Voor veel mensen die gedeeltelijk arbeidsongeschikt zijn, is het enorm schrikken als hun loongerelateerde uitkering stopt. Zo ook bij Wies die geen werk kan vinden dat past bij haar belastbaarheid.
Tekst
Hadewey van der Kamp -Redactie Onderwijsblad
en
Karen Hagen - Redactie Onderwijsblad
-
-
Minder dan een minuut om te lezen
Beeld: Typetank
Wies heeft in februari 2021 na twee jaar ziekte een wia-uitkering toegekend gekregen omdat zij voor 60 procent arbeidsongeschikt werd bevonden. Omdat het UWV van mening was dat zij haar eigen werk niet meer kon doen en er ook geen ander passend werk voor haar beschikbaar was binnen de scholenstichting waar zij werkte, is haar dienstverband beëindigd.
Eind 2022 ontvangt Wies een brief van het UWV. Deze vermeldt dat zij na afloop van de loongerelateerde uitkering een vervolguitkering zal ontvangen. Het bijbehorende bedrag is zó laag dat zij zich wendt tot de juridische dienst van de AOb met de vraag of dit wel juist is.
Dit is wel het geval. De wia-uitkering die Wies ontvangt (de wga-uitkering) bestaat namelijk uit twee fasen, waarvan de eerste de loongerelateerde uitkering betreft. Deze duurt maximaal twee jaar en de hoogte is afhankelijk van het loon dat de betrokkene verdiende voordat hij ziek werd. Daarna volgt een loonaanvullingsuitkering óf een vervolguitkering.
Hierbij geldt een inkomenseis. Als iemand tenminste 50 procent van het loon verdient (inkomenseis) dat hij volgens UWV nog kan verdienen (restverdiencapaciteit), dan bestaat recht op een loonaanvullingsuitkering. Verdient hij minder, dan krijgt hij een vervolguitkering. De hoogte van de loonaanvullingsuitkering is (ongeveer) gelijk aan de loongerelateerde uitkering (circa 70 procent van het oude inkomen), maar de vervolguitkering is veel lager, namelijk slechts een percentage van het minimumloon.
Terugval
Aangezien het Wies nog niet gelukt is om werk te vinden dat past bij haar belastbaarheid, krijgt zij een vervolguitkering. Betekent dit een enorme terugval in haar inkomen? In principe wel, maar de jurist zag toch nog wat lichtpuntjes.
Allereerst had Wies waarschijnlijk nog recht op een reparatie-uitkering, waarvan de hoogte gelijk is aan de loongerelateerde uitkering. Per 1 januari 2016 is de uitkeringsduur van de loongerelateerde wga-uitkering stapsgewijs verkort van maximaal 38 naar 24 maanden. In de cao voortgezet onderwijs is geregeld dat de verkorting van de loongerelateerde wga-uitkering wordt gerepareerd. Dit betekent dat de loongerelateerde wga-uitkering van ex-werknemers weer wordt aangevuld naar de oorspronkelijke duur van de uitkering. Deze uitkering kan Wies aanvragen bij WWplus.
Keuring
Daarnaast had het UWV bij de toekenning van de vervolguitkering geen nieuwe keuring door een verzekeringsarts laten doen. Nu dit in beginsel wel vereist is én omdat Wies’ gezondheid verslechterd was, raadde de jurist Wies aan om bezwaar te maken tegen de beslissing en te verzoeken om een medische herbeoordeling.
Tot slot is er nog het vangnet van de ipap-verzekering bij Loyalis. Deze verzekert tegen een relatief lage premie voor deelnemers de grote inkomensterugval als gevolg van de vervolguitkering, waardoor de lage vervolguitkering wordt aangevuld naar circa 70 procent van het vroegere inkomen. Gelukkig had Wies deze verzekering afgesloten, zodat zij zich in ieder geval geen financiële zorgen meer hoeft te maken.
Deze rubriek is gebaseerd op ervaringen uit de praktijk van AOb-juristen.
Verder lezen? Word AOb lid!
Als lid heb je toegang tot alle content van de website. Meer over alle voordelen vind je hier.