WO&O

Cao universiteiten definitief: loonsverhoging van 9 procent

De achterban van de AOb, de andere bonden en de werkgevers hebben ingestemd met het onderhandelaarsakkoord voor de cao van de universiteiten. Daarmee is de cao definitief. Medewerkers krijgen 9 procent loonsverhoging.

Tekst Rob Voorwinden - Algemene Onderwijsbond - - Minder dan een minuut om te lezen

University crop

Beeld: Pixabay

In een peiling onder AOb-leden stemde 90 procent vóór het onderhandelaarsakkoord. De sectorraad van de AOb heeft - mede op basis van deze uitslag - definitief met de afspraken ingestemd.

De loonsverhoging van 9 procent gaat in per 1 augustus. Daarnaast is er een eenmalige uitkering, die in hoogte varieert. Een werknemer met minimumuurloon krijgt een eenmalige uitkering van bruto 1200 euro, een werknemer tot en met schaal 9 krijgt 1000 euro, en vanaf schaal 10 geldt een uitkering van 800 euro (dit alles naar rato dienstverband).

Minder tijdelijke banen en meer vaste banen voor docenten

“De cao bevat een goede loonsverhoging en ook een duidelijke en concrete stap naar minder tijdelijke banen en meer vaste banen voor docenten”, zegt AOb-bestuurder Donald Pechler. “We gaan nu ook daadwerkelijk stappen zetten in het terugdringen van het aantal flexbanen van docenten op de universiteiten."

Tijdelijk

In het akkoord is afgesproken het percentage tijdelijke dienstverbanden van onderwijzend personeel terug te brengen van 15 naar 13,5 procent. Ongeveer 300 voltijdfuncties aan tijdelijke docentfuncties worden binnen maximaal drie jaar omgezet in vaste functies of in functies voor universitair docenten. En docenten hebben voorrang bij te vervullen vacatures voor vaste docentfuncties binnen hun eigen vakgebied, na beoordeling dat aan de functie-eisen wordt voldaan.

Vakbondsfaciliteiten

De afspraken uit de cao gaan verder over onder andere loondoorbetaling bij ziekte en over vakbondsfaciliteiten. Bij de start van het academisch jaar geldt voortaan een ‘maand van de vakbond’. Werknemers die in deze maand lid worden krijgen de helft van hun eerste jaarlijkse contributie vergoed – met een maximum van honderd euro per werknemer.