Bezuinigingsdrift raakt ook de lerarenopleidingen
De bezuinigingen op het hoger onderwijs maken dat lerarenopleidingen hun aanbod steeds meer generaliseren. Maar het voortgezet onderwijs heeft geen baat bij generiek opgeleide docenten, stelt lerarenopleider Johan Graus.

Beeld: Typetank
Krimpende studentenaantallen, minder internationale studenten, hogere loonkosten, een teruglopende rijksbijdrage per student: er waait een gure wind door het Nederlandse hoger onderwijs - ook al zijn de voorgenomen extra kabinetsbezuinigingen deels van de baan.
Wie denkt dat deze rampspoed het voortgezet onderwijs ongemoeid laat, komt bedrogen uit. Het vo tobt al jaren met een toenemend kwantitatief en kwalitatief lerarentekort, waardoor het steeds lastiger wordt om leerlingen zelfs maar basale vaardigheden als schrijven, lezen en rekenen bij te brengen. De kaalslag in het hoger onderwijs zal deze ontwikkelingen verder in een stroomversnelling brengen; de eerste tekenen hiervan zijn nu al zichtbaar.
De huidige bezuinigingsdrift raakt de lerarenopleidingen, met name in het hoger beroepsonderwijs, buitenproportioneel
Als er één plek is waar de overheid actief op een toekomstbestendige en duurzame wijze kan bijdragen aan de versterking van het lerarenberoep en daarmee de kwaliteit van het onderwijs, dan is het wel de lerarenopleiding. De huidige bezuinigingsdrift raakt de lerarenopleidingen, met name in het hoger beroepsonderwijs, echter buitenproportioneel. Veel hbo-lerarenopleidingen zijn nu eenmaal klein; niet veel studenten kiezen voor een lerarenopleiding natuurkunde, scheikunde, Frans of Duits. Het gevolg laat zich raden: het bestaansrecht van deze opleidingen komt onder druk te staan.
In het hele land krijgen lerarenopleiders te horen dat hun opleidingen ‘kostenneutraal’ moeten worden
Directies van tweedegraads instituten doen hun uiterste best om de sluiting van kleinere opleidingen te voorkomen. De maatregelen die ze hiervoor moeten nemen, zijn echter minstens zo schadelijk. In het hele land krijgen lerarenopleiders te horen dat hun opleidingen ‘kostenneutraal’ moeten worden. Om dat te bereiken transformeren de tweedegraads vakopleidingen langzamerhand in pedagogische academies voor voortgezet onderwijs.
Leeruitkomsten blijken voor opleidingsinstituten een ideaal middel te zijn om draconische bezuinigingen door te voeren
Relatief kleinschalig vakspecifiek onderwijs is onder de nieuwe condities niet meer te realiseren, dus introduceren instituutsdirecties groots opgezette generieke leerlijnen pedagogiek, onderwijskunde, onderzoek, wereldburgerschap, digitale vaardigheden en algemene didactiek - ten koste van de contacturen vakinhoud en vakdidactiek. Het is immers vele malen goedkoper om studenten in grote hoorcolleges vakoverstijgend onderwijs aan te bieden, dan in kleinere werkgroepen op te leiden tot hoogwaardige vakdocenten.
Het instrument dat de instituten hiervoor inzetten zijn de zogeheten leeruitkomsten. Sinds 1 januari 2025 maakt de Wet leeruitkomsten hoger onderwijs het mogelijk voor beroepsopleidingen om in zowel voltijd- als deeltijdvarianten met ‘eenheden van leeruitkomsten’ te werken. Deze leeruitkomsten zijn de facto een vorm van gepersonaliseerd leren waarbij studenten zelf hun leerroute uitstippelen zonder een vooraf voorgeschreven curriculum.
De meeste studenten zitten helemaal niet te wachten op volledig geïndividualiseerde leerroutes
Oorspronkelijk was het idee dat deze nieuwe werkwijze de lerarenopleidingen flexibeler zou maken. Maar de leeruitkomsten blijken voor opleidingsinstituten een ideaal middel te zijn om draconische bezuinigingen door te voeren en hiermee het vakspecifieke karakter van lerarenopleidingen aan te tasten. De meeste studenten, zeker in de voltijdopleidingen, zitten namelijk helemaal niet te wachten op volledig geïndividualiseerde leerroutes. Zij willen een helder omlijnd en samenhangend vakcurriculum en dito onderwijsaanbod, met duidelijk omschreven toetscriteria.
De kosten hiervan kunnen de tweedegraads instituten echter niet meer dragen en dus reorganiseren zij massaal met de nieuwe wet op de leeruitkomsten in de hand hun curricula. Op basis van breed geformuleerde leeruitkomsten rollen zij steeds meer generieke leerlijnen uit waarbij zoveel mogelijk studenten van verschillende studierichtingen bij elkaar gezet kunnen worden. Zelfs het onderscheid tussen de pabo en de tweedegraads opleiding vervaagt daarbij. De redenering: leerkrachten en leraren werken toch beiden met kinderen, dus waarom niet hun opleiding deels gelijktrekken en gezamenlijk uitvoeren? Een win-winsituatie, toch?
Het tornen aan vakonderwijs en de wildgroei aan allerlei betekenisarme generieke leerlijnen is funest bij het bestrijden van het kwalitatieve lerarentekort
Ook de eerstegraads masteropleidingen in het hbo ontkomen niet aan de sloop van hun vakonderwijs ten gunste van algemene onderwijskundige inhouden. Om de gewenste schaalvergroting te realiseren worden zij gedwongen om de integratie van vakinhoud, vakdidactiek en pedagogiek los te laten, terwijl dit juist een absolute voorwaarde is voor het opleiden van deskundige bovenbouwleraren die hun leerlingen echt een stap verder kunnen brengen. Het tornen aan vakonderwijs en de wildgroei aan allerlei betekenisarme generieke leerlijnen is funest bij het bestrijden van het kwalitatieve lerarentekort waar we nu mee te kampen hebben.
Het is kwalijk om te betogen dat lerarenopleidingen kostenneutraal moeten zijn. Investeren in de leraren van morgen is een cruciale voorwaarde voor de broodnodige verbetering van ons onderwijs en de toekomst van onze samenleving. Het ondergraven van de lerarenopleidingen door het marginaliseren van vakinhoud en vakdidactiek moet dan ook zo snel mogelijk een halt toegeroepen worden. Het voortgezet onderwijs heeft geen baat bij generiek opgeleide leerkrachten die hun leerlingen misschien wel op pedagogisch verantwoorde manier kunnen bezighouden, maar de vakdeskundigheid ontberen om hen écht iets bij te leren.
Johan Graus is lerarenopleider Engels en hoofdredacteur van Levende Talen Magazine, een vakblad voor docenten Nederlands en moderne vreemde talen.