“Als ik had geleerd om effectief orde te houden, had dat echt verschil gemaakt”, vertelt voormalig mavo-docent Evelyn Fox. Vind jij klassenmanagement ook een taaie? Check de ervaringen van collega’s.
Tekst
Miro Lucassen - redactie Onderwijsblad
-
-
2 Minuten om te lezen
Beeld: Pixabay
Op papier is het begin van een lerarenloopbaan goed geregeld. Stages met begeleiding tijdens de opleiding, vormen van coaching in de startperiode, een team om op terug te vallen als het even wat minder gaat. Helaas, het lerarentekort slaat gaten in de collegiale begeleiding en verhoogt de druk om te veel taken op de schouders van de starter te leggen. Wat gebeurt er in die lokalen waar de starters onvoldoende op zijn voorbereid?
“Als ik geleerd had om effectief orde te houden, had dat echt verschil gemaakt”, zegt Evelyn Fox die als zij-instromer lesgaf aan 1-mavo op een middelbare school in de Zuid-Hollandse bollenstreek. Ze gooide binnen een jaar de handdoek in de ring. “Klassenmanagement is zo ingewikkeld, dan stond ik weer te ploeteren en mijn stem te verheffen. Er ging zo veel voorbereiding in die lessen, en niemand luisterde.”
Wat ik nodig had, was een toolkit om orde te houden die precies bij mij past
Ze wist dat ze risico’s nam, zegt Fox, die na een mooie tijd in het bedrijfsleven iets relevants terug wilde doen voor de maatschappij. Op een nabije middelbare school kon ze met haar masterdiploma geschiedenis direct aan de slag voor het vak Mens & Maatschappij, een aanstelling van zes uur. Het plan was dat na een jaartje proefdraaien de tweejarige deeltijdopleiding zou volgen.
“Alle lof voor de begeleiding, docenten hebben bij mij in de klas gezeten en feedback gegeven. Ik kreeg allerlei suggesties van collega’s hoe zij het doen. Ik heb het allemaal geprobeerd, maar het werkte niet goed voor mij. Wat ik nodig had, was een toolkit om orde te houden die precies bij mij past. En ik ben gestopt voor ik die heb kunnen samenstellen.”
Als je het pubergedrag kunt verklaren, overleef je de beginfase in het onderwijs gemakkelijker
Maurice Knijn begon direct na zijn overstap uit het bankwezen Nederlandse les te geven in Amsterdam-Zuidoost, in augustus 2021. De opleiding als zij-instromer volgde een half jaar later, in februari. “Die eerste maanden werkte ik puur op gevoel, met de goede ondersteuning van collega’s en mijn coach. Klassenmanagement is dan een zaak van vallen en opstaan.”
Twee jaar later is de opleiding bijna afgerond, waarbij Knijn vooral enthousiast is over de vakken supervisie en ontwikkeling van de adolescent. “Als je het gedrag kunt verklaren uit wat er in het brein van de puber gebeurt, overleef je de beginfase in het onderwijs gemakkelijker. Wees je ervan bewust dat je niet altijd een 6 kan gooien als het gaat om een perfecte les. Bij een 4 kunnen leerlingen nog altijd met plezier aan het werk zijn.”
Supervisie was voor hem belangrijk om grenzen aan zijn inzet te stellen:
“Voor je het weet zit je als enthousiaste docent in allerlei werkgroepen. Ik kan nu beter uitleggen wanneer ik nee zeg tegen nog meer taken.”
Graag had Knijn meer geleerd over de pedagogische kanten van het vak leraar. “Vakken waren nogal eens erg algemeen, maar ik begrijp ook dat het niet mogelijk is een persoonlijk lesprogramma per docent samen te stellen. En ik leer zo veel op de werkvloer, dat is niet te vergelijken met andere beroepen. De kunst is elke unieke leerling op verschillende vlakken succesvol te laten zijn.”
Ik ben nog steeds irritant consequent
Voor geschiedenisdocent Maarten de Jonge is de praktijk de beste leerschool. Hij noemt de vierjarige lerarenopleiding die hij volgde bij de Hogeschool van Utrecht “de beste keuze van mijn leven” en kreeg al tijdens zijn stagejaren in Zeist de eerste uren van zijn aanstelling. “Die stagejaren hebben mij helemaal gevormd. Hoe je de handige kennis van de opleiding in de praktijk moest gebruiken, leer je in de praktijk op school. We moesten bij de opleiding lessen maken, zonder rekening te houden met de klas waar die les gegeven zou worden. Differentiëren was eigenlijk geen onderdeel van de opleiding, over toetsen kregen we wat toelichting op werkvormen.”
Zijn school behandelde De Jonge direct als een volwaardige collega, dus kwam hij vanzelf aan de beurt om voor de sectie geschiedenis de eerstvolgende toets te maken. “Er komt feedback van collega’s en dan leer je het wel.”
En orde houden? “Het was nuttig om te leren dat je begint met een klein tolerantievierkant, dat je kunt vergroten als de band met de leerlingen beter is geworden. Ik ben daar nog steeds irritant consequent in. Praat je door me heen, ook al is het goed bedoeld, dan krijg je een waarschuwing. En ik begin pas als het stil is. Orde houden is ook verbonden met je persoonlijkheid. Ik heb een harde stem en ik ben zelfverzekerd, dat maakt het makkelijker.”
De Jonge’s advies aan de lerarenopleiding: “Meer aandacht voor de koppeling van theorie en praktijk. Je weet alles van de Bataafse Republiek, maar hoe breng je dat in havo-2? Ik heb begrepen dat veel vakken al worden omgegooid, dus een volgende nieuwe collega komt mogelijk met nog betere bagage binnen.”
Meedogenloos
Leerlingen hebben zwakke plekken bij hun leraren direct in de gaten, weet universitair hoofddocent Michelle Helms-Lorenz, verbonden aan de Rijksuniversiteit Groningen. “Ik heb het zelf gezien, maar het is van alle tijden. Mijn schoonmoeder van 93 vertelt ook hoe haar klas op de middelbare school meedogenloos was als de leerlingen vonden dat een docent het niet in de vingers had.”
Klassenmanagement is te leren, zegt Helms-Lorenz, gewoon door te oefenen. Haar universiteit werkt voor de eerste stappen aan een systeem met virtual reality. “In de opleiding moet je dit onder de knie krijgen om verder te kunnen, maar dat is altijd gebonden aan de context van de school waar de student aan de slag is. Als je naar een andere school gaat, moet je het opnieuw leren in die context. Ondersteuning is dan essentieel: je moet kunnen uithuilen als dat nodig is en begrijpen dat dit onderdeel is van de eerste stappen in het vak.”
Blijf op de hoogte van het laatste nieuws voor starters. Schrijf je in voor de nieuwsbrief Schrijf je in!
Al in 2020 constateerde Helms-Lorenz dat begeleiding en inwerktrajecten niet allemaal effectief zijn om beginnende docenten te behouden voor het onderwijs. Dat vijf jaar omvattende onderzoek, uitgevoerd in opdracht van het ministerie van Onderwijs, eindigde met een pleidooi voor structurele begeleiding van starters, bij voorkeur als maatwerk. Veel scholen kennen inmiddels zogeheten inductieprogramma’s, maar ze zijn niet verplicht en het gaat lang niet altijd om maatwerk.
Helms-Lorenz: “De overheid geeft tijdelijke financiering en wil dat studenten vanaf 2030 stage lopen op scholen die samenwerken met opleidingsinstituten. Daarmee zijn we er nog niet. Sommige scholen vinden een standaard inductieprogramma makkelijker dan maatwerk. En na het afstuderen ben je bevoegd en kun je als starter overal solliciteren. Dan kun je dus terechtkomen op een school die weinig begeleiding biedt.”
Niet iedereen is erbij gebaat als een werkplekbegeleider je op de huid zit
Tegelijkertijd is het ontbreken van begeleiding geen gegarandeerd recept om te falen in je eerste baan, weet ze ook. “Sommige starters willen na hun studie zelfstandig aan de slag. In Finland is dat de standaard, daar steunen starters elkaar. In het Verenigd Koninkrijk zijn inductieprogramma’s verplicht. Maar er is geen vergelijkende Europese studie naar deze systemen, dus we weten niet wat het beste werkt.” Maatwerk dus, herhaalt ze. “Niet iedereen is erbij gebaat als een werkplekbegeleider je op de huid zit. Kijk als school goed wat de starter nodig heeft.”
Schoolkenmerken
Om dat maatwerk te kunnen inrichten, wil Helms-Lorenz een wetenschappelijk gefundeerd instrument ontwikkelen. De combinatie van kenmerken van de school en van de beginnende docent levert dan precies het maatwerk op waar starters als Evelyn Fox behoefte aan hebben. “We hebben de inzichten om zo’n praktische tool te ontwikkelen. Dus ik roep iedereen op die bij dit onderwerp betrokken is: zorg voor financiering, dan gaan we samen aan de slag.”
Verder lezen? Word AOb lid!
Als lid heb je toegang tot alle content van de website. Meer over alle voordelen vind je hier.