Alle

Basisschoolleraren vinden vakbonden belangrijk

Leraren die werken op basisscholen vinden vakbonden belangrijk. Uit CBS-cijfers blijkt vandaag dat ruim driekwart van de basisschoolleraren het belangrijk vindt dat ze bestaan. Samen met de verpleegkundigen zijn basisschoolleraren de enige hoogopgeleide beroepsgroep in de top 20 die het belang ziet van de vakbonden.

Tekst Karen Hagen - Redactie Onderwijsblad - - Minder dan een minuut om te lezen

archiefonderwijsbladfoto

Beeld: Archief Onderwijsblad

Vaak vindt het personeel in de lagere beroepsniveaus, zoals buschauffeurs, trambestuurders en schoonmakers het bestaan van vakbonden erg belangrijk. Hoe hoger het beroepsniveau hoe minder belang eraan de bond wordt gehecht, volgens het CBS.

In het basisonderwijs vindt 54,8 procent van de leraren de vakbond belangrijk. Nog eens 20,5 procent vindt ze zelfs heel belangrijk. 24,7 procent vindt de vakbond niet van belang. Leraren in het basisonderwijs vinden vakbonden belangrijker dan collega’s in andere onderwijssectoren.

Hoger onderwijs

In het hoger onderwijs bijvoorbeeld geeft bijna de helft van de docenten en hoogleraren aan de vakbond niet belangrijk te vinden. 42,4 procent vindt het bestaan belangrijk en 9,1 procent zegt het heel belangrijk te vinden.

Bij docenten in het voortgezet onderwijs zit er een verschil tussen diegenen die een beroepsgericht vak geven of een algemeen vak. Beroepsgerichte docenten kennen iets meer waarde toe aan bonden: 72,8 vindt het bestaan belangrijk of heel belangrijk, tegenover 66,9 procent van hun vo-collega’s.

Ondersteuners en managers

Onderwijsassistenten en leidsters in de kinderopvang kennen bijna evenveel waarde toe aan de vakbonden als de leraren in het basisonderwijs: 20,4 procent vind het heel belangrijk, 55,1 procent belangrijk. De managers in het onderwijs kijken heel anders tegen de bonden aan. Meer dan de helft, 51 procent, van deze beroepsgroep vindt het bestaan van de bonden niet belangrijk.

Volgens het CBS waren er eind maart 2017 in totaal 1,7 miljoen mensen lid van een vakbond. Dat zijn er 15 duizend minder dan in 2016. De aantallen dalen al enige tijd, schrijft het CBS. Wel gaat de daling langzamer de laatste jaren. De laatste toename was in 2011. Ondanks de daling stijgt het aantal vrouwen dat lid is van een vakbond, niet alleen procentueel, maar ook absoluut: in 2016 kwamen er in heel Nederland achtduizend vrouwelijke vakbondsleden bij.