De Klachtencommissie trekt patstellingen vlot
De Landelijke Klachtencommissie Onderwijs houdt ouders, leerlingen en onderwijspersoneel al 25 jaar een spiegel voor. De commissie brengt advies uit, geeft een praktische invulling aan gestelde normen of beschermt scholen juist. Drie casussen waar je van kunt leren.
‘Heb je daaraan gedacht’ of ‘hebben jullie dat overwogen’. Het zijn vragen die Sandra Schreuder sinds 7 jaar voorzitter van de Landelijke Klachtencommissie Onderwijs (LKC) vaak stelt tijdens een zitting. “Ik probeer patstellingen te doorbreken tussen de partijen en het vertrouwen weer te herstellen.”
Dat is vaak nodig. Bij de LKC kom je namelijk terecht met een conflict. Ouders, leerlingen en onderwijsmedewerkers kunnen een klacht indienen. De commissie die bestaat uit een jurist, een lid met bestuurlijke onderwijservaring en een orthopedagoog of maatschappelijk werker neemt het conflict onder de loep. In 25 jaar bracht de LKC ruim 1800 adviezen uit en verduidelijkte daarmee de regels. Ongeveer de helft van de scholen in het primair en voortgezet onderwijs is aangesloten bij de LKC.
Scheidsrechter
“In het begin werd er van ons verwacht om een knoop door te hakken, als een scheidsrechter”, zegt Schreuder. “Met de tijd is dat ontwikkeld naar bemiddeling. Het gesprek vindt nu vaker al plaats op school. Vroeger zagen we weleens een schoolbestuurder die zei: Huh, maar dat wist ik helemaal niet.” Olga Luiken, secretaris bij de LKC, vult aan: “Sinds 2011 bellen we actief eerst de schoolbesturen om daar het gesprek op gang te krijgen. Veel mensen staan daarvoor open. Het zorgde ervoor dat er sinds die tijd 732 klachten werden ingetrokken. Ons doel is om de situatie op te lossen en daarvoor moet je vaak op zoek naar de klacht onder de klacht. Er is altijd een angel. Wat willen mensen bereiken, vragen wij ons af.”
Schreuder ziet dat mensen tegenwoordig minder vaak genoegen nemen met een ‘nee’. “Lastige conflicten zijn die waar de professionele autonomie van de school niet gerespecteerd wordt. Dat is meer geworden naar mijn idee. Bij deze situaties is het aan de commissie om te begrenzen.”
Lastige conflicten zijn die waar de professionele autonomie van de school niet wordt gerespecteerd
De twee LKC-medewerkers hebben de laatste jaren veel voorbij zien komen en ook gezien dat de norm is veranderd. Luiken: “In het jaar 2000 gaven we een advies over het uitdelen van een pedagogische tik aan een leerling en een andere zaak over het tegen een leerling dreigen met het slaan op blote billen. Zo specifiek als toen, zal het nu niet meer zo snel zijn.” De lijn van de commissie bleef wel altijd overeind. “De norm die we nog steeds hanteren, is dat je niet dreigt met een fysieke straf of deze uitdeelt.”
De klachtencommissie zal in de toekomst belangrijker worden in het onderwijs. Zeker door een nieuw wetsvoorstel dat scholen wil verplichten om zich aan te sluiten bij een landelijke klachtencommissie. “Uniformiteit is belangrijk, ook is één route van belang”, zegt Luiken. “Dan heeft iedereen dezelfde mate van rechtsbescherming.” De commissie zelf wil meer aandacht voor het kind. Luiken: “Het kind moet meer centraal staan bij de procedures. Bijvoorbeeld dat ze ook een brief kunnen insturen om hun kant van het verhaal te vertellen. Nu gebeurt dat af en toe bij kinderen vanaf 12 jaar.”
CASUS 1: Collega vastpakken bij een kraag gaat te ver
‘Een invalkracht, leerkracht en onderwijsassistent klagen over onprofessioneel ongepast gedrag door een collega-werknemer. Hij raakt ze onder meer te makkelijk aan.’ (Zaak 107476/107477/107491)
Een klein deel van de klachten komt van medewerkers, zo’n 3 procent van het totaal aantal klachten. “Na onthullingen bij The Voice zagen we meer zaken van medewerkers met een klacht over ongewenste omgangsvormen zoals seksueel grensoverschrijdend gedrag, discriminatie, uitsluiting of de manier waarop dit is afgehandeld”, zegt secretaris Luiken. “Het zet mensen aan het denken.” Schreuder: “Het is vaak een ‘welles-nietes’. Dan zien we mails of apps en blijken partijen vaak verschillende visies te hebben op wat er is gebeurd. Soms komen we niet verder, dan kunnen wij niet vaststellen of een klager gelijk heeft.”
De drie klagers uit de zaken hierboven kregen destijds gelijk van de commissie. Werknemers zijn verantwoordelijk voor hun gedrag en dat mag niet ongepast of onprofessioneel zijn. ‘Ook zonder dat de klagers bij de collega hebben aangegeven last te hebben van bepaald gedrag, had deze collega moeten snappen dat het vastpakken bij een kraag ongepast is en onprettig wordt ervaren. Bij collega’s zijn andere normen vereist dan bij vrienden en familie’, schreef de commissie. ‘De grens van wat al dan niet toelaatbaar is, wordt door de opstelling van verweerder geheel afhankelijk gesteld van wat een ander uitdrukkelijk aangeeft. Deze collega neemt daarmee te weinig verantwoordelijkheid voor zijn gedrag. Werkgevers die hiervan horen, moeten direct actie ondernemen.’
CASUS 2: Conflicten met ouders zijn een moeras voor scholen
‘Een gescheiden vader met twee kinderen klaagt over meerdere kwesties. Die kwesties tonen volgens de vader aan dat de school partij kiest voor de moeder. Er komt een multidisciplinair overleg om het vervolgonderwijs voor de zoon te bespreken. De vader is later uitgenodigd dan de moeder. Verder mag de vader niet optreden als hulpouder en is hij van de Parro-pagina van de groep van zijn zoon uitgesloten. Hierover dient hij een klacht in.’ (Zaak 24322)
“Onze online pagina over informatieverstrekking aan gescheiden ouders is één van de meest geraadpleegde pagina’s”, zegt voorzitter Schreuder. “Wij zien dat sommige scholen dit heel goed doen en veel zaken hebben beschreven. Terwijl andere scholen dat niet hebben.” Het advies van de LKC is altijd: blijf als school betrokken, maar laat je nooit meeslepen in het conflict van de ouders. “En natuurlijk is dat lastig”, erkent Schreuder. “Je moet echt neutraal blijven. Alleen ben je naast professional ook mens. Zo ken ik een voorbeeld van een schooldirecteur die met een kind een rollenspel deed om een lastig gesprek met vader te oefenen en voor te bereiden. Hoe goedbedoeld ook, hiermee verlies je als school je onafhankelijke positie. Ouders proberen vaak beslag te leggen op de school. Het is daarom aan te raden om een protocol te hebben waar je naar kan verwijzen. Daarmee wordt voor ouders inzichtelijk wat ze van een school kunnen verwachten. Het blijft een moeras voor scholen. Al is de lijn van de commissie heel bestendig.” De vader uit het voorbeeld hierboven kreeg deels gelijk. “De school had hem gelijktijdig met de moeder moeten uitnodigen voor het overleg. Ook had de school hem een bericht moeten sturen dat hij niet meer op de Parro-pagina kan.”
CASUS 3: Bezwaar tegen zittenblijven maakt weinig kans
'Een leerling zit in 2 havo. Aan het einde van het schooljaar besluit de school de leerling niet te bevorderen naar 3 havo. De vader dient hierover een klacht in. Hij vindt dat de school onvoldoende rekening heeft gehouden met de coronaperiode.’ (109421)
Als ouders het niet eens zijn met een schooladvies of zittenblijven, kunnen ze een klacht indienen. Secretaris Olga Luiken ziet dat elk jaar klachten over dit onderwerp worden ingediend, maar in de coronajaren was er meer discussie hierover binnen scholen. “De regels waren soepeler tijdens corona. Later werden die weer aangehaald en vonden ouders vaak dat er te weinig rekening werd gehouden met de gevolgen van corona. Vaak beroepen ouders zich op persoonlijke omstandigheden, maar een school moet ook ergens een grens trekken. Het houdt een keer op”, zegt Luiken. De commissie heeft door de jaren heen een heel bestendige lijn over dit thema opgesteld. “Al vanaf het begin zijn we terughoudend”, zegt Luiken. “Die lijn wordt nog steeds gehanteerd. Veel zaken met dit thema zijn ongegrond, want wij vinden dat dit het professionele domein is van de leraren op school. Veel ouders willen een uitspraak of hun kind dan toch niet naar de havo kan, maar ook daar doen we geen uitspraak over. We kijken alleen of het advies of het besluit tot doubleren zorgvuldig tot stand is gekomen en of de school de juiste procedure heeft gevolgd.” De klacht van de vader van de havo 2 leerling bleek ongegrond. De commissie bleef terughoudend en keek of de school ‘in redelijkheid’ tot de keuze was gekomen. Dat bleek zo te zijn: de leerling had het hele jaar onvoldoendes, was al gewaarschuwd en moest zijn werkhouding verbeteren. De school heeft het besluit ook voldoende gemotiveerd, zo vond de commissie.
Aantal klachten groeit naar record
Het aantal ingediende zaken nam met de jaren toe. In 2022 waren er 387 ingediende zaken, het hoogste ooit. In 2000 ging het nog om 128 zaken. Wat opvalt, is dat het aantal inhoudelijke adviezen niet zo sterk toeneemt als het aantal zaken. Dit komt door het beleid van de LKC om de klagers en verweerders te helpen met het zoeken naar een goede oplossing door persoonlijk contact op te nemen. Over grote thema’s zijn dossiers te vinden op de website van de LKC. Benieuwd naar de hele uitspraak of wil je meer details over de voorbeelden? Tik dan het zaaknummer in voor de hele overweging van de commissie.