Ella Vogelaar (1949-2019): Vakbondsvrouw met een drive
Afgelopen maandag is Ella Vogelaar overleden, voorzitter van de ABOP van 1988 tot en met 1994. Samen met Gerard Moll van het Nederlands Genootschap van Leraren (NGL) startte zij gesprekken over de fusie van beide organisaties tot wat in 1997 de Algemene Onderwijsbond (AOb) zou worden.
“Ella had het lef om een fusie ter sprake te brengen tussen twee organisaties die zo verschillend waren in achtergrond en cultuur”, zegt Liesbeth Verheggen, voorzitter van de AOb. “Ze stelde aan de orde dat de macht van het getal belangrijk was, wilden de onderwijsbonden iets bereiken na de enorme bezuinigingen in de jaren tachtig. Ze zocht mensen van buiten om de strategie opnieuw te formuleren. Zo heeft ze de basis gelegd voor een nieuwe koers en een succesvolle fusie.”
Geschokt
De AOb is dan ook geschokt door het plotselinge overlijden van Vogelaar. Verheggen herinnert zich haar als iemand die altijd opkwam voor kansarmen. “Dat was haar drive, ze kwam uit het vormingswerk, waar ze werkte met jongeren die extra kansen nodig hadden. En die drive heeft ze altijd vastgehouden, zowel tijdens haar voorzitterschap van de ABOP en toen zij na haar vertrek bij de vakbeweging de overstap naar de politiek maakte.” Ella Vogelaar werd 69 jaar.
Onmogelijke combinatie
Bij het tienjarig bestaan van de AOb blikte Vogelaar terug op het moment dat zij en Moll van de NGL bekendmaakten dat de twee bonden nauw gingen samenwerken. “Iedereen zat met z’n ogen te knipperen.” Op het eerste gezicht leek dat een onmogelijke combinatie. De ABOP, die rode vakbond van onderwijzers, de bond van de geitenwollen sokken en de slobbertruien. Binnen de NGL werd het beeld bepaald door eerstegraads leraren in havo en vwo, liefst in driedelig kostuum gestoken. De ABOP was vóór de middenschool van twaalf tot vijftien jaar, het NGL tegen.
De aanleiding voor het denken over een fusie had onder meer te maken met ‘de winter van Deetman’, de bezuinigingen op salarissen en scholen. Daartegen werd fel actie gevoerd. In die periode trokken NGL en ABOP vaak samen op. De ABOP liet daarnaast onderzoeken of de bond zelfstandig nog wel in staat was om leden voldoende juridische bijstand te geven. Die twee elementen maakten dat Moll en Vogelaar eerst onderling en daarna met hun beide organisaties zijn gaan nadenken over een fusie. De uiteindelijke fusie in 1997 verliep vrijwel rimpelloos.
Eerste vrouwelijke voorzitter
Vogelaar was al lang lid van de ABOP, vanuit het vormingswerk, voor haar een vanzelfsprekende plek om kansarme jongeren op weg te helpen naar een betere toekomst. Ze was daarnaast zeer actief in de vrouwengroep van ABOP, om de positie van vrouwen in het onderwijs, maar ook in de bond te versterken. In 1989 werd zij de eerste vrouwelijke voorzitter van de ABOP. Dat ging niet zonder slag of stoot, want tegen een vrouwelijke voorzitter was in het mannenbolwerk van de toenmalige ABOP veel weerstand. ‘Ik zie het als een uitdaging met mijn voorzitterschap een bijdrage te leveren aan het verminderen van die weerstand’, zei zij bij haar aantreden.
Stevige discussies ging Vogelaar nooit uit de weg. NGL en ABOP kregen te maken met een actiegroep van jonge leraren uit het voortgezet onderwijs, de Nahossers, omdat zij na de bezuinigingen een lager startsalaris kregen en een slechter carrièreperspectief dan wie al in het onderwijs werkte. Toen de actiegroep het kantoor van de ABOP wilde bezetten, werden ze lachend ontvangen en uitgenodigd om binnen de discussie verder te voeren. Verdere acties leidden er toe dat de startsalarissen later weer werden opgetrokken.