De dagdromers, de spring-in-het-veld’jes en kinderen die het liefst omgekeerd op hun stoel zitten: hoe houd je ze bij de les?
Sommige kinderen zijn ‘prikkelzoekers’ en presteren beter in een ruimte waar veel te zien en te beleven is. De kunst is uit te zoeken wie waar moet zitten in de klas. Ga zelf eens op verschillende plekken zitten, zodat je ziet wat een kind ziet en hoort.
Ga voor beweging! Doe regelmatig energizers en neem beweging op in het lesprogramma. Kijk eens op de facebookpagina Doevrijdag: leuke tips voor bewegend onderwijs.
Gemotiveerde kinderen kunnen zich beter concentreren. Spreek je leerling aan op een niveau dat net buiten bereik is van wat hij op eigen kracht kan. Dat zorgt voor uitdaging.
Een time timer die de tijd bijhoudt werkt goed om de concentratie vast te houden bij zelfstandig werken. Ze zijn er ook in mini uitvoering voor individuele leerlingen, waardoor je concrete afspraken kunt maken met een leerling.
Leerlingen zijn gebaat bij voorspelbaarheid: in de opbouw van de lessen en bij de stapjes die ze gaan maken. Ook weten ze graag hoe lang ze bij de les moeten blijven.
Soms moet je juist even iets totaal onverwachts doen. Rekenles? Dat kan ook in de gymzaal. Taal? Laat leerlingen met stoepkrijt op het plein schrijven.
Bied kinderen die dat nodig hebben materialen aan, zoals een zitkussen of een stressbal. Een ergotherapeut kan hierover advies geven.
Blijft concentratie ondanks alle tips een probleem? Dan kan er wat anders aan de hand zijn. Heb het erover met ouders en adviseer ze om naar de huisarts te gaan.