Betaalde stage sterkt status leraar in opleiding
Onderwijsstagiairs moeten zich volledig kunnen richten op hun stage en niet genoodzaakt zijn een bijbaantje aan te houden. Een aantrekkelijk beroep begint al bij de stage, is de overtuiging van de AOb die aandringt op een stagevergoeding. Drie stagiairs vertellen over hun ervaringen.
"Ik voelde me vaak een gratis collega", vertelt student Evi Cau over haar onbetaalde onderwijsstage. Beeld: Jorn van Essen.
Elke Splinter (30) is vierdejaars student aan de IPabo in Amsterdam. Beeld: Graciéla de Goede
‘De vergoeding bevordert het werkplezier’
“Ik ben later begonnen met studeren en doe daarom de deeltijdstudie aan de IPabo. Er zitten veel deeltijdstudenten in mijn klas die ook nog een gezin te onderhouden hebben. Daar komen vaak extra banen bij kijken om rond te komen. En tijdstress om naast de onbetaalde stages en bijbanen ook nog te kunnen studeren. Omdat ik alleen ben, kan ik het me permitteren om quitte te draaien met mijn inkomsten en uitgaven. En als het even moet op droog brood te leven. Dat duurt niet lang meer hopelijk, want ik zit nu in mijn lio-stage, die wel betaald wordt conform de cao-afspraken.
De eerste drie jaar van mijn studie heb ik geen stagevergoeding gekregen, wat vrij zuur was omdat een onbetaalde stage het lastiger maakt om in je levensonderhoud te voorzien. Daarbij lijkt het me goed voor het imago van de stagiair in het algemeen als de stage altijd betaald is. Daar zouden nou echt een keer duidelijke afspraken over gemaakt moeten worden. Uiteindelijk, zo is mijn ervaring en die van medestudenten, word je wel voor de klas gezet als onbetaalde stagiair als de nood aan de man is.
Momenteel loop ik een dag stage bij een basisschool waar ik ook een vaste dag voor de klas sta, en krijg daar extra vergoeding voor. Daarin ben ik goed gehoord door de directie van mijn stageschool. Deze waardering en vergoeding doet zeker wat met de bevordering van het werkplezier. En maakt dat ik hier zou willen blijven plakken na mijn stage.”
Evi Cau (19) is tweedejaars student Nederlands op de Fontys Hogeschool in Tilburg. Beeld: Jorn van Essen
'De voorlichting over de afspraken mag wel wat beter’
“Van de dertien studiegenoten in mijn klas krijgen er momenteel drie een stagevergoeding, waaronder ik. Dat is omdat ik nu twee dagen in de week stageloop op een mbo-school. Sinds dit jaar zijn mbo-scholen verplicht stages te vergoeden. Veel studiegenoten die ook stagelopen op een mbo-school weten daar niets van af. Zij krijgen niets of minder vergoeding dan zou moeten. De voorlichting voor studenten over de afspraken die gemaakt zijn over stagevergoedingen mag wel wat beter, want ik vermoed dat niet alleen op mijn school daar weinig aandacht voor is. Ik hoorde het toevallig van mijn stagebegeleider, anders had ik het ook niet geweten.
Ik zit nu op 265 euro vergoeding per maand. Dat is precies genoeg om de benzine en de verzekering van mijn auto te betalen. Dat hoor je niet vaak een student met een auto, en het is een beetje verwend dat weet ik, maar dankzij de stagevergoeding kan ik ‘m blijven betalen. Naast mijn studie werk ik in de uitvaartbranche, met flexibele uren, zoals in de avonden. Hierdoor hoef ik niet meer in de weekenden te werken. Bij mijn vorige stage ging dat anders. Toen kreeg ik niet betaald en voelde ik me vaak meer een gratis collega. Terwijl ik tijdens die stageperiode toch twee keer ben ingevallen tijdens ziekte van een van de leerkrachten en alleen voor de klas stond. Op de school waar ik nu zit, voel ik me erg gewaardeerd en dat ligt ook aan de vergoeding. Je hoort erbij en draait volwaardig met het team mee.”
Jesse Temme (20) is derdejaars student aan de Universitaire Pabo van Amsterdam. Beeld: Graciéla de Goede
‘Het enige wat ik kreeg was een boekenbon of kerstpakket’
“Ik zit in mij derde jaar dus ik heb ondertussen al vijf stages gehad. Alle vijf, allemaal op Amsterdamse scholen, waren zonder stagevergoeding. Het enige wat ik kreeg was een boekenbon of kerstpakket. Bij mijn laatste stage kreeg ik zelfs dat kerstpakket niet. Dat heeft toch iets van er niet helemaal bij horen. Nou weet ik dat in Amsterdam op bestuurlijk niveau is afgesproken dat geen enkele school stagevergoeding geeft. Maar het goede nieuws is dat een scholengemeenschap, Esprit Scholen, zich daar sinds kort niet meer aan houdt en wel vergoeding geeft. Een paar honderd euro per maand voor twee stagedagen in de week. Een paar studenten uit mijn jaar hebben daar toevallig stage gelopen en die vergoeding ook echt gekregen. Dat is natuurlijk top! En het betekent dat andere Amsterdamse scholen nu ook mee moeten.
Ik vind het te gek voor woorden dat dit überhaupt niet landelijk geregeld is. Als je het lerarentekort aan wilt pakken, is het minste wat je kan doen beginnen bij het landelijke fixen van de stagevergoedingen. Daar hou ik de minister verantwoordelijk voor, die moet in actie komen en het niet overlaten aan de scholen zelf. Want het is echt zo dat je meer betrokkenheid bij de school voelt en meer waardering als je een vergoeding krijgt. En het scheelt geldstress. Ik heb een bijbaan, de basisbeurs is sinds kort beter geregeld en ik betaal relatief weinig huur, dus ik red me wel. Maar voor veel andere studenten scheelt een betaalde stage veel. Daarbij zorgt het voor gelijkheid als iedereen hetzelfde krijgt.”
AOb zet betalende scholen op de kaart
De AOb wil dat alle onderwijsstagiairs een vergoeding krijgen van 750 euro bruto per maand (bij 40 uur stage per week, anders naar rato). Dit bedrag geldt tot aan de lio-eindstage, waar al wel cao-afspraken over zijn en waarvoor een hoger bedrag is afgesproken: een half leraarssalaris à raison van 1660 euro bruto.
De AOb brengt in kaart welke scholen voor po en vo een stagevergoeding bieden, voor zowel de afsluitende lio-stage als voor de reguliere stages. Geef door op aob.nl/stagevergoeding hoe het op jouw school geregeld is en help toekomstige collega’s een afgewogen keuze te maken voor een stageschool.
