Cao-akkoord universiteiten mikt op meer vaste banen
In het cao-akkoord voor de universiteiten zetten de onderhandelaars in op meer vaste banen. Het betekent dat universitair docenten, universitair hoofddocenten, hoogleraren en ondersteunend en beheerspersoneel na één jaar tijdelijke contracten voortaan een vast dienstverband krijgen.
Daarnaast zien alle medewerkers een loonsverhoging plus eenmalige uitkering terug op hun salarisstrook en moeten universiteiten met het Lokaal Overleg (LO) concrete afspraken maken over hun taakopdracht en werkdrukverlaging.
“Het is een beleidsrijke cao geworden met veel nieuwe afspraken, bijvoorbeeld over werkdruk, contracten en thuiswerken”, zegt AOb-sectorbestuurder Donald Pechler. Hij zat namens de AOb sinds november aan de onderhandelingstafel om over een nieuwe cao te praten.
Meer vaste banen
Vooral de afspraak over de vaste banen is belangrijk voor de bonden. Universitair docenten, hoofddocenten, hoogleraren en ondersteunend en beheerspersoneel (obp) moeten voortaan na één jaar een vast contract krijgen als zij goed functioneren (bij 'gebleken geschiktheid'). “Dit geldt voor een flinke groep medewerkers”, zegt Pechler. “Zo’n achthonderd wetenschappelijk medewerkers krijgen daarmee dit jaar een vast dienstverband en in de groep obp’ers loopt dat op tot tweeduizend. Dit is een flinke verbetering, want als je de huidige cao voor universiteiten zou volgen dan kunnen medewerkers zelfs vier jaar lang of zelfs langer een tijdelijk contract krijgen.”
Achthonderd wetenschappelijk medewerkers krijgen met de nieuwe cao een vast dienstverband en in de groep obp’ers loopt dat op tot tweeduizend
Ontslagbescherming
Een andere afspraak is dat de ontslagbeschermingstermijn in fases wordt ingekort. Op dit moment krijgen werknemers in totaal dertien maanden ontslagbescherming bij reorganisaties. Dat betekent dat ze tijdens die maanden niet ontslagen mogen worden, maar dan de tijd hebben om ander werk te vinden.
Vanaf 1 juli 2023 gaat de ontslagbeschermingstermijn terug naar tien of elf maanden. Het aantal maanden ligt aan het aantal dienstjaren. Vanaf 1 januari 2025 krijgen medewerkers nog zes of zeven maanden ontslagbescherming. Pechler: “Zij krijgen doorbetaald, zonder dat ze er werk voor hoeven verrichten, want de meeste wetenschappelijke medewerkers werken al over en wat blijft er dan over van werk-naar-werk begeleiding? In de oude afspraak bleven medewerkers hun eigen werk verrichten, maar kregen daar feitelijk geen tijd om naar ander werk uit te kijken. Die gelegenheid krijgen ze nu wel. Daarnaast krijgt elke werknemer die onder een reorganisatie valt, een marktconform budget voor professionele ondersteuning bij het vinden van ander werk.” Oudere werknemers die vijf jaar of minder voor hun AOW-leeftijd zitten en een dienstverband hebben van vijftien jaar of langer krijgen vanaf 1 juli 2023 voortaan één jaar ontslagbescherming.
Minimumloon
De cao-onderhandelaars hebben daarnaast afspraken over het loon gemaakt. Vanaf juli 2021 zien alle medewerkers aan de universiteit een loonsverhoging van 1,64 procent verschijnen op hun loonstrook. Daarna volgt vanaf 1 januari 2022 een plus van 0,36 procent. Met deze nieuwe cao krijgen medewerkers ook een eenmalige uitkering van 650 euro bij een voltijdbaan. Deze bonus betalen instellingen in september dit jaar uit.
Pechler is daarnaast trots op een afspraak voor medewerkers die vallen in de laagste salarisschalen, zoals portiers, servicemedewerkers, schoonmakers en werknemers bij de repro. Vanaf 1 juli 2021 is 14 euro het minimum uurloon, de zes laagste salarisschalen zullen daarmee opgetrokken worden. “Het was een uitdrukkelijke wens van onze leden om iets voor deze groep te doen. Zij faciliteren het onderwijs. Ik ben blij dat we dit geregeld hebben.”
Alle medewerkers krijgen een loonsverhoging van 1,64 procent en een eenmalige uitkering van 650 euro
Werkdrukverlaging
Belangrijk ander thema is werkdruk en dan vooral de manier waarop die verlaagd kan worden. Met het onderhandelaarsakkoord moeten universiteitsbesturen in gesprek met het Lokaal Overleg (LO) om goede afspraken te maken over de afbakening van de werk- en privétijd.
Universiteitsbesturen moeten in gesprek met het Lokaal Overleg (LO) om goede afspraken te maken over de afbakening van de werk- en privétijd
Daarnaast moet het LO zich buigen over ‘vrij besteedbare werktijd’ voor medewerkers. Alle medewerkers moeten dit krijgen waarbij ze zelf kunnen bepalen wat ze doen. Universiteiten kunnen bijvoorbeeld vergaderluwe weken invoeren, of op een uur van de dag nooit afspraken inplannen. Daarnaast moeten werknemers een reële taakopdracht krijgen. “Sommige medewerkers zitten zo volgepropt met onderwijs dat ze geen onderzoek meer kunnen doen binnen de werktijd”, zegt Pechler. “Werkgevers moeten hier rekening mee houden en duidelijk afspraken maken met het LO en de medezeggenschapsraad. Zij hebben hier een belangrijke rol in. Medewerkers moeten een realistisch uit te voeren taakopdracht krijgen, waarbij universiteiten bijvoorbeeld de verhouding vastleggen tussen onderwijs, onderzoek, voorbereiding en andere taken. Ze kunnen daar bandbreedtes voor aangeven.”
Thuiswerkvergoeding
Met de werk-privé balans hangt ook het thuiswerken samen. Door corona is dat een belangrijker issue dan ooit en daarom zijn er nu afspraken vastgelegd. Er zijn twee opties waar universiteiten uit kunnen kiezen om thuiswerkvergoedingen te geven aan hun medewerkers. “Vaak was thuiswerken alleen informeel geregeld. Nu hebben we er duidelijk afspraken en vergoedingen voor vastgelegd, zoals internetvergoedingen, die per 1 september 2021 gelden.”
Vaak was thuiswerken alleen informeel geregeld, nu zijn er duidelijke afspraken
AOb-onderhandelaar Pechler heeft het akkoord positief voorgelegd aan de sectorraad. De raad heeft ermee ingestemd. Nu kunnen AOb-leden tot 16 juli hun mening over het akkoord geven via de mail. “Een akkoord is altijd een package deal. Er zitten veel goede punten in, zoals de werkdruk waar concrete afspraken over komen en de normering van onderwijstaken, meer werkzekerheid en een loonafspraak die de koopkracht behoudt.”
De cao heeft een looptijd van 1 januari 2021 tot en met 31 maart 2022.
De ledenpeiling over het akkoord is inmiddels gesloten. De uitslag wordt op 30 juli bekend gemaakt.
Benieuwd naar het hele onderhandelaarsakkoord? Download het akkoord via deze link. English version click here.