PO
VO

Een bevoegde leraar voor elke klas als stip op de horizon

Dansers, schrijvers, studenten: allerlei beroepsgroepen reiken de helpende hand in de strijd tegen het lerarentekort. Werken in het onderwijs zonder vakdiploma mag bij uitzondering als doekje voor het bloeden. Hoe lang blijft het nodig?

Tekst miro lucassen - redactie onderwijsblad - - 7 Minuten om te lezen

lerarentekort_header

Tijdelijk mogen zogeheten vakprofessionals voor de klas staan in Almere en de vier grote steden, de brandhaarden van het lerarentekort. Tijdelijk, maar wie verwacht dat na de einddatum 31 juli 2024 geen onbevoegde opvang meer nodig is? Semi-leerkrachten, onderwijsassistenten en leraren in opleiding staan sowieso al veel langer onbevoegd voor de klas. Juist daarom zag onderwijswethouder Marjolein Moorman in Amsterdam weinig enthousiasme toen ze enkele jaren geleden wilde onderzoeken hoe groot het lerarentekort eigenlijk was. Dan zou namelijk blijken wat scholen allemaal buitenwettelijk doen om maar geen klassen naar huis te hoeven sturen, zei Moorman bij het debat ‘Hoe kunnen we wel zorgen voor bevoegde leraren?’ dat debatcentrum de Balie half maart organiseerde in samenwerking met de AOb.

Wegkijken van het tekort is geen optie meer en sinds 2020 is het in Almere, Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en Utrecht onder voorwaarden toegestaan om klassen 22 uur per maand te laten begeleiden door een vak-professional. Dat kan bijvoorbeeld een accountant, een student of een kunstenaar zijn. Een wel bevoegde leraar, denk aan de collega in de klas ernaast, blijft verantwoordelijk voor de onderwijskwaliteit. Over het team gerekend komt er zo meer tijd beschikbaar voor professionalisering, overleg en andere taken.

In feite regelen we opvang, omdat de ouders moeten werken. Stuur liever vaker een klas naar huis, dan weet de samenleving dat dit probleem bestaat

Volgens onderzoeksgegevens waarderen leraren hun tijdelijke externe collega’s, maar er klinken ook andere geluiden. “Ze kunnen lang niet allemaal orde houden en dan ontstaat er onrust waar de hele school last van heeft. Je ziet zo’n groep ontsporen en je hoort in het lokaal ernaast dat het niet lekker loopt”, zegt de Amsterdamse leerkracht Anita Verbeek. “In feite regelen we opvang, omdat de ouders moeten werken. Stuur liever vaker een klas naar huis, dan weet de samenleving dat dit probleem bestaat.”

Schooldirecteur Tim Bartlema, ook uit Amsterdam, laat opvang bij onverwachte ziekte niet meer over aan vakspecialisten die hij nog niet kent, ook vanwege ordeproblemen: dan maar een klas naar huis. Wel zet hij onbevoegden, vooral uit de creatieve sector, in tijdens themaprojecten en om de reguliere groepsleerkrachten extra ontwikkeltijd te geven. “Meer voorbereidingstijd verhoogt de kwaliteit van de reguliere lessen.”

Solidair

Werken met onbevoegden staat ook in andere delen van het land op de agenda. Of het mag? Minister van Onderwijs Dennis Wiersma houdt de kerk in het midden, valt op te maken uit het Kamerdebat van 1 februari. Enerzijds zegt hij dat ieder kind recht heeft op goed onderwijs van bevoegde leerkrachten, voor de volledige onderwijstijd. Anderzijds steunt de minister elke lokale of regionale aanpak van het lerarentekort zolang die maar gezamenlijk en solidair tot stand is gekomen. Bindende afspraken, elkaar helpen, een goed plan waar ouders, leerlingen en leraren zich allemaal in kunnen vinden. Wiersma: “Natuurlijk kan het soms zijn dat je er dan achter komt: óf vier dagen in de week, óf we hebben een heel goed doordacht plan om dat tijdelijk op te vangen.”

Tijdelijk? Wethouder van Onderwijs Roelie Bosch van Almere weet wel beter. Haar stad heeft het grootste tekort en dat probleem is medio 2024 nog lang niet opgelost met 4 miljoen euro voor noodmaatregelen. Veel te weinig, zei Bosch begin maart tegen haar gemeenteraad. In de periode 2024-2028 zou dat twee keer zo veel moeten zijn. “Die lobby zijn we begonnen, als advocaat van onze kinderen in Den Haag.”

Beeld: Typetank

Noodplan Almere, net als bij de andere steden in gang gezet voordat de coronapandemie het onderwijs nog meer klappen gaf, telt tien maatregelen. Het zet in op aantrekkelijke arbeidsvoorwaarden (reiskostenvergoeding, huisvesting, begeleiding) en op minder makkelijke ingrepen zoals beperking van het aantal vestigingen en de alternatieve invulling van één schooldag per week want dat is waar 22 uur per maand op neerkomt. Almere is daarin koploper, van eerst twaalf tot nu meer dan dertig scholen. Het is een verrijking van het onderwijs en vermindert de werkdruk, stelt de gemeente op basis van onderzoek naar de ervaringen van leerkrachten.

Kennis en ervaring

De andere grote steden maken minder gebruik van vak-professionals. Utrecht en Rotterdam hebben helemaal afgezien van de ontheffing voor 22 uur per maand. Hun scholen werken beperkt met ‘anders bevoegden’, zoals Utrecht het noemt: 1,4 procent van het tekort wordt zo opgevangen. Een gemeentelijk woordvoerder: “Ze brengen nieuwe kennis en ervaring de school in, ze geven lessen op een specifiek vakgebied waarin ze beter zijn toegerust dan een breed geschoolde leerkracht.”

Den Haag en Amsterdam doen wel mee. Zij bieden hun scholen het ‘matchingplatform’ Andersom, waar scholen activiteiten vinden om de onbevoegde uren verantwoord in te vullen. Bittere noodzaak, zegt de woordvoerder van de gemeente Den Haag. De stad kondigt opleidingsmodules aan voor pedagogische en didactische vaardigheden, na de zomer beschikbaar voor de Haagse vakkrachten. Ook komen er kennismakelaars om de duurzame, gelijkwaardige en lokale samenwerking tussen scholen en vakkrachten te begeleiden.

Beeld: Typetank

Wat Den Haag betreft moet de ontheffingsregeling dan ook blijven: “De prognoses wijzen op grotere tekorten in de toekomst. De regeling afschaffen zou geen recht doen aan de realiteit waar het onderwijs mee te maken heeft.”

Hoe de schoolbesturen daarover denken, moet uit hun daden blijken. Amsterdam is voor doorgaan, wilde de voorzitter van het Amsterdamse besturenoverleg Lieke Thesingh nog wel kwijt bij het debat in de Balie. Verder wensen de G5-schoolbesturen het Onderwijsblad niet te woord staan, laat een woordvoerder weten. Steen des aanstoots is het manifest van de AOb en andere organisaties over een bevoegde leraar voor ieder kind in 2030. Toen drie Amsterdamse schoolbesturen eind januari in Het Parool aankondigden dat de tijdelijke maatregelen om het lerarentekort in de hoofdstad op te vangen, structureel worden en dat ‘het klassieke onderwijsbeeld waarin we een leraar voor een klas zetten, gaat verdwijnen’, organiseerde de bond meteen een demonstratie om duidelijk te maken dat een noodplan een noodplan moet blijven. Ook harde woorden van de AOb over het gebrek aan praktijkkennis en het democratisch tekort bij onderwijsbesturen zijn bij hen verkeerd gevallen.

De stip op de horizon is de bevoegde leraar en daar moet je alles voor uit de kast trekken. Blijf spreken van een noodmaatregel, niet over het nieuwe normaal

De investeringen in aanbod en bemiddeling wijzen erop dat zowel het rijk, gemeenten als onderwijsbestuurders doorgaan met onbevoegden, omdat het alternatief erger is: kinderen naar huis of nog grotere groepen. Maar welke maatregel de sector ook neemt, waarschuwt wethouder Moorman, geef nooit de indruk dat het onderwijs zich neerlegt bij het lerarentekort: “De stip op de horizon is de bevoegde leraar en daar moet je alles voor uit de kast trekken. Blijf spreken van een noodmaatregel, niet over het nieuwe normaal. Noem een einddatum en als we die niet halen mogen mensen boe roepen.”

Wil jij in 2030 ook voor elk kind een bevoegde leerkracht? Teken het manifest.

Nog lang geen onbevoegden-tekort

Genoeg belangstelling om iets bij te dragen aan het onderwijs, zegt Jesse Dijksman van aanbieder Lukida die freelance vakkrachten inzet uit verschillende disciplines. “Mensen met een carrière, vaak lesbevoegd in het eigen vakgebied. Kunstenaars, studenten. Voor wie dat nodig heeft bieden wij acht dagen opleiding en stage. Het is een pittig vak, je moet de groep voor je winnen. We hebben mensen die na twee dagen weer hard wegrennen, anderen stappen over naar de zij-instroom van de pabo. Dat lijkt dan wel jammer voor ons bedrijf, maar het is goed voor de scholen. We hebben ook kunstenaars die een basisinkomen halen uit lesgeven, zodat ze verder kunnen doen waar hun passie ligt. Totdat hun carrière een vlucht neemt en dan stoppen ze bij Lukida. We moeten nog wel tien jaar zo werken totdat er voldoende mensen weer het onderwijs in willen. Stop met al die administratie, breng de kleuterkweek terug, maak een deelbevoegdheid mogelijk op meer vakgebieden. En als je assistenten voor de klas zet, bescherm ze dan tegen klachten over kwaliteit.”

Robin de Lange van het Virtual Learning Lab, waar leerlingen een game maken binnen een dag: “Wij werken met jonge mensen in de masterfase, net afgestudeerden en creatieve zelfstandigen. Het is een uitdaging om ze te vinden, maar er zijn genoeg kansen. Gemiddeld blijven ze een jaar. Met ons aanbod kunnen scholen ook iets bereiken bij het leerdoel digitale vaardigheden. Wij zouden er graag een officiëler traject van maken in samenwerking met een hogeschool.”