De hogeschoolbibliotheek gaat op zijn kop
Digitalisering betekent een nieuwe rol voor de bibliotheek in het hoger onderwijs. Dat heeft voor medewerkers grote gevolgen.
In 2017 zijn in het Uithofgebouw aan de Padualaan de bibliotheken van de zeven Utrechtse faculteiten samengebracht. Een verandering die enkele jaren geleden is ingezet om toekomstbestendig te kunnen worden, legt de manager Marianne Kelder uit. “Je weet niet wat de toekomst precies brengt. Om daarop in te spelen, is het efficiënter om één bibliotheek te creëren. Door automatisering is daarbij veel administratief werk weggevallen. Dat wat we op personeelskosten besparen, zetten we in voor nieuwe vormen van dienstverlening.”
Het was nogal een omslag. Na jaren op dezelfde plek, moet men zich opeens verhouden tot nieuwe collega’s en een andere werkwijze.
De balie is gebleven, maar de functies van de medewerkers zijn veranderd. Bij de medewerker Publieksdienst achter de balie kunnen studenten terecht voor algemene vragen. De floorwalker helpt de student vervolgens letterlijk en figuurlijk zijn weg te vinden in de databanken en de bibliotheek. En op de instituten zelf zijn er embedded librarians: informatiespecialisten die studenten en docenten helpen bij hun onderwijs- en onderzoeksvragen.
Pittig proces
Het ondersteunen bij onderwijs en onderzoek zijn twee peilers van de bibliotheek die volgens Kelder om gespecialiseerd personeel vragen. “Iedere medewerker heeft zijn of haar voorkeur kunnen aangeven en dat hebben we zoveel mogelijk gehonoreerd”, vertelt ze. “Door de crisis hebben we onverwachts moeten bezuinigen op al onze studentassistenten, maar gelukkig lukte het om verder iedereen te behouden. Het was best een pittig proces, omdat het nogal een omslag van mensen vergt. Na jaren op dezelfde plek, moeten ze zich opeens verhouden tot nieuwe collega’s en een andere werkwijze. Het actief naar buiten treden om studenten te helpen, is best moeilijk voor bibliotheekpersoneel dat over het algemeen nogal bescheiden van aard is. Daar is een professionaliseringstraject voor geweest.”
Overgangsfase
Ondanks diverse bezuinigingsrondes op hogescholen zijn de totale uitgaven aan de bibliotheek tussen 2010 en 2017 met 10 procent toegenomen, zo blijkt uit trendcijfers van het Samenwerkingsverband Hogeschoolbibliotheken (SHB). Het aantal fte per student is ongeveer gelijk gebleven, maar het aandeel informatiespecialisten binnen de totale formatie is met een kwart gegroeid naar 60 procent. De gemiddelde bibliotheekmedewerker professionaliseert dus verder.
De uitgaven aan gedrukte boeken is op de hogescholen in de afgelopen jaren met eenderde gedaald.
“De functie verschuift naar die van een actieve ondersteuner”, legt Marjan Bonink, vicevoorzitter van het SHB uit. “Dat komt ook door de invoering van praktijkgericht onderzoek in het hbo. Hoe sla je onderzoeksdata op, hoe publiceer je erover en hoe zorg je dat anderen de data kunnen hergebruiken, zijn nieuwe onderwerpen waar de informatiespecialist bij kan helpen.”
De uitgaven aan gedrukte boeken is op de hogescholen in de afgelopen jaren met eenderde gedaald, meer dan de helft van de collectie (62 procent) bestaat nu uit digitale bronnen. Er zijn hogescholen, zoals InHolland, die de collectie alleen nog online aanbieden. De student kan hierdoor alleen via een systeem boeken zoeken en reserveren. De meeste hogescholen kennen nog een ‘hybride collectie’, zoals Bonink het noemt.
“We zitten in een overgangsfase. Nieuwe studenten zullen steeds meer gewend zijn om digitaal te werken. De toekomst laat zich echter lastig voorspellen. Dat het in 2018 al gedaan zou zijn met het papieren boek komt bijvoorbeeld niet uit, sterker nog, de verkoop in boekwinkels stijgt juist weer en studenten studeren ook nog steeds graag van papier.”
Prettig
“Hoe heerlijk is het, dat studenten hier nog tussen de boeken kunnen studeren”, zegt Liedeke van Schoot. Ze werkt als embedded librarian op het Utrechtse instituut paramedische studies. “De titel is een beetje oorlogsachtig, maar klopt wel: mijn werkplek is bij de opleidingen zelf. Ik help studenten en docenten bij hun vragen of onderzoek en daarnaast geef ik veel les in informatievaardigheden.”
Door open access en open science komt steeds meer informatie online beschikbaar.
Ze vindt het fijn dat ze nu niet meer achter de balie hoeft te werken. “Nu kan ik veel meer mijn eigen agenda bepalen. Dat is prettig, maar ik hoor dus ook niet meer bij een bepaald docententeam, dat is wel wennen. Het fijne is dat ik nu veel meer contact heb met studenten en docenten, de lijntjes zijn korter.”
Door open access en open science komt steeds meer informatie online beschikbaar. Een bekende medische databank bevat bijvoorbeeld zo’n 30 miljoen artikelen, dat vraagt volgens haar wel wat van je vaardigheden als zoeken, selecteren en beoordelen op relevantie en juistheid. “Niet alles is er dus gemakkelijker op geworden door de digitalisering, ook voor ons niet”, zegt Van Schoot die al ruim 35 jaar in het vak zit. “Soms krijgen we niet goed duidelijk wat we in huis hebben, omdat de zoeksystemen niet goed gelinkt zijn. Daar besteden we in de lessen ook aandacht aan.”
Trots
Een meisje tuurt naar het scherm van de informatiezuil ‘Hugo’. De auteur van het Engelse boek dat ze zoekt, weet ze niet. “Dat geeft niet”, legt floorwalker Carla van Oostrum uit. “Via het touchscreen kun je ook op titel zoeken in het systeem.” Van Oostrum is tevens coördinator van de publieksdienst waar de infobalies en floorwalkers toe behoren. “Het is voor iedereen een gigantische transitie die nog steeds bezig is. Ik ben enorm trots op de stappen die we hebben gezet.”
Dagelijks bezoeken honderden studenten de bibliotheek, in tentamentijd gaat dat aantal al snel de duizend over. Om aan de vraag te voldoen zijn de openingstijden verruimd. Zo is de bibliotheek tot 21:00 uur open en ook op zaterdag overdag. “Tot nu toe gaat het invullen van het rooster hartstikke goed”, vertelt Van Oostrum. “Straks houden we een proef op zondag en dat rooster was zelfs in één keer ingevuld. Dat is het voordeel dat we met zoveel verschillende mensen zijn.”
VR-Brillen
Eddy de onderwijsrobot staat klaar voor gebruik in het Hub-lab op de tweede verdieping, waar ook VR-brillen, programmeerbare bijenrobots en een tafelvormig touchscreen beschikbaar zijn. Het Hub-lab is de nieuwste vorm van dienstverlening vanuit de bibliotheek. Studenten en docenten van alle opleidingen kunnen de innovatieve tools, apps en leermiddelen uitproberen en gebruiken.
De medewerkers begeleiden activiteiten en geven workshops op maat. Zo deden studenten Optometrie onderzoek naar de effecten op het oog na gebruik van de VR-bril en leerden studenten Vaktherapie creatief vormgeven met 3D-pennen. “Het Hub-lab bestaat nu 1,5 jaar en inmiddels groeien we alweer uit ons jasje”, vertelt Bianca Pannekoek, manager informatiespecialisten en Hub-lab. “We bieden inspiratie en de mogelijkheden om de 21e-eeuwse vaardigheden in het curriculum een plek te geven. Daarnaast willen we een overzicht bieden van wat er op digitale innovatie gebeurt binnen de opleidingen, zodat kennisuitwisseling nog meer wordt gestimuleerd. Er gebeuren zoveel mooi dingen, het is ontzettend leuk om hiermee bezig te zijn. Deze dienstverlening geeft een nieuw elan aan de bibliotheek.”