Basisscholen steeds duurder door stijgende ouderbijdrage
Het bedrag dat basisscholen aan ouderbijdrage vragen is in vijf jaar tijd met meer dan 20 procent gestegen, aldus de Onderwijsinspectie. Er zijn ook vaker excessen: basisscholen die 1000 euro of meer vragen. Het Onderwijsblad sprak er drie.
Weer een onderwerp dat laat zien dat de kansenongelijkheid toeneemt, aldus de AOb. Hoeveel basisscholen meer dan 1000 euro vragen, zegt de inspectie niet. Wel legt ze uit dat het een lastige materie is. Los van de officiële vrijwillige ouderbijdrage, worden vaak nog andere geldbedragen door het jaar heen gevraagd aan ouders. En niet elk bestuur neemt de ouderbijdrages als officiële post op in de jaarrekening, waardoor het lastig is om zicht te krijgen op hoe hoog de kosten voor ouders daadwerkelijk zijn.
Verschillen per regio
De Onderwijsinspectie bekeek de jaarrekeningen van schoolbesturen in het primair onderwijs en kwam bij 62 procent van de schoolbesturen ouderbijdragen tegen. De regionale verschillen zijn groot: in Drenthe vroegen basisscholen scholen in 2013 gemiddeld slechts 7 euro per kind, in 2017 is dat 11 euro. In Zuid-Holland werd in 2013 77 euro gemiddeld gevraagd. In 2017 is dat 102 euro gemiddeld per kind. Gemiddeld is de ouderbijdrage in vijf jaar tijd van 41 naar 50 euro gestegen, dat is een stijging van 22 procent.
Buitensporig hoog
Opvallend zijn de basisscholen die buitensporig hoge ouderbijdragen vragen, signaleert ook hoofdredacteur Robert Sikkes in het Onderwijsblad. Meer dan 1000 euro per jaar is allang geen uitzondering meer. Drie van deze scholen leggen in het decembernummer Onderwijsblad uit waarom ze dat doen en waar het geld naar toe gaat. Zij geven deze extra euro’s niet uit aan zaken die buiten het curriculum vallen zoals vieringen en schoolreisjes, maar aan kleinere klassen, andere leermiddelen of een ruimere lesomgeving. Ter achtergrond: een school die meer dan 1000 euro jaarlijks per kind per krijgt, heeft al snel 20 procent meer budget dan andere basisscholen.
Bezuinigd
De Kievietschool uit Wassenaar – ouderbijdrage: 1425 euro per jaar – schrijft bijvoorbeeld in haar schoolgids ‘De afgelopen jaren is er enorm door de overheid op het onderwijs bezuinigd. Het gevolg hiervan is dat op bijna alle basisscholen van ons land tussen de dertig en veertig kinderen in een klas zitten. Het streven is een groepsgrootte van 25 (…) leerlingen.’ In Pijnacker verzorgt de Casaschool tweetalig Montessorionderwijs. De leermiddelen voor Engels, de tweetalige bibliotheek en de dagelijkse maaltijden op school, worden uit de ouderbijdrage van 1045 euro betaald.
Niet gelukt
Volgens Lisa Westerveld, Tweede Kamerlid voor GroenLinks, zijn forse ouderbijdragen het zoveelste voorbeeld dat de basisbekostiging van de scholen niet toereikend is. “Tot nu toe is het niet gelukt om dat bedrag omhoog te krijgen. Daar is geen meerderheid voor in de Tweede Kamer.” Rudmer Heerema is onderwijswoordvoerder voor de VVD en vindt het geen probleem dat ouders die meer te besteden hebben, kunnen kiezen voor scholen die een hogere ouderbijdrage vragen. Hij ziet de link met een groeiende kansenongelijkheid niet. “Dat is meer hoe andere politieke partijen dit onderwerp framen.”
Wel schrijnend vindt Heerema het wanneer een hoge ouderbijdrage tot uitsluiting leidt. Voorbeelden daarvan waren afgelopen jaar regelmatig in de media. Verhalen van tieners die niet mee mogen op buitenlandse reis, of leerlingen waarvan de ouders de iPad niet kunnen betalen en die achterin de klas achter een pc worden gezet.
Wetsvoorstel
Westerveld van GroenLinks heeft met Peter Kwint van de SP een wetsvoorstel in de maak waarin staat dat kinderen niet uitgesloten mogen worden van schoolactiviteiten, omdat de ouderbijdrage niet is betaald. In het voorstel wordt niet de hoogte van de ouderbijdrage gemaximeerd, wat de AOb wel zou willen. Een bewuste keuze, legt Westerveld uit. “Als je een wetsvoorstel door de Tweede Kamer wilt krijgen, moet je niet teveel in één keer willen veranderen. Voor ons had het voorkomen dat kinderen worden uitgesloten nu prioriteit.”
Telkens wanneer de ouderbijdrage politiek ter discussie staat, en dat gebeurt elke regeerperiode, luidt de uitkomst van het debat: de sector moet dit zelf regelen. De PO-Raad, vereniging van schoolbesturen in het primair onderwijs, heeft net als de VO-Raad eind november een richtlijn met de besturen afgesproken. In die van de PO-Raad staat dat de ouderbijdrage ‘te allen tijde vrijwillig’ is, dat leerlingen nooit mogen worden uitgesloten wanneer ouders de bijdrage niet betalen en dat het bestuur van de school de hoogte ‘naar redelijkheid en billijkheid’ moet vaststellen. PO-Raad voorzitter Rinda den Besten: “Dit is een belangrijke eerste stap die we heel serieus nemen.”
Desgevraagd geeft voorzitter Den Besten aan dat zij geen sancties op kan leggen als besturen zich niet aan de richtlijn houden: “We zijn geen politie. Een deel van onze achterban vraagt hoge ouderbijdragen en zij vinden dit een heel lastig onderwerp.” Vandaar de poging van Westerveld en Kwint het voorkomen van uitsluiting via de wet regelen. “Dan kan de inspectie daarop handhaven”, aldus Westerveld.
Op 15 januari is er ‘schriftelijk overleg’ in de Tweede Kamer over de bevindingen uit De financiële staat van het onderwijs 2017, waar ook het onderzoek naar de ouderbijdrages een plekje in heeft gekregen.
Uit het Onderwijsblad
- Lees hier de analyse van Onderwijsblad-hoofdredacteur Robert Sikkes over stijgende ouderbijdragen in het primair onderwijs.
- Klik op de link voor een kijkje in de keuken van drie basisscholen die meer dan 1000 euro per jaar vragen.