niet mee bij het bepalen van de uitslag. Detail: het cijfer blijft wel zichtbaar op de eindlijst en wegstrepen kan alleen als een leerling is gezakt en hierdoor alsnog kan slagen.

Leraren zijn teleurgesteld over de zogenoemde ‘duim-regeling’, schreef NRC Handelsblad daags na dat besluit. Hoe moeten zij hun leerlingen nog motiveren voor hun vak?

Ademruimte

“Dat is moeilijk”, ziet docent Vrancken. Zelf geeft hij Nederlands daar werken de leerlingen nog wel hard voor maar bij niet-kernvakken ziet hij het tegenovergestelde. “Ik had het er nog met mijn collega’s over, van de week. Het is een beetje dubbel. Er zijn echt leerlingen die nu al weten welk vak ze gaan wegstrepen en daar niets meer voor doen. Ik heb collega’s die een niet-kernvak geven en met een boel ongemotiveerde leerlingen in de klas zitten. Aan de andere kant geeft het leerlingen die het moeilijk hebben dit jaar, wat lucht, ademruimte. Dat is ook wat waard.”

Ik heb collega’s die een niet-kernvak geven en met een boel ongemotiveerde leerlingen in de klas zitten. Aan de andere kant geeft het leerlingen die het moeilijk hebben dit jaar, wat lucht, ademruimte

Een rondgang op Facebook langs verschillende docentenpagina’s geeft verschillende situaties en visies weer. Ja, zeggen ook andere docenten, er is calculerend gedrag. ‘Van mijn collega’s scheikunde en Duits hoor ik dat veel leerlingen al hebben besloten voor hun vak die onvoldoende in te zetten’, geeft Lia Cordia, docent Nederlands op het vmbo in Rotterdam, aan. ‘Maar laten we alsjeblieft niet doen alsof het hier om hele volksstammen gaat. Ik zie het mondjesmaat.’ Najia Edi is docent Frans en Engels. Zij ziet dat leerlingen hun motivatie voor Frans (geen kernvak) kwijt zijn. ‘Ze denken er nu al aan om Frans niet meer mee te laten tellen.’ Bij Engels, wel een kernvak, ziet Edi dat juist niet. ‘Daar wordt wel gewoon herkanst.’ Richard Hendriks, docent Frans, vertelt dat de opmerking ‘Meneer, ik doe niks meer voor Frans want ik streep het toch weg’ een veelgehoorde is in zijn 6 vwo-klas. Els Mulder-van Franeker heeft twee examenleerlingen die haar vak Frans al hebben ‘laten vallen’, zoals ze dat zelf noemen. ‘Ze komen al niet meer opdagen bij de schoolexamens.’ Ze vindt het vreemd dat deze regel het mogelijk maakt meteen een heel vak weg te strepen.

Beeld: Wim Stevenhagen

Bang

Toch zijn er ook leerlingen die zich nog wel inzetten voor de weg te strepen vakken. ‘Ik was er bang voor’, zegt Agnes Wiesenekker-Drooger, ook docent Frans, ‘maar mijn leerlingen uit 5 havo willen die onvoldoende vermijden omdat het cijfer wel op de eindlijst komt te staan. Ze willen voor de vervolgopleiding geen onvoldoendes hebben’. Ook docenten Frans Marja Rietveld en Cynthia Elsinga geven aan geen calculerend gedrag te zien. ‘Nog niet meegemaakt’, aldus Rietveld. ‘Een aantal leerlingen heeft deze week juist nog herkanst om het gemiddelde op te hogen’, zegt Elsinga. Wiskundedocent Henk Vegter zegt daarover: ‘De meesten willen per se een volwaardig diploma halen. Een enkeling interesseert het niet en die doet helemaal niets meer voor één vak.’

Als leerlingen een vak laten vallen, dan is het iets waar ze niet goed in zijn en waar ze toch niets mee willen doen. Een docent van mij zei vroeger eens: ‘in je examenjaar heb je de meeste algemene kennis van je hele leven’

Hoe erg is het, een dikke vette onvoldoende, die officieel niet meetelt? Hebben leerlingen de rest van hun leven last van een minderwaardig ‘coronadiploma’? Remco Vrancken denkt dat het allemaal wel mee zal vallen. “Als leerlingen een vak laten vallen, dan is het iets waar ze niet goed in zijn en waar ze toch niets mee willen doen. Een docent van mij zei vroeger eens: ‘in je examenjaar heb je de meeste algemene kennis van je hele leven’. Daarna zal die algemene kennis afnemen, omdat er heel veel vakken zijn waar je niets meer mee zal doen.
Wiskundedocent Marco ten Hoff sluit zich daarbij aan. “Niemand kijkt toch ooit nog naar je middelbareschooldiploma, alles draait om het vervolg.”

Paraplu

“Eindexamenleerlingen kwalijk nemen dat ze calculeren naar de geldende normen is even onverstandig als mensen kwalijk nemen dat ze een paraplu meenemen als het gaat regenen”, zegt Michel Couzijn, onderzoeker en vakdidacticus aan de Universiteit van Amsterdam en zelf docent. “Anders dan vorig jaar hebben de huidige examinandi een flink deel van hun schooltijd geleden onder corona en dat laat zijn sporen na op de examenvoorbereiding. Die ene extra onvoldoende zij hun gegund. Ik zal applaudisserend bij de eindstreep staan.”

Ook de VO-raad maakt zich geen zorgen over het calculerend gedrag of de waarde van het diploma. “Een examen leidt altijd tot calculerend gedrag”, zegt woordvoerder Linda Zeegers. “Ook deze maatregel zal er voor zorgen dat leerlingen gaan kijken hoe ze ervoor staan en waar ze zich extra hard voor inzetten, of juist niet.” Wat het diploma betreft is Zeegers ook duidelijk: “Nee, het is zeker niet minder waard. Het is niet voor niets dat er een aanpassing wordt gedaan. De omstandigheden zijn ook anders dan normaal en de prestatie die leerlingen leveren is zeker niet minder groot dan normaal.”

Sceptisch

De term coronadiploma valt bij veel docenten niet in goede aarde. ‘Als iedereen blijft roepen dat het coronadiploma minder waard is, gaan we er vanzelf in geloven’, zegt Tessa Wijshake in de Facebookgroep voor docenten Frans. ‘Deze kinderen leren en groeien op een andere waardevolle manier die niet in de boeken staat, maar wel geschiedenis schrijft.’ Ook het Landelijk Actie Komitee Scholieren wijst de term af. “Ik denk niet dat we de waarde van een diploma moeten bepalen op basis van een paar weken examens”, zegt voorzitter Nienke Luijckx. “Dat is kortetermijndenken. We vergeten vaak dat deze leerlingen zich vier, vijf of zes jaar hebben ontwikkeld en ontplooid op een school en veel meer hebben geleerd dan alleen voor de eindexamens.” Luijckx hoopt dat leerlingen gebruik gaan maken van de regelingen die er zijn. “Dat verdienen ze.”

We vergeten vaak dat deze leerlingen zich vier, vijf of zes jaar hebben ontwikkeld en ontplooid op een school en veel meer hebben geleerd dan alleen voor de eindexamens

De maatregel kan leerlingen behalve lucht ook hoop geven, zegt Lia Cordia. Ze had een meisje in haar klas dat drie vijven stond. Haar ouders waren gescheiden vorig jaar en toen kwam die coronacrisis er nog eens overheen. “Ze had zich al neergelegd bij zakken. Tot ze hoorde dat ze nog een extra onvoldoende mocht halen. Dat gaf haar zo veel rust en vertrouwen. Zo van: als zelfs de overheid ziet dat we het moeilijk hebben. Toen besloot ze er weer voor te gaan. Nu staat ze nul vijven. Ik denk dat ze het gewoon gaat halen.”

Cordia gaf vorige week nog een speech in haar mentorgroep vol steeds zenuwachtiger wordende eindexamenleerlingen. “Ik zie vooral kinderen die keihard werken en gestresst zijn. ‘Als ik maar niet ziek word.’ ‘Als ik maar niet in quarantaine hoef.’ ‘Red ik het allemaal wel?’ Het lampje is een beetje uitgegaan, merk ik, terwijl ze nu nog een grote prestatie moeten leveren.”
Cordia wordt “eerlijk gezegd vrij pissig” als ze het woord ‘coronadiploma’ hoort. “Mensen moeten eens ophouden met die term en de media al helemaal. Ik vertel mijn leerlingen: ‘Als iemand zegt dat je een coronadiploma hebt, dan zeg je ‘dankjewel’. Corona betekent in het Latijn kroon. Jullie moeten dat diploma zien als een kroon op keihard werken in een heel lastige en uitzonderlijke tijd.”

Dit artikel verscheen in het meinummer van het Onderwijsblad, dat begin deze maand bij AOb-leden in de bus viel. Lees hier meer over alle voordelen van het AOb-lidmaatschap.