CBS: Mannen met pabo-diploma vaak niet voor de klas
Ruim 60 procent van de mannen met een pabo-diploma staat uiteindelijk niet voor de klas als meester. Ze kiezen vaker dan vrouwen voor andere beroepen binnen het onderwijs of in een heel andere beroepssector, zo blijkt vandaag uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
Van de afgestudeerde vrouwen met een pabo-diploma stond uiteindelijk 57 procent in 2015 voor de klas. Fors meer dan het percentage van 37 voor de mannen.
Ander beroep
Volgens CBS-woordvoerder Tanja Traag kiezen mannen met een pabo-diploma wel vaak voor een andere baan in het onderwijs. “Tien procent van de mannen gaat werken als docent in het voortgezet onderwijs”, zegt Traag. Anderen kiezen voor een carrière als onderwijsdeskundige of adviseur. “Zes procent komt in een leidinggevende onderwijsfunctie terecht, zoals schooldirecteur. Toch stroomt een flink deel, 47 procent, uit naar een heel ander beroep.”
Al jaren daalt het aantal mannen op basisscholen. Het Onderwijsblad schreef half september al dat het lage salaris mannen de klas uit jaagt. Het Algemeen Dagblad meldde in dezelfde maand ook dat mannen wegblijven uit het basisonderwijs.
De CBS-cijfers bevestigen het beeld in deze berichten. Hoewel het aantal mannen in het basisonderwijs al jaren daalt, ziet het CBS dat de pabo sinds schooljaar 2012/2013 populairder is onder jongens. Zo was 20 procent van de eerstejaarsstudenten in 2015 man. In 2005 ging het nog om 15 procent. “Dat betekent niet dat er uiteindelijk meer meesters komen”, zegt Traag. “Er is namelijk ook veel meer uitval van mannen dan vrouwen op pabo’s. Er gebeurt iets waardoor ze denken: dit is toch niets voor mij.”
Andere landen
Internationaal gezien is het lage aantal mannen in het basisonderwijs niet gek. Ook andere landen hebben er last van. Nederland zit met 14 procent mannelijke leerkrachten in de middenmoot. Er zijn landen, zoals Hongarije (3 procent), Italië (4 procent), Kroatië (7 procent) waar nog minder mannen in het basisonderwijs lesgeven. In Denemarken staan relatief veel mannen voor de klas met 30 procent.
