PO
VO
MBO

Beroepsbeeld schept ruimte en stelt grenzen

Wat houdt het leraarschap precies in? Duizenden leraren uit het po, vo, (v)so en mbo bogen zich de afgelopen twee jaar over deze vraag. Met als resultaat het Beroepsbeeld Leraar, dat vandaag is gepresenteerd aan het ministerie van Onderwijs. De AOb wil het document gebruiken om de autonomie van leraren te vergroten. “Dit is een beginpunt in al het andere wat we gaan doen.”

Tekst Daniëlla van 't Erve - Redactie Onderwijsblad - - 9 Minuten om te lezen

Rob Looijenstein foto Fred van Diem 04

Rob Looijenstein, leerkracht op basisschool Ter Does in Hoogmade: “Het Beroepsbeeld is een soort visitekaartje van ons beroep: hier staan we voor, dit vinden we met elkaar, dit hoort bij het vak."Beeld: Fred van Diem

“Leraar? Dat leek me echt het stomste beroep dat er was”, zegt Laura Borghols, docent Nederlands op het Veurs Lyceum in Leidschendam. Uit nood nam ze na haar theateropleiding een invalbaantje als dramadocent aan: “Vanaf dag 1 had ik het er onwijs naar mijn zin.” Ze behaalde haar bevoegdheid Nederlands en inmiddels geeft ze al ruim twintig jaar met veel plezier les. “Aan de middelbare school heb ik zelf weinig lol beleefd. De docenten vond ik maar saai en burgerlijk. Dag in dag uit hetzelfde vertellen, wie wil dat nou?”

Borghols is niet de enige die een verkeerd beeld van het beroep leraar had. De meningen van buitenstaanders lopen vaak uiteen van ‘zwaar’ en ‘saai’ tot ‘een en al vakantie’. Maar wat houdt het leraarschap precies in? Over die vraag bogen zich in de afgelopen twee jaar maar liefst zesduizend leraren. Onder leiding van Kennisland namen zij deel aan enquêtes, brainstormsessies of een denktank. Dit heeft geleid tot het Beroepsbeeld Leraar (zie kader), waarin de essentie van het beroep van leraren in po, vo, (v)so en mbo is vastgelegd. Vandaag is het document overhandigd aan Inge Vossenaar, de directeur-generaal Funderend Onderwijs bij het ministerie van OCW. Benieuwd naar de inhoud? Download het Beroepsbeeld

Lerarenorganisaties (AOb, CNV, FvOv, BVMBO en Platform VVVO) namen het initiatief hiertoe nadat Merel van Vroonhoven in haar advies over het lerarentekort in 2020 constateerde dat een gedeeld beroepsbeeld ontbreekt. “Het was een spannend proces om met z’n allen tot één beeld te komen, maar ik vind het heel mooi dat dat gelukt is”, vertelt AOb-bestuurder Thijs Roovers. “Het is een ontzettend goede weergave van ons vak geworden, helemaal gemaakt door en voor collega’s.”

Het Beroepsbeeld is een soort visitekaartje van ons beroep

“De weg ernaar toe wordt vaak vergeten, maar er is steeds heel kritisch door leraren zelf meegedacht, bijgestuurd waar dat nodig was en gezocht naar de juiste woorden, omschrijving en volgorde”, zegt Rob Looijenstein, leerkracht op basisschool Ter Does in Hoogmade en lid van de sectorraad voor het primair onderwijs van de AOb. “Dat maakt het zo’n waardevol document. Het Beroepsbeeld is een soort visitekaartje van ons beroep: hier staan we voor, dit vinden we met elkaar, dit hoort bij het vak. Ik hoop dat collega’s diezelfde trots voelen die ik hierbij voel: we hebben gewoon een schitterend vak.”

Grenzen stellen

Het beroepsbeeld benadrukt wat leraren gemeen hebben en ‘geeft inzicht in de veelzijdigheid, waarde en diepgang van het leraarschap’, staat er in de inleiding van het document. “Dit is een beginpunt in al het andere wat we gaan doen”, zegt Roovers over het belang ervan. “Als wij zelf geen goed beeld hebben van wat ons vak inhoudt en wat we moeten kennen en kunnen, dan wordt dat door anderen bepaald. Dit beroepsbeeld zorgt voor een kader waar alle betrokkenen bij het onderwijs zich toe moeten verhouden.”

Hij hoopt dat leraren hiermee vaker zelf een standpunt durven in te nemen. “Dat ze zich gesteund voelen om het gesprek met hun leidinggevende aan te gaan over wat niet bij hun vak hoort of wat juist wel. Dat ze zeggen: Wat er in mijn klas gebeurt of hoe er geleerd wordt, daar ga ik zelf over.”

Als wij zelf geen goed beeld hebben van wat ons vak inhoudt, dan wordt dat door anderen bepaald

“Het beroepsbeeld helpt prioriteiten stellen”, denkt Looijenstein. “Er komt vanuit de maatschappij nogal wat op het bordje van de leraar terecht om op te lossen, denk aan gezond eten, schoolzwemmen. Nu kunnen we verwijzen naar het beroepsbeeld en grenzen stellen: dit doen we wel want dat behoort tot ons vak en dat doen we goed, maar dat betekent dat er geen tijd is om andere dingen te doen.”

“Ik ben echt positief verrast”, zegt Laura Borghols als ze het document voor het eerst leest. “Ik was een beetje bang dat het een soort ‘blije eikel-uitstraling’ zou hebben. Waardoor allerlei belanghebbenden ermee aan de haal gaan om problemen te negeren, zo van: ‘Kom op, niet zo klagen; het is echt hartstikke leuk in het onderwijs, kijk maar naar dat beroepsbeeld.’ Maar nu ik het zo lees, is het gelukkig een stuk serieuzer dan ik had verwacht.”

Kilometers maken

Het Beroepsbeeld Leraar start met een overzicht van de kerntaken en de kennis, vaardigheden en houding die daarvoor nodig zijn. Vervolgens komen de ontwikkeling en loopbaan van leraren aan bod en tot slot de verschillen tussen onderwijssectoren. “Het laat echt zien wat er allemaal bij komt kijken om goed les te geven”, vertelt Silvia Overkamp, mbo-docent en lid van de ondernemingsraad op Yuverta in Den Bosch. Ze startte veertien jaar geleden als zij-instromer. “Mijn beeld van het docentschap klopte helemaal niet, het is zoveel meer dan lesgeven of het contact met studenten alleen. Zeker in het mbo moet je bijvoorbeeld ook zelf veel lesmateriaal ontwikkelen samen met bedrijven en dus contact onderhouden met de praktijk. Dat staat mooi omschreven in het beroepsbeeld.”

Het laat echt zien wat er allemaal bij komt kijken om goed les te geven

Ze herkent zich ook in de ontwikkeling die een docent doormaakt. “Als je begint, ben je startbekwaam en ga je vooral kilometers maken om het didactisch goed in de vingers krijgen. Dan groei je door van ervaren leraar naar expert waarin je meer taken krijgt en steeds meer ruimte om je te specialiseren. Het beroepsbeeld beschrijft heel helder dat je vak als docent altijd centraal blijft staan.” Laura Borghols vult aan: “Tegelijkertijd laat dit zien hoe je in het onderwijs kunt groeien. Ik ben een tijdje conrector geweest, maar wilde liever weer lesgeven. Sommigen zagen dat als een demotie, maar dat ervaar ik niet zo. In je baan als docent kun je jezelf altijd blijven ontwikkelen.”

Zowel Overkamp als Borghols hopen dat het zal lukken om salarisschalen als LB, LC en LD aan het beroepsbeeld te koppelen. Tot nu toe ziet Overkamp dat docenten alleen promotie maken als ze andere werkzaamheden gaan doen dan lesgeven. Bovendien ziet ze vooral het aantal LB'ers stijgen. “Ik hoop dat dit beroepsbeeld een belletje bij het ministerie doet rinkelen, waardoor we als docenten echt de erkenning, waardering en het respect krijgen die we verdienen.”

Docent Laura Borghols in haar klas

De hiërarchie moet anders om het beroep van leraar aantrekkelijker te maken, vindt Laura Borghols, docent Nederlands op het Veurs Lyceum in Leidschendam. “In het onderwijs zijn veel mensen met randvoorwaarden bezig. Dit zijn ook vaak degenen die het voor het zeggen hebben.”

Empathisch

Ingrid Alink, vso-leraar op het Meza College in Ede, woonde een brainstormsessie bij over het beroepsbeeld. “Dat leek me heel interessant en ik wilde graag het speciaal onderwijs goed belichten”, zegt ze. “Het is toch een andere tak van sport, waarin het anders lesgeven is dan dat je op de pabo leert. De rol van ouders is er anders en je moet heel empathisch zijn om je goed in te leven in wat kinderen, maar ook hun ouders nodig hebben. Dat heb ik echt in de praktijk moeten leren. Ik ben blij dit terug te lezen in het beroepsbeeld.”

Sinds twee jaar is ze als supervisor verantwoordelijk voor twee groepen, elk bemand door een onderwijsondersteuner op hbo-niveau. Alink: “Het is een pilot waarin we nog kritischer kijken naar wat leerlingen nodig hebben om straks een goede plek te krijgen qua werk of dagbesteding. Wat ik heel mooi vind is dat hiermee nieuwe doorgroeimogelijkheden worden gecreëerd. Voor mij als leraar in de rol van specialist, maar ook voor onderwijsondersteuners. Mijn nieuwe rol past goed bij de expertfunctie zoals die in het beroepsbeeld is geformuleerd.”

Weten wat er van je verwacht wordt, is zeker voor beginners ook prettig

Tijdens de brainstormsessie kwam volgens haar ook naar voren dat er te veel van leraren gevraagd wordt. Ze vindt het goed dat nu de essentie van het beroep zwart op wit staat. “Weten wat er van je verwacht wordt, is zeker voor beginners ook prettig. Een goed beeld helpt ook bij het werven van nieuwe mensen en het maken van een goede studiekeuze.”

Topsport

Om het beroep aantrekkelijker te maken, moet volgens Laura Borghols vooral de hiërarchie anders, iets waar de AOb ook voor pleit. Borghols: “Een leraar is als een topsporter: wij leveren de belangrijkste prestatie. Maar een topsporter heeft daarvoor een heel entourage aan ondersteuning. In het onderwijs zijn ook veel mensen met randvoorwaarden bezig, maar dit zijn ook vaak degenen die het voor het zeggen hebben. Geen wonder dat veel mensen de leraar als een sukkel zien, die nog van hun eigen geld gekleurd papier halen en met een broodtrommel onder de snelbinders naar school fietsen.”

Een leraar is als een topsporter: wij leveren de belangrijkste prestatie

Ze denkt niet dat het beroepsbeeld dit zomaar gaat veranderen. “Het is een mooi vertrekpunt, maar het is nog wel een droge tekst. Ik zou concrete voorbeelden willen van wat een leraar nodig heeft om zijn vak uit te kunnen voeren. Zoals voldoende tijd in het rooster om na te denken en te herstellen. Voor een topsporter is rust ook net zo belangrijk als beweging.”

“We hebben met dit beroepsbeeld de fundering van ons vak beschreven”, reageert AOb-bestuurder Roovers. “Het vak leraar is als een gilde, een ambacht, waarvoor we nu de spelregels hebben bepaald om toe te treden. Vanaf hier kunnen we kijken waar dit aanscherping of verbetering verdient zodat we ernaar gaan leven. Het beroepsbeeld is bovendien niet in beton gegoten, maar altijd onderhevig aan nieuwe inzichten. Het is dus niet klaar en het is ook geen wondermiddel. Het begint nu pas.”

Beroepsbeeld benadrukt wat leraren gemeen hebben

Het Beroepsbeeld Leraar bepaalt de essentie van het beroep van leraren in het po, vo, (v)so en mbo. Volgens de duizenden leraren die bij het document betrokken waren, zijn dit de kerntaken van het beroep:

 

- De leraar draagt kennis en vaardigheden over aan leerlingen/studenten

- De leraar is een expert in het omgaan met leerlingen/studenten

- De leraar zorgt voor een veilige en stimulerende plek om te leren

 

Professionele identiteit

Om de bovenstaande kerntaken succesvol uit te voeren, heeft de leraar de volgende kennis, vaardigheden en houding nodig:

- De leraar heeft de vaardigheid om diverse rollen te vervullen. Naast pedagogische, didactische en vakinhoudelijke kennis en vaardigheden, gaat het om rollen als coach, mentor of onderzoeker

- De leraar is deskundig, empathisch, creatief en flexibel

- De leraar handelt ethisch en verantwoordelijk

- De leraar is een professional in een team

- De leraar is onderdeel van verschillende netwerken

 

Voortdurende ontwikkeling

Er zijn diverse wegen om leraar te worden: via reguliere lerarenopleidingen tot diverse zij-instroomtrajecten. Maar ook na de lerarenopleiding is het essentieel dat de leraar zich blijft ontwikkelen.

 

Verschillen tussen sectoren

Naast de gedeelde aspecten kent het beroep van de leraar ook verschillen per sector. In het po is de leraar verantwoordelijk voor één groep, en besteedt bijvoorbeeld veel aandacht aan een vertrouwensband met
leerlingen. In het (v)so en op praktijkscholen ligt meer nadruk op de pedagogische kwaliteiten en in het vo meer op het belang van vakinhoudelijke kennis en vaardigheden. Het mbo is gericht op het voorbereiden van studenten op hun toekomstige loopbaan in het beroepenveld.

 

beroepsbeeldleraar.nl

 

Verder lezen in dossier: