Bruins gaat hoger onderwijs dwingen tot samenwerking
Het kabinet wil de onderlinge concurrentie in het hoger onderwijs afzwakken. Universiteiten en hogescholen krijgen daartoe een wettelijke plicht tot samenwerking, blijkt uit een brief van onderwijsminister Eppo Bruins. AOb-bestuurder Douwe van der Zweep is bezorgd over de plannen. "Als je als minister bovenop de krimp keihard bezuinigt dan komen opleidingen onder druk."

Onderwijsminister Eppo Bruins wil dat onderwijsinstellingen minder gaan concurreren meer gaan samenwerken om dalende studentaantallen op te vangen. Beeld: Rijksoverheid
Minder studenten, grote bezuinigingen, kleine opleidingen die verdwijnen, tekorten op de arbeidsmarkt, jonge onderzoekers in de knel. Er zijn 'strategische keuzes' nodig om hiermee om te gaan, schrijft minister Bruins aan de Tweede Kamer. In een uitgebreide brief over het vervolgonderwijs en wetenschappelijk onderzoek schetst hij de grote lijnen voor de toekomst zoals hij die voor zich ziet.
Bruins wil een minder marktgericht stelsel. De onderwijsinstellingen moeten vooral geen hippe opleidingen optuigen om zoveel mogelijk studenten te trekken; ze moeten in onderling overleg het onderwijsaanbod bepalen. En dan kan de overheid zich wat meer terugtrekken.
Conflicten
Zeker in tijden van bezuiniging is het helemaal niet vanzelfsprekend dat de onderwijsinstellingen netjes in het gelid lopen. De Universiteit Maastricht is weer buitenlandse studenten gaan werven en de hogescholen hebben conflicten over de steun voor krimpregio’s.
Bruins weet dit allemaal ook. Hij ziet de concurrentie toenemen, laat hij merken in zijn brief. 'De afgelopen jaren zijn meer opleidingen gestart dan beëindigd', stelt hij vast. Toch wil hij de instellingen om tafel krijgen.
De afgelopen jaren zijn meer opleidingen gestart dan beëindigd
Wetswijziging
Zijn oplossing is een wetswijziging. Bruins gaat het onderling overleg afdwingen. Universiteiten en hogescholen mogen straks geen opleidingen meer starten of sluiten zonder met de andere instellingen te praten.
Helemaal nieuw is zulk overleg niet. Er is op allerlei manieren al sprake van ‘zelfregie’ en onderlinge afstemming, weet de minister. 'Dit is een goede beweging die ik van harte steun en graag wil bestendigen.' Maar hij wil dit dus minder vrijblijvend maken.
De details zijn nog lang niet uitgekristalliseerd: samen met het hbo en wo wil hij uitzoeken welke vorm dit overleg moet krijgen. In elk geval wil hij kleine of unieke opleidingen behouden als ze belangrijk zijn voor de maatschappij of voor de regio. Je mag straks dus niet zomaar een opleiding Nederlands opdoeken, mochten zich een beetje weinig studenten aanmelden.
Omgekeerd wil hij ook dat universiteiten en hogescholen met een goed onderwijsaanbod kansen 'verzilveren' voor de economie en maatschappij. Het systeem moet daar dus toe aanmoedigen, al is nog niet duidelijk hoe.
Minder bemoeienis
Tegelijkertijd wil hij naar eigen zeggen juist minder bemoeienis met de instellingen hebben. Hij wil zich liever niet zo bezighouden met thema’s als werkdruk, wetenschappelijke integriteit, diversiteit, inclusie en sociale veiligheid. Daar mogen de universiteiten en hogescholen zelf voor zorgen, zonder speciale budgetten en regelingen uit Den Haag.
Of zoals Bruins het formuleert: 'De komende jaren bouw ik de ad hoc stimulerende rol van de overheid hierin stapsgewijs af.' Hij wil ook de administratieve lasten voor de instellingen verminderen.
De komende jaren bouw ik de ad hoc stimulerende rol van de overheid stapsgewijs af
Bij dit alles past ook een aangepaste financiering, vindt Bruins. Hij wil kijken naar 'het gehele mechanisme waarop het overheidsbudget tot stand komt.' Het gaat hem met name om 'voorspelbaarheid, stabiliteit en samenwerking.'
Toegankelijkheid van het onderwijs
In een voetnoot blijkt dat dit gevolgen kan hebben voor de toegankelijkheid van het onderwijs: misschien kun je straks minder makkelijk doorstuderen als je dat wilt. Bruins wil 'kijken naar de gevolgen van opwaartse druk en de bekostiging van doorstromers en uitvallers.'
Achter de term ‘opwaartse druk’ schuilt de politieke overtuiging dat te veel studenten het allerhoogste diploma willen halen: ze doen liever universiteit dan hbo, en liever hbo dan mbo. De vorige minister van Onderwijs, Robbert Dijkgraaf, wilde van deze ‘ladder’ een ‘waaier’ maken en legde veel nadruk op de gelijkwaardigheid van mbo, hbo en wo.
Zo praat Bruins er ook over. In zijn brief schrijft hij: 'Voor studenten zou het goed zijn als er minder nadruk komt te liggen op maximale zelfontplooiing en opwaartse druk.' Een groot verschil is dat Bruins dit kennelijk via de financiering van het vervolgonderwijs wil afdwingen. Hij maakt dit overigens nog niet concreet.
Postdocs hebben het moeilijk
Ondanks de bezuinigingen en de aankondiging dat hij zich minder met het beleid van de instellingen wil bemoeien, schrijft Bruins ook over de carrières van jonge onderzoekers. 'Zij vormen de volgende generatie topwetenschappers die werkt aan onderzoek en innovatie voor het oplossen van maatschappelijke vraagstukken.'
Bezuinig ze dan niet weg, zullen zijn critici roepen, maar op zulke kritiek loopt hij niet vooruit. Hij stelt vast dat met name postdocs het moeilijk hebben. Hun loopbaan is onzeker en zij kampen volgens de minister 'met (te) veel tijdelijke aanstellingen.'
Volgens de minister ligt de bal bij de universiteiten. Die moeten aan de cao-tafels tot goede oplossingen komen voor jonge onderzoekers. Het is wel een van de weinige onderwerpen waar Bruins specifieke bedragen voor reserveert.
Bedragen
Er gaat 40 miljoen euro naar promovendi, postdocs en startende universitair docenten. Het vorige kabinet had hiervoor onder meer ‘startersbeurzen’ in het leven geroepen om ‘rust en ruimte’ te creëren en de werkdruk te verlagen, maar Bruins doet het anders. Voor het verdelen van deze middelen 'richt ik niet een separaat instrument in', schrijft hij.
De universiteiten mogen het geld dus naar eigen goedvinden inzetten. 'Zo blijven de administratieve lasten voor de universiteiten beperkt', aldus de minister. Wel wil hij van hen weten wat ze met het geld gaan doen om de positie van jonge onderzoekers te verbeteren.
Voor de werkdruk geeft hij universiteiten jaarlijks 25 miljoen euro extra tot en met 2028. Dit geld komt bovenop het restant van de wegbezuinigde starters- en stimuleringsbeurzen: jaarlijks 78 miljoen euro tot en met 2031.
Onbeantwoorde vragen: heel vaag
Het is de vraag hoe Bruins’ plannen zullen vallen. Het gaat om grote wijzigingen, alleen al in de financiering. Ook vergen veel van Bruins’ voorstellen nog overleg, verkenning en onderzoek.
AOb-bestuurder Van der Zweep is bezorgd over de plannen en vreest dat de opleidingen onder druk komen te staan als de minister bovenop de krimp die er is ook nog keihard bezuinigt. "Wij maken ons ontzettend zorgen over het aanbod en de gevolgen van het schrappen of samenvoegen van opleidingen", zegt Van der Zweep. "Denk bijvoorbeeld aan de moderne talen die ook voor het onderwijs enorm belangrijk zijn."
Minder concurrentie klinkt sympathiek maar zegt de minister niet eigenlijk dat hij de verschraling wel best vindt zolang de arbeidsmarkt er maar geen last van heeft
Minder concurrentie klinkt volgens de AOb-bestuurder misschien 'sympathiek', "maar, zegt de minister eigenlijk niet gewoon dat hij de verschraling wel best vindt zolang de arbeidsmarkt er maar geen last van heeft. En de uitvoering of hoe het moet? Die bal legt hij bij de onderwijsinstellingen."
“Ik vind hem heel vaag”, zegt Tweede Kamerlid Jan Paternotte van oppositiepartij D66. “De brief suggereert wel een beetje wat hij wil bereiken, maar hoe dan? Het komt op mij allemaal over als een afleidingsmanoeuvre: hij probeert te doen alsof de bezuinigingen de mensen niet raken.”
Ik vind hem heel vaag
En die aandacht voor de aansluiting op de arbeidsmarkt? “Iedereen is voor een goede aansluiting en voor een kritische blik op het aanbod”, zegt Paternotte, “maar op dit moment dalen de studentenaantallen zo hard dat het instellingen in de problemen brengt en er opleidingen gaan verdwijnen. En Bruins geeft geen antwoorden als je vraagt wat hij nou eigenlijk wil met het aantal buitenlandse studenten.”
Het komt op mij over als een afleidingsmanoeuvre: hij probeert te doen alsof de bezuinigingen de mensen niet raken
Coalitiepartij VVD is welwillender. Tweede Kamerlid Claire Martens-America heeft ook nog veel vragen, bijvoorbeeld over de snelheid en de uitvoering. “Maar voor nu ben ik zeker positief”, zegt ze.
De VVD vindt de aandacht voor de arbeidsmarkt en samenleving logisch. “Vanuit de politiek hebben we weinig zeggenschap over het onderwijsaanbod, maar we worden wel verantwoordelijk gehouden voor de maatschappelijke uitdagingen in bijvoorbeeld de zorg, het onderwijs en de techniek”, zegt Martens-America. “De politiek staat met reden op afstand van het onderwijs, maar nu zien we ook de valkuilen daarvan. Het lijkt me wel gezond om hier eens naar te kijken.”
Universiteiten gedwongen om mensen te ontslaan
Universiteiten zijn vooral blij dat Bruins hun administratieve lasten wil terugdringen. 'Dat is hard nodig, want die zijn op dit moment hoog en lijken de komende tijd alleen maar te gaan stijgen', staat in een schriftelijke reactie van universiteitenvereniging UNL op de brief.
Het grote probleem is op dit moment dat er een half miljard euro wordt bezuinigd op het hoger onderwijs en wetenschap
Maar ja, die bezuinigingen. 'Het grote probleem is op dit moment dat er een half miljard euro wordt bezuinigd op het hoger onderwijs en wetenschap. Universiteiten worden gedwongen om personeel te ontslaan, te snijden in het opleidingsaanbod en te stoppen met onderzoek naar bijvoorbeeld kankerbehandelingen en Parkinson.'
Hogescholen willen geen wettelijke verplichting
De Vereniging Hogescholen ziet weinig in een wettelijke verplichting tot onderling overleg. 'Hogescholen hebben al laten weten dat zij collectief verantwoordelijkheid willen nemen. Wetgeving op dit vlak is onnodig', staat op de website van de vereniging.
Het hbo mist in de brief vooral 'concrete ambitie'. Neem de aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt: wil je dat werknemers hun kennis bijspijkeren of zich omscholen als dat nodig is? Geef hogescholen de taak om hiervoor het studieaanbod te verzorgen, is het pleidooi. Ook willen de hogescholen graag meer masteropleidingen verzorgen. Ze citeren de minister: 'Onderwijs, onderzoek en innovatie zijn de katalysator voor arbeidsproductiviteits- en welvaartsgroei.' Alleen daarom al verdienen hbo-studenten alle steun als ze een master willen volgen, vindt de VH.
De AOb staakt tegen de sloop van het hoger onderwijs!Ga naar de actiepagina!