Eerste Kamer wil af van bezuiniging op onderwijs
Een meerderheid van de Eerste Kamer wil de besparing in het onderwijs van 183 miljoen euro - de doelmatigheidskorting - ongedaan maken, of op z'n minst verzachten. Ook de senatoren van coalitiepartij D66 stemden vóór de motie. De AOb is tevreden en gaf gisteren Kamerleden nog het advies om voor de motie te stemmen.
Beeld: Eerste Kamer
Begin november werden de details duidelijk van de doelmatigheidskorting. In het primair onderwijs gaat het om bedragen die oplopen tot 61 miljoen euro, in het voortgezet onderwijs om 47 miljoen euro, in het mbo om 25 miljoen euro, en het hbo moet 17 miljoen euro besparen.
De korting is een erfenis van het vorige kabinet, dat een gat op de begroting achterliet. Onderwijsminister Ingrid van Engelshoven (D66) benadrukte in het begrotingsdebat dat het primaire proces op scholen zoveel mogelijk moet worden ontzien.
Ongedaan
De SGP, PvdA, GroenLinks, Partij voor de Dieren, 50PLUS, SP, OSF en D66 stemden voor de motie om de doelmatigheidskorting ongedaan te maken. De ChristenUnie, VVD, CDA en PVV waren tegen. Opmerkelijk is dat coalitiepartij D66 voor de motie stemde, terwijl het in de Tweede Kamer door de partij ondertekende regeerakkoord stelt dat de korting nodig is.
In de motie wordt de regering gevraagd of de korting verzacht kan worden en liever nog helemaal ongedaan gemaakt. De partijen roepen de regering op om in het Voorjaarsdebat van 2018 te informeren of dit lukt.
Een doelmatigheidskorting is ongepast als we willen investeren in de toekomst van Nederland
De AOb riep gisteren de Eerste Kamerleden op om voor de motie te stemmen. ‘Een doelmatigheidskorting is ongepast als we willen investeren in de toekomst van Nederland’, schreef AOb-voorzitter Liesbeth Verheggen in de brief. Ook de Stichting van het Onderwijs, waarin de AOb samen met andere bonden en werkgevers zit, riep op om de korting ongedaan te maken.
